image

Verdwijnen de speciaalzaken door falend overheidsbeleid of door iedereen uit de markt duwende supermarkten en hun goedkoopte ziekte?

Het aantal versspeciaalzaken (slagers, bakkers, groenteboeren, poeliers en kaas- en delicatessenwinkels) neemt af. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door gedwongen sluitingen ten gevolge van herontwikkeling van winkelgebieden èn door onvoldoende vestigingsmogelijkheden in nieuwe winkelgebieden. Hierdoor verdwijnen de ooit aantrekkelijke, want gevarieerde, winkelgebieden en ligt het accent steeds meer op winkelcentra met steeds dezelfde winkelketens. Oorzaak is de vaak grote ambitie van gemeenten en projectontwikkelaars om maar nieuwe winkelgebieden te blijven ontwikkelen of uit te breiden. De nieuwe winkels worden voor hoge prijzen verhuurd waardoor de kleinere ondernemer buiten de boot valt of alleen maar op een onaantrekkelijke plek in het winkelcentrum iets kan huren. Bovendien worden winkelgebieden soms zo dicht bij elkaar ontwikkeld dat de winkels in twee winkelcentra elkaar letterlijk kapot concurreren Dat is volgens brancheorganisaties alléén te voorkomen als gemeenten lokale detailhandelsnota’s vaststellen, waarin een evenwichtige spreiding van winkelgebieden op lokaal niveau wordt vastgelegd en waarin uitgangspunten voor de branchering worden vastgesteld. Branchering betekent een evenwichtige verdeling tussen de verschillende branches die ook in stand gehouden wordt als er een winkel verdwijnt. Dit is te bereiken door aan de gemeentelijke detailhandelsnota een draagvlakanalyse toe te voegen; hierin is geanalyseerd wat het draagvlak is voor de diverse branches en dit zou richtinggevend moeten zijn voor de branches die zich kunnen vestigen. Concurrentie tussen gemeenten kan worden voorkomen als de provinciale overheid in samenspraak met ondernemers en vastgoedpartijen komt tot regionaal beleid. Verhuurders moeten iets doen aan de hoge vierkante meterprijzen en het uitgangspunt moet zijn ‘nieuw voor oud’: er moeten geen nieuwe winkelgebieden ten koste van oude winkelgebieden worden ontwikkeld. Er zijn teveel vierkante winkelmeters; de afgelopen jaar is er bijna 70% bijgekomen. Verder zou natuurlijk aangesloten moeten worden bij de wijkenaanpak van minister Vogelaar. Juist daarin moet aandacht worden besteed aan de problematiek van ondernemers. Winkelcentra vormen het kloppend hart van een wijk en zorgen voor sociale samenhang.


Rol brancheorganisaties
De brancheorganisaties die de belangen van deze groepen versspeciaalzaken behartigen (KNS, NBOV, NPBW, ADN en Vakcentrum), hebben de krachten gebundeld. Zij zullen gezamenlijk de dialoog aangaan met lokale en provinciale overheden en met de beslissers in de vastgoedwereld. Streven is weer te komen tot aantrekkelijke winkelcentra met een gevarieerd winkelaanbod met daarin een prominente plaats voor de versspeciaalzaken. Gesprekken met vastgoedpartijen wijzen erop dat deze graag met de brancheorganisaties hierover het gesprek aangaan. Zij zijn zelf ook groot voorstander van winkelgebieden met een gevarieerd aanbod. Dat betekent dat unieke en aantrekkelijke winkels als de versspeciaalzaken op goede plekken in winkelgebieden moeten zitten waarbij geprofiteerd kan worden van koopstromen die in de directe omgeving plaatsvinden.


Daarnaast moet door de verhuurders iets aan de huurprijs worden gedaan want kleine winkeliers zijn nu eenmaal niet in staat dezelfde vierkante meterprijs te betalen als grote ketens. Dat kan door de huurprijs te verlagen of door het invoeren van een zogenaamde omzethuur. Hierbij wordt een vast percentage van de huur afgedragen en dat biedt de kleine winkelier meer zekerheid, maar ook perspectief voor de verhuurder want als het goed gaat met de ondernemer, dan gaat het ook goed met de huur. Verder is het streven succesvolle samenwerkingsvormen tussen versondernemers te kopiëren op zoveel mogelijk plaatsen in Nederland. Daarnaast zal veel aandacht worden besteed aan nieuwe ondernemers. Jonge vakmensen die zelf een bedrijf willen starten, krijgen van de brancheorganisaties begeleiding op alle elementen van de bedrijfsvoering, maar deze groep wordt ook gefaciliteerd door afspraken te maken met banken over soepelere financierings-mogelijkheden. De Rabobank doet dat bijvoorbeeld in sommige delen van Nederland al en andere banken moeten dit goede voorbeeld volgen. Een andere mogelijkheid is het inrichten van startersfondsen. De gemeente Den Haag en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling hebben gezamenlijk een kapitaal beschikbaar gesteld waarmee nieuwe bedrijven kunnen worden gefinancierd. De financiering uit dit startersfonds betreft een rentedragende lening van maximaal € 50.000. Ook dit soort initiatieven moeten door andere gemeenten worden nagevolgd. Deskundig en modern ondernemerschap is een onderliggende voorwaarde waar brancheorganisaties i.s.m. opleidingsorganen op in zetten. Brancheorganisaties als KNS zijn nauw betrokken bij en vertegenwoordigd in relevante besturen en commissies om invloed uit te oefenen op zaken als kwalificatiestructuur, opleidingsaanbod en examinering. Verssectoren kunnen rekenen op een passend opleidingsaanbod (o.a. van de Slagers Vakopleiding) voor alle in de branches voorkomende beroepen en functies.


bron: culinairnet
Dit artikel afdrukken