Wanneer voelt een dier zich wel? Jaap Korteweg stond aan de wieg van de Vegetarische Slager. Hij verkocht het bedrijf aan Unilever en stak het geld in de ontwikkeling van Those Vegan Cowboys. Het nieuwe bedrijf moet straks op grote schaal gras direct in melk en kaas kunnen omzetten. Korteweg vindt dat dierenwelzijn gaat over respect voor de eigenheid van ieder levend wezen. Een dier bezitten, past niet in dat beeld.
Als ik aan dierenwelzijn denk, denk ik aan alle dieren: wilde dieren, huisdieren, plaagdieren en dieren in de veehouderij. Dierenwelzijn hangt samen met hoe wij dieren zien en hoe we als mensen met ze omgaan. Bij dierenwelzijn gaat het vrijwel altijd over het welzijn van gehouden dieren.
Blijkbaar speelt het thema niet bij, door mensen vaak aangeduid als, in het wild levende dieren. Gaat dit zo omdat het welzijn van dieren in hun natuurlijke situatie in orde is, of houden we ons er niet voor verantwoordelijk? Ik geloof beide. Doorgaans voel ik me goed bij het wilde leven van dieren, in een gebied waar alleen de regels van de natuur gelden. Dat systeem heb ik als mens niet bedacht en dus hoef ik me er ook niet verantwoordelijk voor te voelen.
De menselijke invloed op het leven en welzijn van dieren, zie ik als overwegend negatief.
Ons taalgebruik onthult hoe we dieren zien
De manier waarop we nu met dieren omgaan, is onhoudbaar. Een grote groep dieren zit gevangen in een systeem, of lijkt ons ‘eigendom’ te zijn geworden. Ons eigen woordgebruik is tekenend voor hoe we dieren zien. Zo gaat het meestal over ‘ons’ vee en ‘onze huisdieren’ als we spreken over dierenwelzijn. Hier klopt voor mij iets niet. Dierenwelzijn gaat voor mij over respect voor de eigenheid van ieder levend wezen. Een dier bezitten, past hier niet bij. De hoeveelheid dieren die mensen zich hebben toegeëigend, is ongekend. Deze dieren, ‘ons vee’ en ‘onze huisdieren’, vormen in massa 60% van alle gewervelde landdieren op aarde, tegen 35 procent mensen en 5 procent oorspronkelijk levende dieren.
Vergelijking geldt twee kanten op
Over die behandeling: wanneer je artikelen leest over het gewelddadig neerslaan van protesten, genocide of slavernij, vind je zinsnedes als ‘mensen werden als beesten bijeen gedreven’, ‘als beesten behandeld’ of ‘afgeslacht.’ Lezers zullen vooral verontwaardigd zijn over de onmenselijke behandeling van mensen, maar niet over de impliciet gesuggereerde behandeling van dieren of slachtvee.
Blijkbaar vinden we het normaal om dieren op een manier te behandelen die we bij mensen afschuwelijk vinden. En toch ook weer niet. Wanneer we deze vergelijking omdraaien, stuiten we op een taboe. Vergelijk de behandeling van ‘beesten’ in de veehouderij met slavernij en je stuit op weerstand. De behandeling van dieren vergelijken met intermenselijke uitspattingen, is ‘natuurlijk’ not done. Het wringt dat die vergelijking volgens ons mensen maar een kant op gemaakt mag worden. Terwijl een vergelijking toch altijd twee kanten op geldt.
Respect voor eigenheid
Assertieve dieren die geen genoegen nemen met de beperkingen die zij opgelegd krijgen binnen het houderijsysteem, worden uitgeselecteerd. Initiatiefrijke dieren die staartbijten van verveling, gaan niet door voor fokkerij. Dieren die veel bewegen? Dat kost te veel en kost dus rendement qua groeisnelheid en voederconversie. Leefruimte kost geld en gaat ten koste van het milieu. Het doeldier van de huidige veehouderij heeft zich aangepast aan het systeem. Het is, als ‘ons bezit’, zo gefokt dat het voldoet aan wat wij van het dier willen. Dat het onnatuurlijk snel groeit en/of melk produceert en idealiter nauwelijks ruimte, afleiding en beweging vraagt.
Dierenwelzijn is dan iets meer leefruimte, of wat verrijking in een stal, voor de door ons gehouden dieren.
