Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik denk: “Wist ik dat maar.” Uiteraard probeer ik mijn kat een zo goed mogelijk leven te geven, evenals ik dat in mijn jeugd deed voor mijn muizen, cavia’s en goudvissen en later voor de verschillende katten en de ‘hond met rugzakje’. Maar was wat ik deed voor de dieren werkelijk altijd het beste? En wat te denken over dieren wat verder van huis?

Opgesloten wilde dieren in de bontindustrie
Dieren in de bontindustrie hebben een verschrikkelijk leven. Dat zie je direct, zonder ooit maar een letter wetenschappelijk onderzoek te hebben gelezen. De van oorsprong wilde dieren zitten in veel te kleine draadstalen kooien, ze vervelen zich vreselijk omdat ze geen kant op kunnen en verwonden daarom zichzelf en hun hokgenoten. Ook vertonen ze stereotiep gedrag. Begrijpelijk, een nerts bijvoorbeeld is van nature een solitair dier met een groot leefgebied bij het water, maar zit in de bontfokkerij in een hokje waar ze net in past met haar kroost, pal naast andere hokken met soortgenoten. Datzelfde geldt voor de andere wilde dieren die voor bont worden gefokt, zoals vossen en wasbeerhonden. Nogmaals, onbegrijpelijk dat er mensen zijn die beweren dat deze dieren het goed hebben wanneer ze hun natuurlijke gedrag niet kunnen vertonen.

Onbegrijpelijk dat er mensen zijn die beweren dat wilde dieren het goed hebben wanneer ze hun natuurlijke gedrag niet kunnen vertonen
Verveling, verrijking en verdriet
De dieren in de vee-industrie zijn iets minder wild, maar ook hier denk ik meestal goed te kunnen zien wanneer ze zich niet gelukkig voelen. Een varken in een kooi met veel te veel biggetjes die om haar aandacht vragen! Zodra ze de kans krijgt, springt ze de modderpoel in. Dus die beweringen dat het beestje toch niet beter weet en er genoeg vermaak is (in de vorm van een bal of anderszins iets dat ‘verrijking’ wordt genoemd), die geloof ik niet. Hetzelfde geldt voor koeien, kippen, geiten en al die andere dieren die op zo efficiënt mogelijke wijze worden gehouden, opdat de kosten zo laag mogelijk blijven.

Kalf bij koe
Onlangs zag ik in de Keuringsdienst van Waarde een item over het weghalen van een kalfje bij de moeder, meteen na de geboorte. De meningen waren daarover verdeeld. Tot mijn verbazing was er zelfs een biologische boer die vond dat meteen weghalen beter was voor het welzijn, omdat er dan geen band kon ontstaan. Na drie maanden is die band er wel en zou het afscheid veel zwaarder zijn voor moeder en kind. Zou dat werkelijk zo werken? Ik geloof het niet. Maar dat is ook op basis van menselijke reacties: in de verhalen die ik lees over moeders van wie het kind direct na de geboorte is weggenomen, klinkt meestal een diep gemis. Een ander gemis dan wanneer het kind op (bijna) volwassen leeftijd het ouderlijk huis verlaat.

Vanuit menselijk perspectief
Als ik mijn eigen huisdierenverleden overzie, heb ik van zowel de muizen als de cavia’s als de goudvissen als de katten als de hond het idee dat ze best tevreden waren. En als ze het ergens niet mee eens waren, lieten ze dat merken. Door te grommen, te miauwen, in de gordijnen te gaan hangen, op m’n hoofd te gaan zitten. En soms kregen ze dan hun zin en soms ook niet. Is dat zielig? Dat geloof ik niet. Ik heb in elk geval m’n best gedaan om altijd zo goed mogelijk voor ze te zijn. In mijn jeugd en ook daarna nog wel vooral vanuit menselijk perspectief bepaald. Dat doe ik inmiddels een stuk minder, maar ik vind het nog steeds best lastig om niet vanuit menselijke waarden te beoordelen of een dier iets prettig vindt of niet.

Toch voelt het alsof het nooit goed genoeg is. Wat zouden ze zien, horen, voelen, willen?
Hoewel ik in de 'bubble’ zit, constateer ik dagelijks dat ik nog lang niet alles over dieren weet. Ik leer elke dag bij en kom tot nieuwe inzichten. Veel op basis van wetenschappelijk onderzoek, maar óók door op de dieren te letten, naar ze te kijken, te proberen me in ze te verplaatsen. Toch voelt het alsof het nooit goed genoeg is. Wat zouden ze zien, horen, voelen, willen?

Dierentaal
Het onderzoek naar dierentaal, naar hoe wij dieren kunnen begrijpen, neem ik vol interesse tot me. En probeer ik zo veel mogelijk toe te passen in de dagelijkse omgang met dieren. Wat ik me afvraag, is of we als samenleving uiteindelijk beter met dieren zouden omgaan als we werkelijk weten wat ze voelen. Voor velen is dat wellicht een ongemakkelijke vraag. Zouden we het dan nog steeds normaal vinden om ze levenslang op te sluiten en te gebruiken als modeaccesoire of voedsel? Blijven we dan hun belangen negeren en stellen we onze normen niet of nauwelijks bij, omdat er nou eenmaal een hoop geld mee kan worden verdiend?

Het blijft me intrigeren. Wanneer voelt een dier zich werkelijk wel? Wist ik het maar.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de dierenwelzijnsreeks of het overzicht van de serie.
Dit artikel afdrukken