De vraag wat duurzaam mensenvoedsel is, valt veel moeilijker te beantwoorden dan de vraag hoe je een dier duurzaam kunt laten eten. Dat zegt Carolien Makkink, zelfstandig journalist op het gebied van diervoeding.
Wat is duurzaam voedsel? Het begint al met het vage begrip ‘duurzaamheid’, dat door de FAO als volgt wordt gedefinieerd: “Duurzame voedselpatronen zijn voedselpatronen met een lage milieubelasting die bijdragen aan voedselveiligheid en gezondheid voor de huidige en toekomstige generaties.” Daarnaast valt onder duurzaamheid niet alleen milieubelasting, maar ook respect voor mens en dier.
Met die definitie kan niemand het oneens zijn, maar kwantitatieve aanknopingspunten zitten er niet in. En dat is jammer, want we willen natuurlijk wel data kunnen verzamelen om de duurzaamheid van ons voedsel een rapportcijfer te geven. Daartoe worden dan ook verwoede pogingen ondernomen, denk aan de Eco-Score, het planetproof keurmerk, het EAT-Lancet planetary health diet en de pogingen van ons eigen Voedingscentrum om duurzaamheid te integreren in de Schijf van Vijf.
Appels en peren optellen en delen door bananen
Duurzaam voedsel belast het milieu niet, verspilt geen grondstoffen en garandeert goede arbeidsomstandigheden en dierwelzijn. Voedselzekerheid, voedselveiligheid en volksgezondheid blijven natuurlijk ook essentieel. Hoe brengen we al die factoren samen?
Biologische voedselproductie is duurzaam, omdat het gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest afwijst - goed voor de bodem en de biodiversiteit dus. En dieren in de biologische veehouderij hebben een leuker leven. Maar in de biologische veehouderij is het gebruik van synthetische aminozuren niet toegelaten; dat betekent dat er meer ruweiwit in het voer moet worden opgenomen om te voldoen aan de aminozurenbehoeften van het dier en dat leidt tot nutriëntenverspilling.
Regionale teelt
Regionaal geteeld voedsel is duurzaam, omdat er minder transport en import nodig is - minder CO2-uitstoot dus. Maar sommige voedsel- en diervoedergewassen (soja, palm, rijst, thee, koffie, cacao, bananen, avocado’s) groeien elders nou eenmaal beter; als we dergelijke gewassen in Europa telen, dan zijn de opbrengsten lager (of nihil) en dat leidt tot meer landgebruik voor voedselproductie en minder ruimte voor natuur.
Efficiënte voedselproductie (snelgroeiende vleeskuikens, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest) is duurzaam, omdat we daarmee meer voedsel kunnen produceren met minder input - er is dan minder landbouwareaal en diervoer nodig en grondstoffen worden optimaal benut. Maar deze vorm van ‘gangbare’ landbouw en veeteelt is dan weer minder goed voor de biodiversiteit, de bodemgesteldheid en het dierenwelzijn.
Veganistisch voedsel
Veganistische voeding is duurzaam, omdat er geen landbouwgrond meer nodig is voor de teelt van diervoedergrondstoffen - er blijft dan meer land over voor akkerbouw en natuur. Maar als we de veehouderij afschaffen, dan is er geen dierlijke mest meer beschikbaar en worden we nog afhankelijker van kunstmest. Bovendien hebben we dan geen bestemming meer voor alle rest- en nevenstromen uit de levensmiddelenproductieketen. Tarwestro, suikerbietenpulp, bierbostel, aardappelstoomschillen en supermarktretourstromen eten wij niet, maar kunnen door landbouwhuisdieren worden omgezet in hoogwaardig voedsel (zuivel, eieren, vlees).
Systeemdenken
Om ons voedsel te verduurzamen moeten we dus het hele voedselsysteem onder de loep nemen, biomassa optimaal benutten, verliezen tegengaan en kringlopen zo veel mogelijk sluiten. Onderzoekers van Wageningen UR hebben zo’n systeem ontworpen, nu nog voor Nederland, maar de ambitie is om dit uit te rollen over Europa en uiteindelijk over de hele wereld. Een ambitieus maar prijzenswaardig initiatief!
Diervoeding
In de diervoedersector hebben we het een stuk makkelijker: we weten wat elk dier nodig heeft, een melkkoe heeft andere nutritionele behoeften dan een big en de behoeften van een leghen zijn anders dan van een zalm. Van honderden diervoergrondstoffen weten we de samenstelling (energie, eiwit, koolhydraten, vetten, maar ook aminozuren, vetzuren, suikers, vezelfracties, mineralen en spoorelementen). Vervolgens is het een kwestie van lineaire programmering: je voert de grondstoffen en het doeldier in en de computer berekent de optimale voersamenstelling tegen de laagste kosten. Tegenwoordig is zelfs de carbon footprint van diervoedergrondstoffen bekend, dankzij de data van het GFLI, dus ook daar kunnen we rekening mee houden.
