Duurzaamheid is inmiddels een wat versleten begrip geworden. Aanvankelijk goede definities, die van Brundtland bijvoorbeeld, werden in de loop van de tijd kapot gediscussieerd, politiek verwrongen en zo gekneed dat het in ieders straatje paste. Zo werden sociale adhesie, diervriendelijkheid, biologische productie, welzijn van de mens en nog een dozijn begrippen gemakshalve onder het containerbegrip “duurzaamheid” geschaard.

Ongekende warrigheid
Elke beleidsmedewerker of ’sustainability officer’ kon wel iets van zijn gading vinden in de snoeptuin die duurzaamheid heet. Bedrijven en politiek maakten kwistig gebruik van de vervaging van begrippen als circulariteit en local sourcing. Die duidelijke begrippen werden rondgedraaid en tegen het licht gehouden in eindeloze discussies. Het leidde tot een ongekende warrigheid, zo ver mogelijk van de harde werkelijkheid. Zoals de slager het dier zover mogelijk heeft verwijderd van het stuk vlees in de toonbank, maar de slacht blijft een noodzakelijke handeling als je vlees wilt eten of melk wilt drinken.
Zo blijft onze wijze van leven de kern van het probleem, dat we trachten te verzachten met duurzaam leven.

Zo langzamerhand doet iedereen wel iets duurzaams, maar onderwijl verhogen we nog elk jaar ons verbruik van fossiele brandstof.

Het is een vreemd fenomeen geworden en het lijkt erop dat veel praten compensatie biedt voor dat kleine stemmetje in ons hoofd dat schuldgevoel heet. De wetenschap die we allemaal wel in meerdere of mindere mate hebben, namelijk dat we uitermate onduurzaam bezig zijn. Daar zit maar heel weinig verandering in sinds we ons bewust zijn geworden van de ecologische problemen die we veroorzaken.

'We moeten wat doen!' denken velen. Maar wat doen we dan precies? Het is zelfs zover gekomen dat wetenschappers denken dat het allemaal nog naar veel meer kan (schreef de Vlaamse wijsgeer Maarten Boudry in de NRC van 14 april) of dat we straks zoveel renewable energy opwekken dat energie gratis wordt. Ik heb hier al vaak gezegd dat je voor een paar tientjes een uitstekende rekenmachine aan kunt schaffen. Leef je daar eens ouderwets mee uit en je weet wel beter.

Ook in voedsel nemen we dingen als logisch aan, die dat soms helemaal niet zijn. Zo is voedsel van dichtbij in de publieke opinie altijd beter dan van veraf, is plant beter dan dier en is voedsel uit een fabriek altijd slechter dan voedsel dat je zelf maakt. Vooral de vanzelfsprekendheid in die stellingen stoort mij al jaren. Wat is feitelijk juist en wat willen we graag geloven?

Er is een diffuus beeld ontstaan over al dan niet duurzamer voedsel waar niemand meer chocola van kan maken
Duurzaam is niet per se lokaal, bio, plantaardig of onbewerkt
Er is een diffuus beeld ontstaan over al dan niet duurzamer voedsel waar niemand meer chocola van kan maken. Voedsel is aanzienlijk complexer dan de wetenschap ons wil doen geloven met allerlei detailonderzoek. In levenscyclusanalyse (LCA) onderzoek komen wij zelf soms tot verbazende conclusies waarbij voedsel dat veraf is geproduceerd vaak heel weinig effect heeft op de totale footprint van een product, soms zelfs efficiënter is. Bijvoorbeeld vanwege veel duurzamere teeltomstandigheden. En dier is soms wel degelijk efficiënter dan plant. Zo zijn er heel wat plant-based producten die de kip in zijn efficiëntie niet kunnen verslaan. Voedsel uit een fabriek biedt ons niet alleen een zeer hoge graad van efficiëntie, maar ook sufficiëntie. En dan die ene vraag: als we nog steeds ouder worden dan onze ouders, volgens velen op zijn minst mede door goed voedsel, moeten we dan niet in het algemeen constateren dat onze voedselvoorziening nooit zo goed is geweest als vandaag de dag?

Sentimenten leiden af
Terug naar duurzaam voedsel. Wat is dat nou precies? Voor mij spelen bio, diervriendelijkheid, gezondheid en al die andere begrippen nauwelijks een rol. Voor mij is het van belang welke input je nodig hebt om een voedselproduct te maken. In tegenstelling tot wat sommigen beweren dat de natuur geeft, ben ik van de school die heeft geleerd dat elk product wat wij produceren of consumeren input nodig heeft. Energie, nutriënten en water, om er maar een paar te noemen. Duurzaam en circulair bestaan niet, hoogstens duurzamer en circulairder.

Duurzaam en circulair bestaan niet, hoogstens duurzamer en circulairder
Het meest duurzame voedsel is in mijn opinie voedsel dat per eenheid zo weinig mogelijk input nodig heeft. En dat van zaadje tot op het bord. Die kwantificatie is voor mij ook hard en rationeel. Teveel zie ik sentimenten ons afleiden van de kern van de zaak. Gezonder, diervriendelijker of ecologisch verantwoorder wil niet altijd zeggen duurzamer. Soms wel, soms ook indirect, maar vaker niet. Als meer mensen ziek worden van voedsel, zou je kunnen redeneren dat we meer zorg nodig hebben, met alle input van dien. Tenminste, als daar een causaal verband is. Dat is niet zo duidelijk als het lijkt. Maar bedenk dat vroeger sterven ook een vorm van duurzaamheid is.

Een andere sidekick is diervriendelijkheid. Of dieren diervriendelijker worden gehouden is veel meer een ethische kwestie dan een duurzaamheidskwestie en het is o zo gemakkelijk om die twee te verwarren. Dat geldt ook grotendeels voor biologische productie. Weliswaar worden grondkwaliteit verbeterd en geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, maar de efficiëntie is zodanig veel lager dat we sufficiëntieprobleem zouden hebben als we alle productie naar bio zouden transformeren. Bioproductie heeft bijvoorbeeld reguliere drijfmest nodig om zijn nutriëntenbalans op orde te houden. Dat is niets anders dan verkapte kunstmest. Daar moeten we over nadenken, maar niet op een romantische manier waarbij we maar klakkeloos aannemen dat de plaatselijke wortel van boer Jan beter is dan de druiven uit Frankrijk of de groente uit Spanje.

Duurzaamheid is eerlijk rekenen, wat heb je nodig?
Rekenen aan duurzaamheid
Duurzaamheid is eerlijk rekenen, wat heb je nodig? En dan blijken dingen niet altijd wat ze lijken. Qua efficiëntie legt de bioboer het af. Maar we kunnen wel leren van wat de bioboer op zijn land bereikt. Een betere leefomgeving, misschien wel beter en gezonder voedsel, een betere bodemkwaliteit, een betere biodiversiteit, een betere relatie met zijn omgeving, een beter business-model. Allemaal dingen die voor mij niet direct onder duurzaamheid vallen, maar veel meer zaken zijn die uiteindelijk ons welzijn verbeteren, onze leefomgeving en onze gezondheid. Is dat ook duurzaamheid? Je kunt er over praten of dat zo is. Dingen zijn niet altijd zo logisch als ze lijken, daarom hou ik van een rationele benadering; de rekenmachine. En over al die andere zaken maak ik mij ernstig zorgen, maar ik hou ze liever gescheiden van de zuivere footprint-berekening van voedsel.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de duurzaam voedselreeks of het overzicht van de serie.
Dit artikel afdrukken