Schouten kreeg uiteindelijk gelijk. Na het verbod kwam dat onderzoek zelfs in een stroomversnelling, om maar te kunnen bewijzen dat pulsvissen echt niet van de zee een "woestijn" maakt, waarin alles - het plankton, de vissen, de bodem - "geëlektrocuteerd" en dood is, zoals de Fransen beweerden.

Plankgas onderzoek
Het dankzij al die onderzoeksinspanningen tot stand gekomen eindrapport leverde WUR-onderzoeker Adriaan Rijnsdorp in mei 2020 op. Het rapport liet zien dat pulsvissen ecologisch gezien echt te prefereren is boven het vissen met zware wekkerkettingen. "Er is minder bijvangst, er wordt in kortere tijd meer tong gevangen, het lichtere vistuig beschadigt de bodem minder én pulsvissen kost minder brandstof", schreven we hier op Foodlog toentertijd.

Volgens Pim Visser, toenmalig directeur van de brancheorganisatie voor de Nederlandse visserij Visned, stond Nederland daarmee sterk. "In elk geval staat vast dat de besluitvorming van de Europese Raad en het Parlement die tot het pulsverbod heeft geleid niet door feiten is ondersteund, terwijl dat wel voorgeschreven is," zei hij.

Het mocht niet baten, want het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de Europese wetgever "op dit gebied over een ruime beoordelingsbevoegdheid beschikt en niet verplicht is zijn wetgevende keuze uitsluitend op wetenschappelijke en technische adviezen te baseren," aldus Trouw. Volgens het Hof lieten de onderzoeken zien dat de risico's van pulsvissen nog onvolledig waren vastgesteld. "Onderzoekers hebben geen consensus over de mate waarin vissen met stroompulsen negatief kan uitpakken."

Zo'n gedragsreactie kan uiteenlopen van kleine vinbewegingen of een oog dat knippert tot spiersamentrekkingen, wegzwemmen van de elektroden tot een volledige verkramping van het hele lichaam
Gevolgen voor vissen
Inmiddels is die consensus er wel. Begeleid door een oorverdovende stilte verscheen eind januari van dit jaar hét onderzoek naar de gevolgen van pulsvissen voor vissen in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Marine Sciences. Het werd uitgevoerd door Pim Boute.

Boute onderzocht de gedragsreacties van verschillende vissoorten op elektrische velden. Minutieus beschrijft hij de onderzochte vissoorten (zowel elektroreceptieve soorten zoals de gevlekte gladde haai en de stekelrog als niet-elektroreceptieve soorten zoals de Europese zeebaars, de tarbot en de tong), hoe die gehouden en verzorgd werden, de onderzoeksopzet en de toegepaste elektrisch veldsterktes. De vissen werden in een speciaal ontworpen tank geplaatst om de minimale elektrische veldsterkte die een gedragsreactie uitlokt te bepalen. Zo'n gedragsreactie kan uiteenlopen van kleine vinbewegingen tot spiersamentrekkingen, wegzwemmen van de elektroden tot een volledige verkramping van het hele lichaam. Alle vissen gingen na een onderzoekssessie weer over tot hun normale gedrag, niet één ging er dood. De ethische commissie van de WUR had de onderzoeksopzet vooraf goedgekeurd.

"Onze bevindingen tonen aan dat vissen kunnen reageren op de elektrische velden voordat ze in aanraking komen met hoge, immobiliserende veldsterktes," schrijft Boute in zijn conclusie. "Ze suggereren ook dat gedragsreacties afwezig kunnen zijn totdat de veldsterktes niveaus bereiken waarop onwillekeurige reacties in werking treden."

80 centimeter
De reactiedrempels van de onderzochte vissoorten komen overeen met een maximale afstand van 80 cm van de elektroden in commerciële visnetten. Deze bevinding suggereert dat het erg onwaarschijnlijk is dat de elektrische pulsen, zoals gebruikt in de pulsvisserij, gedragsreacties uitlokken buiten de netten die de elektroden omringen. "Deze resultaten zijn geruststellend omdat ze suggereren dat de invloed van elektrische pulsen zich beperkt tot een klein gebied rond de netten," zegt Boute in Resource. Zorgen over de potentiële effecten op het mariene leven buiten de directe vangstzone kan hij dus wegnemen. Ook ten aanzien van ongewervelden die op de zeebodem leven, zoals zeesterren en zeemuizen. Die laten amper een reactie zien op de stroompulsjes. Met andere woorden: van elektrocutie op grote schaal is geen sprake.

Boute concludeert dat zijn onderzoek nieuwe inzichten biedt in de interactie tussen mariene soorten en pulsvisserijtechnieken. Met de kennis zouden visserijpraktijken verder geoptimaliseerd kunnen worden om tot zowel efficiënte als ecologisch verantwoorde visserijtechnieken te komen. Alleen zal het zover niet meer komen, hoezeer Boute ook gelijk heeft. "De visserij heeft veel nieuwe, actuele zorgen: hoge brandstofprijzen, stikstof, uitdijende offshore windparken, sanering van de vloot. De pijn van het pulsvisserijverbod is denk ik wat naar de achtergrond verdwenen," zegt hij.

Afbouw vloot
In 2021, toen het pulsverbod effectief werd, telde de Nederlandse kottervloot nog 283 schepen - in 2003 waren het er zelfs 384. Sindsdien hielden tientallen vissers ermee op en brachten hun schepen naar de sloop.

De redenen waarom Nederland destijds de pulsviskwestie verloor, lees je hier. Nederland maakte er een concurrentievoordeel op andere lidstaten van. Dat vond geen acceptatie. Nederland bleek en blijkt moeite te hebben om dat te begrijpen.
Dit artikel afdrukken