Komen er nieuwe grondstoffen op de markt (bijproducten van biobrandstoffensector, insectenproducten), of stelt de maatschappij andere eisen (trager groeiende vleeskuikens; stoppen met snavelkappen, staarten couperen en castreren van biggen; minder broeikasgasemissies; geen ontbossing)? Prima, dan spelen we daarop in: we analyseren die nieuwe grondstoffen, we kopen alleen nog maar ontbossingsvrije soja in, we passen het fokdoel aan, we berekenen de behoeften van trager groeiende rassen, we onderzoeken hoe we verenpikken en staartbijten via de voersamenstelling kunnen tegengaan, we ontwikkelen voeradditieven die de darmgezondheid ondersteunen of de methaanemissie reduceren. En dan stoppen we die nieuwe data in de computer.
Elk landbouwhuisdier kunnen we dus een menu voorschotelen dat gezond en duurzaam is.
Mensen zijn moeilijke kostgangers
Bij mensen is dat lastiger. Nu al houden weinigen zich aan de aanbevelingen in de Schijf van Vijf. De Eco-Score staat ter discussie, ook hier op Foodlog. Over het EAT-Lancet planetary health diet zijn ook al twijfels gerezen: de hierin geadviseerde halvering van de consumptie van voedsel van dierlijke oorsprong kan bij kinderen, ouderen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd leiden tot tekorten aan eiwitten, vitaminen en spoorelementen. Wat gezond is voor de planeet is dus niet altijd gezond voor de mens.
En dan nog iets: mensen zijn eigenwijs (ik wel, in elk geval), we willen zelf uitmaken wat we eten, we willen zelf kiezen welk duurzaamheidskenmerk we het belangrijkst vinden, we wantrouwen door de overheid opgelegde regels (ook, en misschien wel vooral, als we die door nudging opgedrongen krijgen), we twijfelen aan de wetenschappelijke onderbouwing van beleid.
En dan heb ik het alleen nog maar over de Foodloggers, die bovengemiddeld geïnteresseerd zijn in landbouw, voedselproductie, gezondheid en duurzaamheid.
De meeste consumenten willen gewoon goedkoop en lekker eten…
Tenslotte
Wat is duurzaam voedsel? Dat is weer zo’n vraag waarop geen vastomlijnd of logisch antwoord te geven is. Dan zou je dus kunnen (of moeten) zeggen: geen idee. Maar dat is niet waar Foodlog heen wil. Met de ‘Wat is…’-serie wil Dick Veerman de filosofie terugbrengen in het voedseldebat. Gelukkig zijn de meeste Foodloggers graag bereid om het gesprek aan te gaan over filosofische vragen. En dat levert vaak verrassende inzichten op. Als meerdere mensen, ieder vanuit zijn of haar expertise of achtergrond, hun steentje bijdragen aan het debat, dan blijken we toch vaak een stapje verder te komen. Verrassend en hoopgevend!
Dit artikel afdrukken
Met die definitie kan niemand het oneens zijn, maar kwantitatieve aanknopingspunten zitten er niet in. En dat is jammer, want we willen natuurlijk wel data kunnen verzamelen om de duurzaamheid van ons voedsel een rapportcijfer te geven. Daartoe worden dan ook verwoede pogingen ondernomen, denk aan de Eco-Score, het planetproof keurmerk, het EAT-Lancet planetary health diet en de pogingen van ons eigen Voedingscentrum om duurzaamheid te integreren in de Schijf van Vijf.
Appels en peren optellen en delen door bananen
Duurzaam voedsel belast het milieu niet, verspilt geen grondstoffen en garandeert goede arbeidsomstandigheden en dierwelzijn. Voedselzekerheid, voedselveiligheid en volksgezondheid blijven natuurlijk ook essentieel. Hoe brengen we al die factoren samen?
Niet alle duurzaamheidsaspecten zijn verenigbaar in één kengetal of key performance indicator. Wie dat toch probeert, zal wegingsfactoren voor elk aspect moeten introducerenHet begint al bij de milieucomponent: Hebben we het dan over water- en landgebruik, over broeikasgassen, over stikstof, over biodiversiteit, over eutrofiëring, over teloorgang van ecosystemen?
Biologische voedselproductie is duurzaam, omdat het gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest afwijst - goed voor de bodem en de biodiversiteit dus. En dieren in de biologische veehouderij hebben een leuker leven. Maar in de biologische veehouderij is het gebruik van synthetische aminozuren niet toegelaten; dat betekent dat er meer ruweiwit in het voer moet worden opgenomen om te voldoen aan de aminozurenbehoeften van het dier en dat leidt tot nutriëntenverspilling.
