Stel, je bent een koe. Een typisch Nederlandse melkkoe van het ras Holstein-Friesian, om precies te zijn. Ieder jaar baar je een kalf dat je wil verzorgen en voeden. Dat is als zoogdier immers je instinct. Maar vrijwel direct na de geboorte wordt je jong bij je weggehaald. Het is namelijk niet de bedoeling dat het bij jou gaat drinken. De moedermelk die jij nu produceert wordt twee keer per dag door een machine afgetapt. Dag in, dag uit. Er moet nu eenmaal bananenvla of straciatellayoghurt van gemaakt worden voor menselijke consumptie. Net als je buurvrouw loop je mastitis op, een pijnlijke bacteriële infectie aan de uier. Het hoort erbij.

Kalf snel weggehaald
Na een paar maanden word je geïnsemineerd met het zaad van een ‘superstier’ en negen maanden later baar je opnieuw een jong. Ook dat kalfje wordt, net nadat je het hebt kunnen schoonlikken, met een kruiwagen afgevoerd. Als je zes bent, en vier kalfjes hebt gebaard, begin je minder melk te geven. Je kunt wel twintig worden, maar als melkkoe ben je nu al uitgeput en niet meer ‘rendabel’. Je wordt naar het slachthuis vervoerd.

Daar sta je nu, in de rij te wachten tot er een stalen pin door je hoofd wordt geschoten. Je uier bungelt als een skippybal tussen je achterpoten. Morgen ben je een hamburger. Je loopt niet meteen door als je aan de beurt bent, maar de slachthuismedewerker slaat je niet. Er hangt namelijk een camera in de ruimte, die zijn handelingen registreert. En slaan mag niet. Dat is belangrijk, voor het dierenwelzijn. Je leeft immers in een beschaafd land. Opgelucht zet je je de laatste stappen: het luik valt achter je dicht.

Daar sta je nu, in de rij te wachten tot er een stalen pin door je hoofd wordt geschoten. Je uier bungelt als een skippybal tussen je achterpoten
Moedermelk van een ander dier drinken
Gelukkig ben jij een mens en hoef je niets van dit alles te ondergaan. Maar als burger en consument heb je wel de verantwoordelijkheid om goed over de bovenstaande gang van zaken na te denken. Hoe ‘natuurlijk’ is het voor een mens om moedermelk van een ander dier te consumeren? Klopt het eigenlijk wel dat een koe gewoon melk ‘geeft’? Is mijn griesmeelpuddinkje belangrijker dan het leven van een dier dat kan voelen en lijden?

Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet ‘tegen’ dierenwelzijn. Ik ben vóór iedere verbetering in het leven van een dier dat slachtoffer is in onze bio-industrie. Maar het is nooit een eindpunt. Dierenwelzijn is een tussenstation op de weg naar het einddoel: dierenrechten.

Dierenwelzijn halfslachtig lapmiddel
Het is mooi dat er camera’s hangen in het slachthuis waar je, als koe, een stalen pin door je hoofd gedreven krijgt. Ik ben blij dat je in je laatste minuten niet nóg meer onnodig lijdt doordat een ongeduldige slachthuismedewerker je met een stok op je botten slaat. Maar ik, en al die andere mensen die zich keihard inzetten voor dierenrechten, zullen pas opgelucht ademhalen als jij bevrijd bent uit de bio-industrie. Om dit voor elkaar te krijgen moeten we ons richten op systeemverandering. Geen halfslachtige lapmiddelen als ‘dierenwelzijn’, maar het verankeren van dierenrechten in de grondwet.

En tot het zover is: draag niet bij aan de exploitatie van moederkoeien. Kies voor plantaardige zuivel.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de dierenwelzijnsreeks of het overzicht van de serie.
Dit artikel afdrukken