Voor mij betekent dierenwelzijn iets anders. Het gaat voor mij over respect voor de eigenheid van ieder levend wezen. Een dier, een dier te laten zijn. Vrij, en niet in eigendom van mensen. Ik hoop dat ook anderen die voor deze columnreeks over dierenwelzijn gevraagd zijn, zo redeneren.
Het is een boeiende opdracht om de huidige gigantische menselijke populatie samen te laten gaan met zoveel mogelijk echt dierenwelzijn. Voor ruimte voor dieren in hun natuurlijke omgeving. Als we het gebruik van dieren volledig uit ons voedselsysteem bannen, geeft dit ruimte voor werkelijk respect voor dieren en dus ook voor onszelf. Het bezit en de exploitatie van dieren staat dit nu in de weg. Het helpt wanneer we plantaardig gaan eten. Tachtig procent van het landbouwareaal wordt immers gebruikt voor de veehouderij en het brengt ons slechts 20% van de benodigde voedingswaarde. Wanneer we kiezen voor het nieuwe vlees en zuivel van planten, kunnen we van de landbouwgrond minimaal de helft teruggeven aan de natuur. Geen kwantiteit met duizenden dieren in stallen, maar kwaliteit voor dieren daarbuiten. En voor mensen. Want zelfs met een groeiende wereldbevolking kunnen we op deze wijze op het resterende areaal tien miljard mensen voeden, zonder of met minder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
Ik vind het mooi als mensen relaties aangaan met dieren op basis van respect voor de eigenheid en belangen van het dier. Zoals in het landelijke gebied waar ik woon. Hier wordt niet gejaagd. Dat is direct merkbaar aan het gedrag van de wilde dieren. De hazen en fazanten lopen regelmatig bijna over mijn schoenen en dat is prachtig. Verder laat ik ze. Mijn ideaal is, waar mogelijk, samenleven met dieren die hun eigen autonome natuurlijke leven leiden. Dan ontstaat er ruimte om ons te verwonderen over dat onwaarschijnlijk geraffineerde ecosysteem waarvan we onderdeel zijn. Wanneer wij hier als mensheid in slagen, kunnen we stoppen met ons hoofd te breken over het welzijn van door ons ‘gehouden’ dieren. Houden of laten? Die lijkt me duidelijk. Laat ze…
Dit artikel afdrukken
Blijkbaar speelt het thema niet bij, door mensen vaak aangeduid als, in het wild levende dieren. Gaat dit zo omdat het welzijn van dieren in hun natuurlijke situatie in orde is, of houden we ons er niet voor verantwoordelijk? Ik geloof beide. Doorgaans voel ik me goed bij het wilde leven van dieren, in een gebied waar alleen de regels van de natuur gelden. Dat systeem heb ik als mens niet bedacht en dus hoef ik me er ook niet verantwoordelijk voor te voelen.
De menselijke invloed op het leven en welzijn van dieren, zie ik als overwegend negatief.
Ons taalgebruik onthult hoe we dieren zien
De manier waarop we nu met dieren omgaan, is onhoudbaar. Een grote groep dieren zit gevangen in een systeem, of lijkt ons ‘eigendom’ te zijn geworden. Ons eigen woordgebruik is tekenend voor hoe we dieren zien. Zo gaat het meestal over ‘ons’ vee en ‘onze huisdieren’ als we spreken over dierenwelzijn. Hier klopt voor mij iets niet. Dierenwelzijn gaat voor mij over respect voor de eigenheid van ieder levend wezen. Een dier bezitten, past hier niet bij. De hoeveelheid dieren die mensen zich hebben toegeëigend, is ongekend. Deze dieren, ‘ons vee’ en ‘onze huisdieren’, vormen in massa 60% van alle gewervelde landdieren op aarde, tegen 35 procent mensen en 5 procent oorspronkelijk levende dieren.
‘Ons vee’ en ‘onze huisdieren’, vormen in massa 60% van alle gewervelde landdieren op aarde, tegen 35% mensen en 5% oorspronkelijk levende dierenMaar net als hoe we toch al die dieren ‘bezitten’, gebruiken we meer veelzeggende bewoordingen bij de ons toe geëigende productiedieren. Zo duiden we ze vaak aan met de negatieve term ‘beesten’. Terwijl het hier toch doorgaans gaat over tot schaapmak doorgefokte varkens en koeien die geen mens kwaad doen. Mogelijk vinden we de term beesten onbewust comfortabel omdat het ons legitimeert deze dieren ook zo te behandelen.