Regionale teelt
Regionaal geteeld voedsel is duurzaam, omdat er minder transport en import nodig is - minder CO2-uitstoot dus. Maar sommige voedsel- en diervoedergewassen (soja, palm, rijst, thee, koffie, cacao, bananen, avocado’s) groeien elders nou eenmaal beter; als we dergelijke gewassen in Europa telen, dan zijn de opbrengsten lager (of nihil) en dat leidt tot meer landgebruik voor voedselproductie en minder ruimte voor natuur.
Efficiënte voedselproductie (snelgroeiende vleeskuikens, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest) is duurzaam, omdat we daarmee meer voedsel kunnen produceren met minder input - er is dan minder landbouwareaal en diervoer nodig en grondstoffen worden optimaal benut. Maar deze vorm van ‘gangbare’ landbouw en veeteelt is dan weer minder goed voor de biodiversiteit, de bodemgesteldheid en het dierenwelzijn.
Veganistisch voedsel
Veganistische voeding is duurzaam, omdat er geen landbouwgrond meer nodig is voor de teelt van diervoedergrondstoffen - er blijft dan meer land over voor akkerbouw en natuur. Maar als we de veehouderij afschaffen, dan is er geen dierlijke mest meer beschikbaar en worden we nog afhankelijker van kunstmest. Bovendien hebben we dan geen bestemming meer voor alle rest- en nevenstromen uit de levensmiddelenproductieketen. Tarwestro, suikerbietenpulp, bierbostel, aardappelstoomschillen en supermarktretourstromen eten wij niet, maar kunnen door landbouwhuisdieren worden omgezet in hoogwaardig voedsel (zuivel, eieren, vlees).
Om ons voedsel te verduurzamen moeten we dus het hele voedselsysteem onder de loep nemen, biomassa optimaal benutten, verliezen tegengaan en kringlopen zo veel mogelijk sluitenKortom: niet alle duurzaamheidsaspecten zijn verenigbaar in één kengetal of key performance indicator. Wie dat toch probeert, zal wegingsfactoren voor elk aspect moeten introduceren: Vind je dierwelzijn belangrijker dan landgebruik? Hecht je meer waarde aan biodiversiteit of aan broeikasgasreductie? Vind je ontbossing erger dan verspilling? Mag je voedselzekerheid en voedselveiligheid inleveren ten faveure van natuur?
Systeemdenken
Om ons voedsel te verduurzamen moeten we dus het hele voedselsysteem onder de loep nemen, biomassa optimaal benutten, verliezen tegengaan en kringlopen zo veel mogelijk sluiten. Onderzoekers van Wageningen UR hebben zo’n systeem ontworpen, nu nog voor Nederland, maar de ambitie is om dit uit te rollen over Europa en uiteindelijk over de hele wereld. Een ambitieus maar prijzenswaardig initiatief!
Diervoeding
In de diervoedersector hebben we het een stuk makkelijker: we weten wat elk dier nodig heeft, een melkkoe heeft andere nutritionele behoeften dan een big en de behoeften van een leghen zijn anders dan van een zalm. Van honderden diervoergrondstoffen weten we de samenstelling (energie, eiwit, koolhydraten, vetten, maar ook aminozuren, vetzuren, suikers, vezelfracties, mineralen en spoorelementen). Vervolgens is het een kwestie van lineaire programmering: je voert de grondstoffen en het doeldier in en de computer berekent de optimale voersamenstelling tegen de laagste kosten. Tegenwoordig is zelfs de carbon footprint van diervoedergrondstoffen bekend, dankzij de data van het GFLI, dus ook daar kunnen we rekening mee houden.
Komen er nieuwe grondstoffen op de markt (bijproducten van biobrandstoffensector, insectenproducten), of stelt de maatschappij andere eisen (trager groeiende vleeskuikens; stoppen met snavelkappen, staarten couperen en castreren van biggen; minder broeikasgasemissies; geen ontbossing)? Prima, dan spelen we daarop in: we analyseren die nieuwe grondstoffen, we kopen alleen nog maar ontbossingsvrije soja in, we passen het fokdoel aan, we berekenen de behoeften van trager groeiende rassen, we onderzoeken hoe we verenpikken en staartbijten via de voersamenstelling kunnen tegengaan, we ontwikkelen voeradditieven die de darmgezondheid ondersteunen of de methaanemissie reduceren. En dan stoppen we die nieuwe data in de computer.
