Het voedselkeuzelogo is bedoeld om consumenten op de voorkant van verpakkingen te informeren over het product en werd officieel goedgekeurd door Frankrijk in 2017. Sindsdien kozen ook België, Spanje, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Zwitserland officieel voor het logo.

Dat kon een stroom valse informatie niet wegnemen. Sterker nog, de discussies binnen de Europese Unie over de keuze voor één verplicht voedingslogo voor Europa, lieten die stroom verder groeien.

We maken onderscheid tussen legitieme kritiek die het wetenschappelijke debat dient en gaat over de beperkingen van de Nutri-Score in zijn huidige vorm en de misleidende informatie die circuleert op sociale netwerken en in bepaalde media. Hieronder gaan we in op de belangrijkste valse berichten.

'De Nutri-Score is simplistisch en beperkend'
De bijvoeglijke naamwoorden maken deel uit van het gebruikelijke taalgebruik van de lobby's van de levensmiddelenindustrie en worden ook door een aantal wetenschappers gebruikt. Maar de Nutri-score is helemaal niet 'simplistisch en beperkend'. In feite is het logo 'eenvoudig en synthetisch', het vat de algemene voedingskwaliteit van voedingsmiddelen samen op een manier die intuïtief is en gemakkelijk te begrijpen voor iedereen. Dat is belangrijk want de tijd die nodig is om voor het schap een keuze en koopbeslissing te nemen bedraagt maar enkele seconden.

Achter de ogenschijnlijke eenvoud, bedoeld om het voor consumenten gemakkelijker te maken om het logo te begrijpen, gaat veel wetenschappelijk onderzoek schuil. Dit betreft enerzijds de berekeningsmethode - waarin de voedingsbestanddelen zijn opgenomen die van belang zijn voor de volksgezondheid (die welke moeten worden gepromoot en die waarvan de consumptie moet worden beperkt) - en anderzijds de wetenschappelijke validatie van het algoritme.

Of een voedingsmiddel gezond of ongezond is, hangt niet alleen samen met hoe veel en hoe vaak je het eet, maar ook met de algehele voedingsbalans van de consument
De Nutri-Score zou bepaalde voedingsmiddelen stigmatiseren en ongerustheid veroorzaken bij consumenten
Het heeft geen zin om te zeggen dat de Nutri-Score stigmatiserend is voor bepaalde voedingsmiddelen: het logo verzint niets, maar karakteriseert gewoon de realiteit van de algehele voedingssamenstelling van voedingsmiddelen en objectiveert de verschillen in voedingskwaliteit die tussen deze voedingsmiddelen bestaan. Deze verschillen zijn niet gemakkelijk te onderscheiden bij het lezen van de onbegrijpelijke en vaak onleesbare voedingswaardetabellen die verplicht op de achterkant van voedingsmiddelen staan.

De Nutri-Score is ontworpen in lijn met wetenschappelijk vastgestelde voedingsrichtlijnen voor de volksgezondheid, die aanbevelen om de consumptie van bepaalde voedingsmiddelen te beperken, zoals voedingsmiddelen die te zoet, te vet of te zout zijn, vleeswaren, kaas, enzovoort. Dankzij de Nutri-Score zijn deze voedingsmiddelen gemakkelijk herkenbaar aan een oranje of rode kleur, wat consumenten aanmoedigt om er slechts af en toe en/of in kleinere hoeveelheden van te eten. Zonder iets te verbieden...

Het is belangrijk om te onthouden dat het doel van een voedingslogo zoals Nutri-Score niet is om voedingsmiddelen te classificeren als 'gezond' of 'ongezond', in absolute termen, zoals een binair goed/fout-logo zou doen. Dat moet je niet willen voor een voedingslogo. Of een voedingsmiddel gezond of ongezond is, hangt namelijk niet alleen samen met hoe veel en hoe vaak je het eet, maar ook met de algehele voedingsbalans van de consument (de voedingsbalans is niet gebaseerd op de consumptie van één voedingsmiddel, of zelfs maar op één maaltijd of één dag...).

Terwijl tegenstanders van de Nutri-Score het logo soms beschrijven als 'schuldgevoelens opwekkend', 'infantiliserend' of 'angst aanjagend' voor consumenten, komt daar nog eens bij dat er tot op heden geen wetenschappelijk werk of serieuze studie is die zulke beweringen ondersteunt.