Vergelijking geldt twee kanten op
Over die behandeling: wanneer je artikelen leest over het gewelddadig neerslaan van protesten, genocide of slavernij, vind je zinsnedes als ‘mensen werden als beesten bijeen gedreven’, ‘als beesten behandeld’ of ‘afgeslacht.’ Lezers zullen vooral verontwaardigd zijn over de onmenselijke behandeling van mensen, maar niet over de impliciet gesuggereerde behandeling van dieren of slachtvee.
Blijkbaar vinden we het normaal om dieren op een manier te behandelen die we bij mensen afschuwelijk vinden. En toch ook weer niet. Wanneer we deze vergelijking omdraaien, stuiten we op een taboe. Vergelijk de behandeling van ‘beesten’ in de veehouderij met slavernij en je stuit op weerstand. De behandeling van dieren vergelijken met intermenselijke uitspattingen, is ‘natuurlijk’ not done. Het wringt dat die vergelijking volgens ons mensen maar een kant op gemaakt mag worden. Terwijl een vergelijking toch altijd twee kanten op geldt.
Alles wat wij onze kinderen toewensen, ontnemen wij onze productiedieren: assertiviteit, initiatief, beweging, leefruimte en een zo lang mogelijk leven in goede gezondheidNet zoals dat wij nu gelukkig goed begrijpen dat je als mens niet een ander mens kan bezitten, geloof ik dat een dier het beste af is als mensen het zoveel mogelijk ruimte laten. Dieren worden geslacht wanneer ze qua ontwikkeling nog in hun kindertijd verkeren. Van een volwaardig leven is geen sprake. Alles wat wij onze kinderen toewensen, ontnemen wij onze productiedieren: assertiviteit, initiatief, beweging, leefruimte en een zo lang mogelijk leven in goede gezondheid.
Respect voor eigenheid
Assertieve dieren die geen genoegen nemen met de beperkingen die zij opgelegd krijgen binnen het houderijsysteem, worden uitgeselecteerd. Initiatiefrijke dieren die staartbijten van verveling, gaan niet door voor fokkerij. Dieren die veel bewegen? Dat kost te veel en kost dus rendement qua groeisnelheid en voederconversie. Leefruimte kost geld en gaat ten koste van het milieu. Het doeldier van de huidige veehouderij heeft zich aangepast aan het systeem. Het is, als ‘ons bezit’, zo gefokt dat het voldoet aan wat wij van het dier willen. Dat het onnatuurlijk snel groeit en/of melk produceert en idealiter nauwelijks ruimte, afleiding en beweging vraagt.
Dierenwelzijn is dan iets meer leefruimte, of wat verrijking in een stal, voor de door ons gehouden dieren.
Voor mij betekent dierenwelzijn iets anders. Het gaat voor mij over respect voor de eigenheid van ieder levend wezen. Een dier, een dier te laten zijn. Vrij, en niet in eigendom van mensen. Ik hoop dat ook anderen die voor deze columnreeks over dierenwelzijn gevraagd zijn, zo redeneren.
Als we het gebruik van dieren volledig uit ons voedselsysteem bannen, geeft dit ruimte voor werkelijk respect voor dieren en dus ook voor onszelfLaat ze...
Het is een boeiende opdracht om de huidige gigantische menselijke populatie samen te laten gaan met zoveel mogelijk echt dierenwelzijn. Voor ruimte voor dieren in hun natuurlijke omgeving. Als we het gebruik van dieren volledig uit ons voedselsysteem bannen, geeft dit ruimte voor werkelijk respect voor dieren en dus ook voor onszelf. Het bezit en de exploitatie van dieren staat dit nu in de weg. Het helpt wanneer we plantaardig gaan eten. Tachtig procent van het landbouwareaal wordt immers gebruikt voor de veehouderij en het brengt ons slechts 20% van de benodigde voedingswaarde. Wanneer we kiezen voor het nieuwe vlees en zuivel van planten, kunnen we van de landbouwgrond minimaal de helft teruggeven aan de natuur. Geen kwantiteit met duizenden dieren in stallen, maar kwaliteit voor dieren daarbuiten. En voor mensen. Want zelfs met een groeiende wereldbevolking kunnen we op deze wijze op het resterende areaal tien miljard mensen voeden, zonder of met minder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
Ik vind het mooi als mensen relaties aangaan met dieren op basis van respect voor de eigenheid en belangen van het dier. Zoals in het landelijke gebied waar ik woon. Hier wordt niet gejaagd. Dat is direct merkbaar aan het gedrag van de wilde dieren. De hazen en fazanten lopen regelmatig bijna over mijn schoenen en dat is prachtig. Verder laat ik ze. Mijn ideaal is, waar mogelijk, samenleven met dieren die hun eigen autonome natuurlijke leven leiden. Dan ontstaat er ruimte om ons te verwonderen over dat onwaarschijnlijk geraffineerde ecosysteem waarvan we onderdeel zijn. Wanneer wij hier als mensheid in slagen, kunnen we stoppen met ons hoofd te breken over het welzijn van door ons ‘gehouden’ dieren. Houden of laten? Die lijkt me duidelijk. Laat ze…
In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de dierenwelzijnsreeks of het overzicht van de serie.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Leuk punt om te kijken naar hoe we over mensen/dingen/dieren praten! De bewoordingen die we gebruiken zeggen veel. Ze vormen hoe we over zaken denken en vice versa. In het Limburgs gebruiken we trouwens vaak nog het woord dier om het over vliegjes of insecten te hebben, als in: “je hebt een dier in je haar” :)
De eerste zin van het stuk luidt: "Wanneer voelt een dier zich wel?"