Elk landbouwhuisdier kunnen we een menu voorschotelen dat gezond en duurzaam is. Mensen zijn heel wat moeilijkere kostgangersZo kunnen we relatief eenvoudig voeders formuleren die tegemoet komen aan de nutritionele behoeften van het dier en de ecologische eisen van de samenleving. Dat zorgt voor optimale ‘duurzaamheid’, productieprestaties, gezondheid en welzijn tegen de laagste kosten.
Elk landbouwhuisdier kunnen we dus een menu voorschotelen dat gezond en duurzaam is.
Mensen zijn moeilijke kostgangers
Bij mensen is dat lastiger. Nu al houden weinigen zich aan de aanbevelingen in de Schijf van Vijf. De Eco-Score staat ter discussie, ook hier op Foodlog. Over het EAT-Lancet planetary health diet zijn ook al twijfels gerezen: de hierin geadviseerde halvering van de consumptie van voedsel van dierlijke oorsprong kan bij kinderen, ouderen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd leiden tot tekorten aan eiwitten, vitaminen en spoorelementen. Wat gezond is voor de planeet is dus niet altijd gezond voor de mens.
En dan nog iets: mensen zijn eigenwijs (ik wel, in elk geval), we willen zelf uitmaken wat we eten, we willen zelf kiezen welk duurzaamheidskenmerk we het belangrijkst vinden, we wantrouwen door de overheid opgelegde regels (ook, en misschien wel vooral, als we die door nudging opgedrongen krijgen), we twijfelen aan de wetenschappelijke onderbouwing van beleid.
En dan heb ik het alleen nog maar over de Foodloggers, die bovengemiddeld geïnteresseerd zijn in landbouw, voedselproductie, gezondheid en duurzaamheid.
De meeste consumenten willen gewoon goedkoop en lekker eten…
Tenslotte
Wat is duurzaam voedsel? Dat is weer zo’n vraag waarop geen vastomlijnd of logisch antwoord te geven is. Dan zou je dus kunnen (of moeten) zeggen: geen idee. Maar dat is niet waar Foodlog heen wil. Met de ‘Wat is…’-serie wil Dick Veerman de filosofie terugbrengen in het voedseldebat. Gelukkig zijn de meeste Foodloggers graag bereid om het gesprek aan te gaan over filosofische vragen. En dat levert vaak verrassende inzichten op. Als meerdere mensen, ieder vanuit zijn of haar expertise of achtergrond, hun steentje bijdragen aan het debat, dan blijken we toch vaak een stapje verder te komen. Verrassend en hoopgevend!
In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de duurzaam voedselreeks of het overzicht van de serie.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Expertise, daar vraagt Carolien Makkink nogal wat! Goede bijdrage.
Hartelijk dank Carolien, dit is een prachtig artikel en geeft veel stof tot nadenken! Duurzaamheid is m.i. een inherent kwalitatief begrip, dat niet in kwantitatieve termen of cijfers gevangen kan worden. Je laat zelf heel duidelijk zien dat er ontelbare (en conflicterende) interpretaties zijn van termen als milieu, natuur en duurzaamheid. De ambiguïteit rondom zulk soort termen moet júist op de voorgrond blijven. Hoe deze termen worden gedefinieerd (en in sommige gevallen gekwantificeerd) is een politieke keuze. Het ‘meten is weten’ gevoel van allerlei initiatieven zorgt voor een vals gevoel van ‘we zijn er wel’ bij de consument en reduceert complexe begrippen tot simpele sommetjes. Maar die sommetjes staan op wankele grond (zoals je zelf zegt: ‘appels en peren optellen en delen door bananen’) en zijn niet objectief maar juist gebaseerd op politieke waarden. De discussie moet, zoals jij volgens mij ook betoogt, gaan over deze waarden. De Wat is… serie hier op FL is inderdaad een goed begin!
Het mooie van dieren is dat ze geen Mars, chips of Coca Cola hebben bedacht. Of Marlboro.
"De vraag wat duurzaam mensenvoedsel is, valt veel moeilijker te beantwoorden dan de vraag hoe je een dier duurzaam kunt laten eten."
Waarom eigenlijk? Je zou dan toch ook in hetzelfde gewirwar komen (CO2, watergebruik, landgebruik etc) als bij mensenvoedsel?
Frank Eric (#4), die intro-zin is door de redactie toegevoegd. Wat 'duurzaam mensenvoedsel' is kunnen we nog wel bedenken; de vraag hoe je mensen duurzaam kunt laten eten is wel moeilijk te beantwoorden.
Je zou mensenvoedsel net zo duurzaam kunnen formuleren als diervoer, dat wil zeggen volgens de gewenste criteria (landgebruik, broeikasgassen, biodiversiteit, et cetera). Maar mensen kiezen zelf wat ze eten (frikandelbroodjes, sushi, avocado's, T-bone steaks, ...) en die kans geven we landbouwhuisdieren niet (of nauwelijks).