Integendeel, talrijke onderzoeken gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijdschriften, tonen aan dat consumenten de Nutri-Score prima herkennen en begrijpen, vooral kansarme groepen. Het logo wordt gewaardeerd en zelfs gesteund door 90% van de consumenten, die het graag verplicht zouden zien.

Terwijl tegenstanders van de Nutri-Score het logo soms beschrijven als 'schuldgevoelens opwekkend', 'infantiliserend' of 'angst aanjagend' voor consumenten, is er momenteel geen wetenschappelijk werk of serieuze studie die deze beweringen ondersteunt
Benadeelt de Nutri-Score traditionele voedingsmiddelen, met name BOB/BGA-producten, die "goede" producten zijn?
Nee. De Nutri-Score houdt alleen rekening met de voedingssamenstelling van voedingsmiddelen, of ze nu uit een traditie voortkomen of een beschermde oorsprongslabel hebben.

BOB/BGA-labels (Beschermde Oorsprongsbenaming en Beschermde Geografische Aanduiding) geven aan dat een voedingsmiddel verbonden is met het land, geproduceerd is volgens een knowhow die vaak van generatie op generatie is doorgegeven en deel uitmaakt van het culinaire erfgoed. Het begrip "voedingskwaliteit" maakt echter geen deel uit van hun definitie, en speelt dus ook niet mee bij het verkrijgen van de toekenning. Daar zijn herkomstlabels niet voor bedoeld.

Dus zelfs met een BOB of BGA label blijft vet, zoet of zout voedsel vet, zoet of zout. Maar in tegenstelling tot wat wordt beweerd door degenen die dit argument gebruiken (met name producenten van kaas en vleeswaren), krijgen niet alle traditionele voedingsmiddelen een slechte Nutri-Score.

Een recent onderzoek van de Franse consumentenorganisatie UFC Que Choisir toonde aan dat 62% van de traditionele voedingsmiddelen wordt geclassificeerd als A, B of C. Alleen kazen en vleeswaren krijgen een D en E, vanwege hun gehalte aan verzadigde vetzuren en zout (sommige kazen en vleeswaren, die minder vet en zout zijn, classificeren zich als C).

Dit betekent absoluut niet dat deze producten niet gegeten mogen worden, maar het feit dat ze een Nutri-Score D of E hebben, betekent gewoon niets anders dan dat ze in beperkte hoeveelheden (of minder vaak) gegeten moeten worden.

Het afbeelden van de Nutri-Score naast de herkomstlabels is volledig in lijn met het concept van 'minder consumeren, maar beter'... Als je uiteindelijk volgens de Nutri-Score iets minder moet gaan eten van bepaalde producten maar gebonden bent aan hetzelfde budget, kunnen de herkomstlabels je helpen om kwalitatieve, lokale en ambachtelijke producten te kiezen.

Zelfs met een BOB of BGA-label blijft vet, zoet of zout voedsel vet, zoet of zout
De Nutri-Score zou het mediterrane dieet benadelen, ook al is het goed voor de gezondheid
De Italiaanse vleeswaren- en kaaslobby's proberen mensen te laten geloven dat Nutri-Score tegen het mediterrane dieet is, met het argument dat Italiaanse vleeswaren en kazen een Nutri-Score D of E krijgen (vanwege hun hoge zout- en verzadigd vetgehalte), ook al zijn ze volgens hen pijlers van het mediterrane dieetmodel.

Dit argument is misleidend, omdat het de voedingsmiddelen die symbool staan voor het gastronomische erfgoed van Italië verwart met de voedingsmiddelen die worden aanbevolen in het mediterrane dieet. Voedingsdeskundigen zijn van mening dat het mediterrane dieet, dat de gezondheid bevordert, op geen enkele manier kaas en gerookt vlees (Italiaans of niet) promoot.

Het mediterrane dieet kenmerkt zich door een overvloedige consumptie van fruit en groenten, peulvruchten, volkoren granen, een matige consumptie van vis en een beperkte consumptie van vlees, vleeswaren, kaas en zoete, vette en zoute voedingsmiddelen. Ook is het gebruik van olijfolie aanbevolen bij de toegevoegde vetten, zoals blijkt uit de C-classificatie (en binnenkort B als gevolg van de bijgewerkte Nutri-Score), de best mogelijke score voor plantaardige oliën.

