Je kunt het niet hebben over duurzaamheid zonder de oorsprong van het begrip te noemen, geformuleerd door de commissie van de Verenigde Naties onder leiding van Gro Harlem Brundtland. Deze commissie beschreef sustainability als eerste: Sustainable development is development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs.
Dat is een prachtige volzin. Meteen valt op dat zaken als dierenwelzijn of humane gezondheid niet in de oerdefinitie van duurzaamheid zaten. Inmiddels zitten ze wel in het mandje begrippen dat we als samenleving ‘duurzaam’ zijn gaan noemen. Dat betekent dat de invulling van duurzaamheid verschuift onder invloed van gevoelens en discussies en verklaart de klaagzang van velen dat duurzaamheid een containerbegrip vol tegenstrijdigheden is geworden. Even bekend als berucht is de plofkip die natuurkundig duurzamer is omdat het dier meer dierlijk eiwit produceert op basis van minder voer dan de traaggroeiende 1-ster kip; toch noemen we die laatste 'duurzamer'. We bedoelen dat het trage dier diervriendelijker wordt gehouden. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is dat echter verlies in plaats van winst.
Twee lijstjes
Op basis van natuurkundige en chemische kennis kun je logisch bepalen wat duurzaam is. Als het gaat om voedselproductie kom ik tot het volgende lijstje dat direct met Brundtland samenhangt:
- Gebruik van land
- Gebruik van water
- Gebruik van energie
- Uitstoot van broeikasgassen
- Uitstoot van overige stoffen die de omgeving nadelig beïnvloeden
- Gebruik van meststoffen (de drie macronutriënten fosfaat, stikstof en kalium zijn alle drie op een heel verschillende manier eindig)
Daarnaast is er een tweede lijstje van sociale factoren dat buiten Brundtland om door de maatschappij aan haar lijstje is toegevoegd:
- Stank/leefbaarheid
- Dierenwelzijn
- Economische haalbaarheid
- Humane gezondheid
- Eerlijke beloning, cq. geen uitbuiting door onevenredig grote economische macht van afnemers
Vervolgens moeten er keuzes gemaakt worden. En dan wordt het arbitrair. Want wat is het belangrijkste aspect dat veranderd moet worden om de volgende generaties dezelfde mogelijkheden en keuzes te geven als wij hebben of hadden?
Drie voorbeelden
Ik geef drie voorbeelden van beleid waar onvoldoende logisch over is nagedacht of dat consequenties krijgt die onlogisch zijn.
Extensiveren of intensiveren? Land sparing of land sharing? Op de keper beschouwd is extensiveren vanwege het grotere benodigde areaal domweg de verkeerde route. Die conclusie is hard maar is wetenschappelijk de enige juiste. Toch kun je in het dichtbevolkte Nederland wel degelijk een lans breken voor extensievere periferieën rond gevoelige natuur als we die willen beschermen. Dat betekent echter niet dat het principe niet geldt. Niettemin vestigt zich in media en beleid de gedachte dat extensieve landbouw te prefereren valt boven intensieve.
De bedreiging van biodiversiteit vervolgens. Dat is een optelling van een aantal van bovenstaande factoren. Ze hebben te maken met de footprint van de mensheid als geheel die je prima logisch kunt prioriteren. Doe je dat, dan komt bijvoorbeeld ‘omvang areaal’ hoog op de agenda en moeten we dus in bijvoorbeeld Afrika vol inzetten op intensivering, precisiebemesting, beter zaaigoed (ook van lokale staple foods) en een volle tech-gereedschapskist met daarin onder meer Crispr-Cas. Maar de grote NGO’s en de EU drukken juist een andere kant op: agroecologie, biologisch (= méér landgebruik, terwijl je dat zeker daar echt niet wilt) en geen kunstmest zouden veel beter zijn voor de zo gewenste ‘biodiversiteit’. Het omgekeerde is waar.