Dat is iets waar we alleen maar naar kunnen gissen want we weten niet wat een dier voelt. Gé Backus schreef daar een goed stuk over in deze serie; probeer de signalen van een dier zo goed mogelijk te interpreteren en van daaruit manieren te vinden om het welzijn te verbeteren.
Bovenstaand artikel gaat eigenlijk niet verder op die vraag in, het is vooral een ethisch pleidooi waarin betoogd wordt dat we dieren niet mogen gebruiken en met rust moeten laten. Ingegeven door een menselijk standpunt over hoe we met andere levende wezens zouden moeten omgaan. Een standpunt wat subjectief is en zeker niet door iedereen gedeeld wordt.
Tevens zegt dat dus niets over het welbevinden van het dier in kwestie.
Dromen en fantaseren is goed hoor, dat moeten we blijven doen. Vroeg of laat moeten we wel een keer gaan bezien hoe we onze dromen praktisch kunnen gaan vormgeven. Dan wordt het vaak lastig, doormodderen en niet opgeven wordt dan het motto.
In bovenstaande droomwereld wordt een beeld geschetst van een wereld waarin dieren uitsluitend in een zelf gekozen omgeving leven, niet getemd of anderszins gehinderd door mensen.
Tegelijkertijd wordt gezegd dat de mensheid met gemak gevoed kan worden zonder inschakelen van dieren, laat staan ze op te eten. Ik denk dat dit een illusie is. Zowel bij de productie van planten als bij voeding heb je dieren nodig. Dat het zonder kan, daar heb ik nog nooit een overtuigend verhaal van gezien. Wel veel getallen en sommetjes, maar die kloppen nooit. Minder dieren houden? Waarschijnlijk zou dat moeten kunnen. In ieder geval de productie en consumptie eerlijk verdelen, wereldwijd.
De huidige landbouw en de huidige intensieve veehouderij is echt niet mijn ideale wereld. Er is heel veel te verbeteren. Inderdaad: dieren verdienen respect, net als mensen, maar ook planten. Ook planten moet je niet zomaar plukken, plattrappen, ommaaien, opeten, enz, enz..
Wat mij betreft: blijven doormodderen en optimaliseren, incusief het optimaliseren van respect voor planten en dieren.
Goed punt Gert. Ik vraag me ook af wat de praktische haalbaarheid van bovenstaand droombeeld is, vooral gezien de grote hoeveelheid gedomesticeerde dieren in NL. Maar toch: politiek en beleid moet een balans vinden tussen aan de ene kant toewerken naar bepaalde normatieve droombeelden die we met z’n allen democratisch besluiten, en aan de andere kant pragmatisch blijven doormodderen en optimaliseren, zoals jij zegt. En het doormodderen moet in elk geval de juiste richting uit gaan, al is het eindpunt een droombeeld.
Gert van der Hoek beschrijft in drie zinnen iets wat niet rijmt: 'Minder dieren houden? Waarschijnlijk zou dat moeten kunnen. In ieder geval de productie en consumptie eerlijk verdelen, wereldwijd.'
Consumptie eerlijk verdelen, wereldwijd; daar zijn méér dieren voor nodig.
Jos Hugense, altijd een rekenmachientje bij zich, wijst er op Foodlog nogal eens op: de vleesconsumptie wereldwijd neemt toe. Ook de allerarmste mensen kopen vlees zodra ze het eindelijk iets beter krijgen.