Meer dan de helft van onze bevolking draagt momenteel een teveel aan opgeslagen energie rond in de vorm overgewicht. Die opgeslagen energie maakt ons jaren eerder chronisch ziek. Elke generatie een beetje meer. Eén kilo opgeslagen vet bevat zo’n 7.000 kcal.

Het zou duurzaam zijn deze vetvoorraden aan te spreken. Na de melkplas en de boterberg is er nu sprake van een collectieve vetbult. Voor de jaren '80 waren we nog overwegend slank. Tussen toen en nu zijn we als mens niet ineens minder gedisciplineerd geraakt. Ook onze wens om gezond, slank en actief te zijn, is niet veranderd. Er is iets anders aan de hand.

Van volwaardig voedsel word je niet dik
Hoewel meer dan de helft van de bevolking kampt met overgewicht, is dat op zichzelf best lastig te bereiken met volwaardig voedsel. Zulk voedsel zorgt namelijk voor verzadiging. Een gezond persoon met overgewicht moet steeds meer moeite doen om dat hogere gewicht in stand te houden. Toenemend overgewicht gaat gaat namelijk gepaard met toenemend verbruik.

Na de melkplas en de boterberg is er nu sprake van een collectieve vetbult
Van mijn cliënten met overgewicht hoor ik dat ze minder trek ervaren in de ochtenduren (voor de eerste maaltijd). Hun eetlust komt vaak pas later op de dag terug. Bij cliënten met overgewichtsdiabetes is de nuchtere bloedglucose altijd verhoogd, een signaal dat er voldoende brandstof aanwezig is. Het lijkt erop dat ons lichaam meerdere ingebouwde ‘beveiligingssystemen’ tegen overgewicht heeft. Hoe lukt het ons dan toch om jaarlijks gemiddeld zo’n 500 gram extra ‘vetvoorraad’ op te bouwen? Dat kan alleen als de kwaliteit van het voedsel laag genoeg is.

Vele verschillende hormonen en sturingsstoffen reguleren in ons lichaam de eetlust en verzadiging. Wie gemiddeld 500 gram per jaar aankomt, eet dagelijks gemiddeld 10 kcal teveel of beweegt 10 kcal te weinig. Het is niet zo dat mensen met overgewicht standaard veel te veel eten; dikker worden is een sluipend proces. We zouden kunnen stellen dat het een gevolg is van een kleine onbalans in eetlust en verzadiging die ontstaat als we voedsel van onvoldoende kwaliteit krijgen.

Brandstof alleen is niet genoeg
We weten precies welk voedsel en in welke samenstelling we bijvoorbeeld kippen, renpaarden en melkkoeien moeten geven om de dieren optimaal te laten ‘produceren'. Vette kippen zijn minder goed in het produceren van eieren. Voer dat rijk is aan maïs- en graanstukjes, zullen de kippen eerst uit het voer pikken en de rest van het voedermengsel eten ze pas later. Blijf je als goedbedoelende hobbykippenhouder het voerbakje aanvullen voor het helemaal leeg is, dan krijgen de kippen al snel een te eenzijdige voeding binnen. Wel brandstof, maar niet de vitaminen en mineralen die onder in het voederbakje liggen. Zoiets lijkt ook met onze voedselstroom aan de hand: we krijgen wel brandstof maar niet de bijbehorende bouwstoffen binnen.

Suiker is een brandstof, levert geen eiwitten en geen vitaminen en mineralen
Granen, suiker en plantaardig vet
Handmatig zaaien, bemesten, onkruidvrij houden, dorsen, drogen, verwerken en malen van tarwe kost voor elke kcal die het oplevert zo’n 9 kcal. Als oermens zou je dus zo’n 9 kcal moeten investeren om er 1 kcal uit te krijgen. Dat is gegarandeerd een uitputtingsslag. Wie wilde overleven, koos voor ander voedsel.

Ons voedingspatroon is wél gebaseerd op graan, omdat we de luxe hebben gekregen er met machines energie uit fossiele brandstoffen in te kunnen investeren. Maïs, rijst, soja en suiker kunnen we goed bewaren; we kunnen er het risico op voedselschaarste laag mee houden. Maar graan levert ons vooral veel brandstof omdat de kwaliteit van de eiwitten uit graan niet optimaal is voor het menselijk lichaam: er ontbreken specifieke eiwitten. Het is geen gezond voedsel. En is het duurzaam met al die fossiele energie?

Denk ook aan de teelt van suikerbieten. Het gewas legt gesubsidieerd CO2 vast in de bodem. Vervolgens zit je met een grote berg goedkope suiker. Zo bevat ons voedsel nu veel meer toegevoegde suiker dan in de jaren ’80, toen we vrijwel allemaal nog slank waren. Suiker is een brandstof, levert geen eiwitten en geen vitaminen en mineralen.

Wereldwijd zijn verzadigd vet en producten met verzadigd vet lang gedemoniseerd. Ondertussen steeg de productie van plantaardig vet. Dat leverde producten op die dankzij de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen spotgoedkoop in de voedselketen zijn beland. Plantaardige vetten zijn brandstoffen. Ze leveren het menselijk lichaam vrijwel geen essentiële bouwstoffen.

Hoe moet het dan wel?
Beleid ten aanzien van de voedselstroom moet er weer voor zorgen dat het menselijk lichaam de bouwstoffen die het nodig heeft in voldoende mate binnenkrijgt. Eetlust en verzadiging zullen zich dan weer normaliseren. Ziek zijn en fossiele brandstoffen verspillen aan producten van lage kwaliteit is te kostbaar, op vele vlakken.
Dit artikel afdrukken