Soms is het antwoord dat goed voelt in de onderbuik niet het juiste. Als Delfterik wil ik de rekensom van de consequenties van beleid graag zien. Het is pijnlijk dat die lakmoestest zo weinig wordt toegepast. De politieke arena is er een van oneliners en frames om het gevoel tevreden te houden.
Wat is duurzaam voedsel was de vraag. Voor mij is dat hoogintensief geproduceerd, high tech voedsel waarbij we de problemen die ontstaan benoemen en proberen op te lossen. Dat moet met een sprong naar de toekomst, niet naar het verleden. Techniek en robotica naast het terugbrengen van humane fecaliën. Stoppen met het verbranden van kippenmest en maximaliseren van nutriëntenbenutting. Vee niet zien als een kwaad vanuit ethische gevoelens, maar verstandig bezien als onderdeel van het totaal en dus gebruiken om zoveel mogelijk reststromen nuttig te verwerken en non-arable land inzetten.
Nederland is wereldwijd koploper in hoogintensief en high tech. Veel van de vindingen hier zijn bruikbaar elders. Dus ik pleit voor een behoud van die denk- en werkwijze, die niettemin de excessen van een uit zijn verhoudingen gegroeide omvang van de kippen- en varkenshouderij wel degelijk bijsturen. Nederland staat voor vraagstukken op het gebied van ruimtelijke ordening. We moeten bepalen welke activiteiten en grondgebruik we in Nederland willen, maar zijn de weg kwijtgeraakt omdat de publieke opinie en politiek voorgelicht worden door beelden uit mainstream media die het vermogen om logisch te denken zijn verloren en goed voelende denkpaden hebben neergezet. Onvriendelijker gezegd: de leugen regeert. Dat is pijnlijk om te zien, want daardoor dreigt ons 'duurzame' beleid het kind met het badwater te lozen.
Dit artikel afdrukken
Twee lijstjes
Op basis van natuurkundige en chemische kennis kun je logisch bepalen wat duurzaam is. Als het gaat om voedselproductie kom ik tot het volgende lijstje dat direct met Brundtland samenhangt:
- Gebruik van land
- Gebruik van water
- Gebruik van energie
- Uitstoot van broeikasgassen
- Uitstoot van overige stoffen die de omgeving nadelig beïnvloeden
- Gebruik van meststoffen (de drie macronutriënten fosfaat, stikstof en kalium zijn alle drie op een heel verschillende manier eindig)
Daarnaast is er een tweede lijstje van sociale factoren dat buiten Brundtland om door de maatschappij aan haar lijstje is toegevoegd:
- Stank/leefbaarheid
- Dierenwelzijn
- Economische haalbaarheid
- Humane gezondheid
- Eerlijke beloning, cq. geen uitbuiting door onevenredig grote economische macht van afnemers
Vervolgens moeten er keuzes gemaakt worden. En dan wordt het arbitrair. Want wat is het belangrijkste aspect dat veranderd moet worden om de volgende generaties dezelfde mogelijkheden en keuzes te geven als wij hebben of hadden?
Drie voorbeelden
Ik geef drie voorbeelden van beleid waar onvoldoende logisch over is nagedacht of dat consequenties krijgt die onlogisch zijn.
Als Delfterik wil ik de rekensom van de consequenties van beleid graag zienIn Nederland lijken nu stikstof en natuur de hoofdzaak. Maar kijk je vanuit een wat breder perspectief naar stikstof, dan is het voor voedselproductie de meest beperkende nutriënt voor plantaardige groei. Hoewel benutting op de akker nog steeds voor verbetering vatbaar is, lijkt mij de eenzijdige focus vanuit de politiek op ammoniak (een stikstofverbinding) en niet of nauwelijks op de stikstofoxiden die het gevolg zijn van verbranding van fossiele brandstoffen, vreemd. Politiek is het verklaarbaar, maar vanuit duurzaamheid onverteerbaar.