De Nutri-Score is misleidend omdat het geen rekening houdt met ultra-processing of additieven
In zijn huidige versie geeft de Nutri-Score alleen informatie over de voedingskwaliteit van voedingsmiddelen en neemt het algoritme geen andere aspecten mee die de gezondheid van voedingsmiddelen kunnen beïnvloeden, zoals de mate van (ultra)bewerking, de aanwezigheid van additieven, neo-getransformeerde stoffen (denk aan 3D-geprinte producten) of residuen van pesticiden.

De reden hiervoor is simpel: het is op dit moment met de beschikbare wetenschappelijke gegevens niet mogelijk om deze dimensies mee te nemen en te wegen in de berekening van een enkele indicator, en ze daarom te aggregeren in een enkel logo. Hoe belangrijk ze ook zijn, om deze reden zijn deze dimensies niet opgenomen in welk gevalideerd voedingslogo ter wereld dan ook.

Dit is een beperking van voedingslogo's (en niet alleen de Nutri-Score) die geaccepteerd moet worden. Het is daarom noodzakelijk om extra informatie op te nemen over de verschillende gezondheidsaspecten van voedingsmiddelen (sterk bewerkt, biologische voedingsmiddelen, etcetera.). De ontwerpers van de Nutri-Score hebben bijvoorbeeld een aanpassing van de Nutri-Score voorgesteld en getest met de toevoeging van een zwarte band rond het logo om aan te geven dat een voedingsmiddel sterk bewerkt is.

Het gebruik van een standaardhoeveelheid, zoals 100 gram, is de beste manier om geldige vergelijkingen tussen voedingsmiddelen te maken. Deze gemeenschappelijke noemer maakt het mogelijk om 100 ml olijfolie te vergelijken met 100 ml van een andere olie; 100 g ontbijtgranen met 100 g van andere granen; 100 g van een pizza met 100 g van een andere pizza; 100 g Emmentaler met 100 g Maroilles, Roquefort of mozzarella
Vooruitgang in kennis over de invloed van additieven en andere industriële ingrediënten op de gezondheid zal ongetwijfeld betekenen dat het Nutri-Score algoritme uiteindelijk zal evolueren om ook deze parameters mee te kunnen nemen. Hoe dan ook vereist dit nog steeds veel onderzoek (epidemiologisch, klinisch, experimenteel) en deskundige beoordeling om te beslissen over het niveau van bewijs.

De Nutri-Score zou absurd zijn, want die wordt berekend per 100g, maar we eten geen 100g kaas, mayonaise of broodbeleg...
De keuze voor deze weergave is ingegeven door het feit dat de beschikbare gegevens over de voedingssamenstelling van voedingsmiddelen, en dus de gegevens die bruikbaar zijn om een voedingslogo te genereren, de gegevens zijn in de verplichte voedingstabel die op de achterkant van verpakkingen staat. Dit is vastgelegd in Europese regelgeving. Diezelfde regelgeving schrijft voor dat deze gegevens moeten per 100g (of 100ml) worden weergegeven.

Daar komt bij dat het onmogelijk is portiegroottes voor elk voedingsmiddel te definiëren, omdat deze moeten worden aangepast aan de energiebehoeften van elk individu. Deze behoeften verschillen echter naargelang leeftijd, geslacht, groeiperiode (voor kinderen), zwangerschap, fysieke activiteit, enzovoort.

Een ander probleem is dat de portiegroottes op verpakkingen niet gestandaardiseerd zijn; ze worden door de fabrikanten zelf vastgesteld. Heel vaak zijn die voorgestelde porties echter veel kleiner dan de werkelijk gegeten porties, waardoor consumenten de indruk krijgen dat ze minder vet, suiker of zout eten dan ze in werkelijkheid doen. Zo is de aangegeven portiegrootte van een chocoladereep bijvoorbeeld de helft van die als één geheel voorverpakte reep. Ook al wordt die als portieverpakking verkocht.

Het gebruik van een standaardhoeveelheid, zoals 100 g, is de beste keuze om geldige vergelijkingen tussen voedingsmiddelen te maken zonder schattingsfouten te veroorzaken. Deze gemeenschappelijke noemer maakt het mogelijk om 100 ml olijfolie te vergelijken met 100 ml van een andere olie; 100 g ontbijtgranen met 100 g van andere granen; 100 g van een pizza met 100 g van een andere pizza; 100 g Emmenthal kaas met 100 g Maroilles, Roquefort of mozzarella kaas, enzovoort. Op dezelfde manier waarop productprijzen over het algemeen worden berekend door prijzen per kilo te vergelijken...

