Duurzaam betekent letterlijk dat iets lang meegaat. Zo bekeken is duurzaam voedsel een vreemd begrip.

We kunnen het beter hebben over een duurzaam voedselsysteem. Sinds het einde van de vorige eeuw is het woord duurzaam in zwang gekomen voor een manier van produceren die rekening houdt met het feit dat energiebronnen, voedsel en grondstoffen niet eindig voorradig zijn. Ze moeten circulair worden door resten te gebruiken als grondstof voor een nieuwe ronde voedselproductie. Mest, ook de onze, is geen afval, maar het waardevolle begin van bijvoorbeeld nieuwe worteltjes.

Eten moet eerlijk, ecologisch, gezond en met zorg geproduceerd worden. Om te toetsen of eten aan die eisen voldoet heb je regels nodig
De Verenigde Naties definiëren een duurzaam voedselsysteem als een manier van produceren die voedselzekerheid biedt en voedzaam is voor iedereen. En zodanig dat de economische, ecologische en sociale basis voor het systeem het leven van toekomstige generaties niet in de wielen rijdt.

Eindig staat dus tegenover duurzaam, dat is het mooie van deze definitie. De manier waarop we nu voedsel produceren is eindig.

Daarom moeten we iets doen en niet alleen over duurzaam eten praten. Eten moet eerlijk, ecologisch, gezond en met zorg geproduceerd worden. Om te toetsen of eten aan die eisen voldoet, heb je regels nodig. Bij Triodos Bank spraken we af dat we ons houden aan het biologische of het biologisch-dynamische keurmerk.

Optimale balans
Biologische landbouw is gebaseerd op de principes van gezondheid, ecologie, eerlijkheid en zorg. We scharen ons achter deze definitie van IFOAM die stelt dat een biologisch landbouwsysteem de bodem, het ecosysteem en de mens gezond houdt en ondersteunt. In plaats van kunstmatige bestrijdingsmiddelen te gebruiken, vaart de biologische landbouw op ecologische processen en biodiversiteit. Biologische landbouw komt ten goede aan een gezonde leefomgeving, opereert in een eerlijke(re) keten en draagt bij aan levenskwaliteit van de mensen én de dieren in de sector.

De definitie laat zien dat duurzaamheid niet alleen over het milieu gaat. Alles staat met elkaar in verbinding en de biologische landbouw zoekt naar de optimale balans. Dat dit nog niet altijd lukt, is evident. Zo beschrijft de IFOAM biologisch ook als eerlijk, maar de certificering van biologisch bevat nog geen regels voor arbeidsomstandigheden. Dat moet snel veranderen. Denk maar aan het nieuws dat vorige maand naar buiten kwam over de erbarmelijke arbeidsomstandigheden van Afrikaanse arbeidsmigranten op biologische tomatenplantages in Almería (Spanje).

Binnen Triodos Bank spreken we regelmatig met onze agrarische klanten en is certificering een belangrijke voorwaarde voor financiering. Soms is er geen keurmerk nodig, dan financieren we een boer die opereert in een korte keten. In zo’n keten heeft de consument direct zicht op het productieproces en kan de boer rechtstreeks aan hen verantwoording afleggen over de keuzes die daarin worden gemaakt. Een andere optie is dat het bedrijf omschakelt en gaan we samen de transitieperiode door.

Voor dieren is biologisch niet genoeg
Soms is biologische certificering niet genoeg. Zo streven we in de intensieve dierhouderij mede vanwege het dierenwelzijn een hoger ambitieniveau na dan biologisch. Nu vinden we de biologisch dynamische normen eigenlijk de ondergrens van wat wenselijk is als het gaat over een varkens- of kippenhouderij. Een waar dilemma voor ons, aangezien een biologische varkenshouderij al zoveel diervriendelijker is dan een gangbare varkenshouderij. Moeten we diervriendelijkheid niet ook stimuleren? Zo leeft een gemiddeld gangbaar vleesvarken op 0,8 m2 en krijgt een biologisch varken al snel 1,3 m2 per dier.

Dieren kunnen onderdeel zijn van de kringloop in (cultuurhistorische) landschappen die uitsluitend geschikt zijn voor begrazing of om reststromen om te zetten in hoogwaardige eiwitten
Toch kozen we voor de principes gebaseerd op biologisch-dynamisch. Zorg voor dieren staat buiten kijf en op weg naar een dierwaardige veehouderij willen we steeds minder concessies doen. Dieren kunnen onderdeel zijn van de kringloop in (cultuurhistorische) landschappen die uitsluitend geschikt zijn voor begrazing of om reststromen om te zetten in hoogwaardige eiwitten. De huidige schaal waarop wij dieren houden ten behoeve van de overmatige consumptie van vlees, melk en eieren vinden we ethisch echter onhoudbaar.

Voedselflats: energie-intensief en misschien wel voedingsarm
Zelf blijven nadenken over wat bij onze waardes past, geldt voor alle aspecten van duurzaamheid. Kijk naar de gezondheid. Biologisch eten groeit in een bodem met een rijk bodemleven. Dat zorgt ervoor dat er meer voedingsstoffen in een gewas zitten. Bovendien is biologisch vrij van pesticiden. De gezondheidsclaim van biologisch wordt steeds minder omstreden. Maar hoe zit dat dan met grote kassencomplexen, of nog beter, met voedselflats?

Het lijkt een mooie oplossing om veel eten op weinig ruimte te verbouwen, op lokaal niveau. Zo spelen we ruimte vrij voor biodiverse natuur en kunnen we onze voedselketens korter maken. Bovendien kan het zonder pesticiden. Is dat niet duurzaam?

Vooralsnog zijn kassen en flats echter enorm energie-intensief en de gewassen moeten groeien op een nagenoeg klinisch substraat. Je voegt er de noodzakelijke voedingsstoffen aan toe en er groeit een krop sla uit. Hoe volwaardig is zulk voedsel? En wat weten daar nou eigenlijk van?

Een krop sla reduceren tot een verzameling van water, koolstof en wat voedingsstoffen voelt verkeerd
Een theelepel gezonde grond bevat bijvoorbeeld al snel zo’n 100 miljoen tot 1 miljard bacteriën en enkele tientallen tot honderden meters schimmeldraden. Bovendien lijkt onderzoek te vertellen dat onze darmflora een stevige vinger in de pap van onze gemoedstoestand heeft.

Onderdeel van een levende wereld
Op basis van de beschikbare kennis is een eindoordeel over de krop sla uit de voedselflat waarschijnlijk nog niet te geven. Persoonlijk denk ik dat we onderdeel zijn van een levende wereld die over miljoenen jaren is geëvolueerd. Een krop sla reduceren tot een verzameling van water, koolstof en wat voedingsstoffen voelt dan ook verkeerd.

De principes van gezondheid, ecologie, eerlijkheid en zorg moeten in evenwicht zijn om eten duurzaam te laten zijn. Niet eindig bekent immers ook dat het voor de volgende generaties beschikbaar moet zijn. De markteconomie geeft geen prikkels om dat mogelijk te maken. Het prijsverschil tussen duurzaam en niet-duurzaam is te groot en het aandeel gezond en biologisch eten in het assortiment te klein. Misschien is dat voer voor een volgende filosofische vraag: wat is een eerlijke prijs? Want als de ‘eerlijke’ prijs van duurzame voeding te duur is voor velen, verdienen zij dan wel genoeg?

Vidar Bakker is relatiemanager Landbouw & Voeding bij Triodos Bank.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de duurzaam voedselreeks of het overzicht van de serie.
Dit artikel afdrukken