Extensiveren of intensiveren? Land sparing of land sharing? Op de keper beschouwd is extensiveren vanwege het grotere benodigde areaal domweg de verkeerde route. Die conclusie is hard maar is wetenschappelijk de enige juiste. Toch kun je in het dichtbevolkte Nederland wel degelijk een lans breken voor extensievere periferieën rond gevoelige natuur als we die willen beschermen. Dat betekent echter niet dat het principe niet geldt. Niettemin vestigt zich in media en beleid de gedachte dat extensieve landbouw te prefereren valt boven intensieve.
De bedreiging van biodiversiteit vervolgens. Dat is een optelling van een aantal van bovenstaande factoren. Ze hebben te maken met de footprint van de mensheid als geheel die je prima logisch kunt prioriteren. Doe je dat, dan komt bijvoorbeeld ‘omvang areaal’ hoog op de agenda en moeten we dus in bijvoorbeeld Afrika vol inzetten op intensivering, precisiebemesting, beter zaaigoed (ook van lokale staple foods) en een volle tech-gereedschapskist met daarin onder meer Crispr-Cas. Maar de grote NGO’s en de EU drukken juist een andere kant op: agroecologie, biologisch (= méér landgebruik, terwijl je dat zeker daar echt niet wilt) en geen kunstmest zouden veel beter zijn voor de zo gewenste ‘biodiversiteit’. Het omgekeerde is waar.
Soms is het antwoord dat goed voelt in de onderbuik niet het juiste. Als Delfterik wil ik de rekensom van de consequenties van beleid graag zien. Het is pijnlijk dat die lakmoestest zo weinig wordt toegepast. De politieke arena is er een van oneliners en frames om het gevoel tevreden te houden.
Ons 'duurzame' beleid dreigt het kind met het badwater te lozenHoogintensief
Wat is duurzaam voedsel was de vraag. Voor mij is dat hoogintensief geproduceerd, high tech voedsel waarbij we de problemen die ontstaan benoemen en proberen op te lossen. Dat moet met een sprong naar de toekomst, niet naar het verleden. Techniek en robotica naast het terugbrengen van humane fecaliën. Stoppen met het verbranden van kippenmest en maximaliseren van nutriëntenbenutting. Vee niet zien als een kwaad vanuit ethische gevoelens, maar verstandig bezien als onderdeel van het totaal en dus gebruiken om zoveel mogelijk reststromen nuttig te verwerken en non-arable land inzetten.
Nederland is wereldwijd koploper in hoogintensief en high tech. Veel van de vindingen hier zijn bruikbaar elders. Dus ik pleit voor een behoud van die denk- en werkwijze, die niettemin de excessen van een uit zijn verhoudingen gegroeide omvang van de kippen- en varkenshouderij wel degelijk bijsturen. Nederland staat voor vraagstukken op het gebied van ruimtelijke ordening. We moeten bepalen welke activiteiten en grondgebruik we in Nederland willen, maar zijn de weg kwijtgeraakt omdat de publieke opinie en politiek voorgelicht worden door beelden uit mainstream media die het vermogen om logisch te denken zijn verloren en goed voelende denkpaden hebben neergezet. Onvriendelijker gezegd: de leugen regeert. Dat is pijnlijk om te zien, want daardoor dreigt ons 'duurzame' beleid het kind met het badwater te lozen.
In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de duurzaam voedselreeks of het overzicht van de serie.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Mark, zo hard ben je niet hoor! Je hebt gewoon gelijk. Als Delftenaar kijk ik ook meewarig, soms geïrriteerd, en meestal hoofdschuddend naar een alphawereld waar men niet wil inzien dat een hoop 'duurzaamheidsparameters' strijdig met elkaar zijn. Of dat landbouw jatten is en dat we gewoon verslaafd zijn aan fossiele brandstof. jij en ik en alle andere beta's zullen van ons moeten laten horen!
Goed artikel Mark en de aanvulling van Wouter in 1.
We gaan de verkeerde kant op met het dromerige beleid van de alpha’s
Eén van de redenen waarom dierenwelzijn in het rijtje hoort, is omdat het een afwentelpost kan worden als het buiten zicht blijft.
De beste poging om duurzaamheid objectief meetbaar te maken, waarbij met alle in zwang zijnde aspecten (én voorkoming van afwenteling naar overig, elders en later) rekening gehouden wordt, is het BoerenKPI.nl project, gefinancierd door LNV. Het is een ultieme poging om te komen tot een Integrale Maatlat, van de beste kennisinstellingen op dit gebied (WUR, ism Louis Bolk, Boerenverstand, CLM en BoerenNatuur). Het idee is dat als je prestaties van landbouwbedrijven kunt kwantificeren, je er ook beter op kunt sturen. Sturen door de boer zelf, maar ook door beleid. Wat je aandacht geeft groeit: kengetallen voor duurzaamheid in de studiegroepen. Er is al ervaring met belonen voor goede prestaties en een stimulerende aanpak.
Wetenschappers onderkennen 14 indicatoren die onderling samenhangen. Het meest praktijkrijp zijn een combinatie van stoffenbalans en natuurindicatoren, om te beginnen in melkveehouderij en akkerbouw. Dit kan volgend jaar ingevoerd worden met een controleerbaarheid die beter is dan de huidige (stikstof-)modellen en -systemen.
Hier lees je een samenvatting van de stand van zaken: https://edepot.wur.nl/590972
Dit raamwerk kan het leidend principe worden van doelsturing, beloningen voor duurzaam produceren, betalen voor ecosysteemdiensten.
Ok, hoogintensief maakt een hoge hoeveelheid mensen op deze aarde mogelijk. Maar hoog intensief mist weerstand. En we weten nog van Corona wat we dan moeten doen. Isoleren! Ik denk dat er een direct verband is en dat als je die hoge intensiteit wilt vasthouden je je moet weren tegen ziekten en plagen, en als ze toch binnenkomen mogen ze er niet weer uit. En voedingsstoffen zullen nog minder gebufferd kunnen worden in de bodem en zullen gerecirculeerd moeten worden. Krijg je dat veilig en goed voor elkaar dan krijg je een krulletje en kunnen er weer wat mensen bij op aard. Maar het risico op een misser is ook groter. Dus hoe bouw je weerstand in het totale systeem in? En is dat nodig? Dat is voor mij de vraag. En dat is dan weer geen technische vraag. Veel duurzaamheidsaspecten zijn niet technisch. Want technisch kunnen we het wel. Daar ben ik van overtuigd.
Beste Mark, een helder artikel over een basaal en belangrijk twistpunt. Efficientie op allerlei vlakken is van groot belang maar bepaalt niet altijd het handelen van de mens. Dus daarover moet gesprek bestaan inderdaad.
Een belangrijke factor die ik in je overzicht mis gaat over culturele waarden. Vermoedelijk vat je dat onder leefomgeving maar dat is voor mij breed en vaag. Cultuurhistorie, identiteit en ethiek bieden waarden die ervoor zorgen dat we graag moestuinieren, historische landschappen willen behouden, biologische landbouw wensen en natuur beheren in plaats van vrij laten ontwikkelen. Argwaan t.o.v. nieuwe techniek is er vaak het gevolg van. Wanneer het gaat om keuzes over leven en (honger)dood zijn die culturele waarden voor velen softe bijzaken. Wanneer je niet voor die keuze staat bieden die culturele waarden wel degelijk grote sturing. Jij en ik eten waarschijnlijk vanavond niet het meest efficiente en duurzame voedsel maar eten een maaltijd die bol staat van -al dan niet verheven- culturele gewoontes. En ook de ruimtelijke ordening staat bol van culturele keuzes.
Het is zinvol , zeker op mondiale schaal, om te discussiëren over voldoende voedsel en over behoud van complexe ecosystemen. Maar dit kan volgens mij niet zonder er een cultureel vraagstuk van te maken. Het aardoppervlak kan je gebruiken voor veel veeteelt of voor matig intensieve ecologische plantaardige productie. Daartussen zit volgens mij een culturele keuze. En ja: met zijn allen op aarde vlees blijven en tegelijk extensief gaan boeren, daar zouden we wel eens te weinig ruimte voor kunnen hebben. Keuzes zijn dus nodig.