Met het oog op het belang van de volksgezondheid, moet de inzet van de Nutri-Score worden aangevuld met andere maatregelen, waaronder voorlichting, regulering van reclame en marketing, en verbeterde toegang voor iedereen tot voedingsmiddelen van goede voedingskwaliteit. Al deze benaderingen sluiten elkaar niet uit. Integendeel, ze vullen elkaar natuurlijk aan
Nutri-Score bevat niet alle voedingsbestanddelen van voedingsmiddelen die van belang zijn voor de gezondheid
Geen enkel voedingslogo kan àlle interessante voedingsstoffen in voedingsmiddelen omvatten: vitaminen, mineralen, polyfenolen, vrije suikers, soorten vetzuren, etc. Dit heeft een praktische reden: gegevens over de samenstelling van deze elementen zijn niet beschikbaar. In feite maken ze geen deel uit van de voedingswaardedeclaratie zoals die verplicht is gesteld in de Europese regelgeving (INCO-verordening). Dat betekent dat ze niet kunnen worden meegenomen bij de ontwikkeling van een voedingslogo.

Daar komt bij dat er een zeer rigoureus wetenschappelijk proces met talloze onderzoeken is gebruikt om de voedingsstoffen of elementen te rechtvaardigen die zijn opgenomen in het algoritme voor de berekening van de Nutri-Score en om, door middel van gevoeligheidsstudies, hun aantal te beperken en redundantie tussen elementen te voorkomen.

Het algoritme voor het berekenen van de Nutri-Score is al veranderd, wat bewijst dat het geen wetenschappelijke basis heeft
Al bij de eerste introductie door wetenschappers in 2014, en zoals overeengekomen toen het werd aangenomen in Frankrijk in 2017 (en vervolgens in andere Europese landen), was voorzien dat het algoritme voor de berekening van de Nutri-Score zou evolueren. Het algoritme wordt regelmatig herzien op basis van ontwikkelingen in de wetenschappelijke kennis en voedingsaanbevelingen, die worden verfijnd in overeenstemming met deze nieuwe kennis, en veranderingen op de voedingsmarkt (zoals het verschijnen van nieuwe producten, innovaties en herformuleringen).

Het is dus volkomen normaal en wenselijk dat de Nutri-Score regelmatig wordt bijgewerkt (om de 3 jaar). Daarom is er een Europees wetenschappelijk comité opgericht in het kader van het transnationale beheer van de Nutri-Score, waarin de 7 landen die de score hebben ingevoerd, verenigd zijn. Het comité bestaat uit onafhankelijke experts en is verantwoordelijk voor het bijwerken van de Nutri-Score.

Na 2 jaar intensief wetenschappelijk werk, dat begon in 2021, heeft dit comité nieuwe berekeningsmanieren voorgesteld voor de Nutri-Score die van invloed zijn op een beperkt aantal voedingsmiddelen. Deze veranderingen resulteren met name in slechtere scores voor meer zoete en hartige producten (ontbijtgranen, yoghurtdranken en gezoete melkdranken, kant-en-klaarmaaltijden, pizza's ), rood vlees en gesuikerde dranken. Daarentegen verbeteren ze de score voor andere voedingsmiddelen (volkorenproducten, olijfolie, minder zoute kazen).

Nutri-Score heeft geen zin: voedingseducatie is voldoende
Natuurlijk sluiten deze twee strategieën elkaar niet uit! De Nutri-Score maakt deel uit van een voedingsbeleid dat gericht is op de volksgezondheid. Geen enkele wetenschapper gelooft dat de Nutri-Score alleen alle voedingsproblemen kan oplossen.

Gezien de volksgezondheidskwesties die op het spel staan, moet de inzet van de Nutri-Score worden aangevuld met andere maatregelen, waaronder voorlichting, regulering van reclame en marketing, en verbeterde toegang voor iedereen tot voedingsmiddelen van goede voedingskwaliteit. Al deze benaderingen sluiten elkaar niet uit. Integendeel, ze vullen elkaar natuurlijk aan.

Er wordt in feite nog veel meer nepnieuws verspreid door de lobby's, waarvan sommige ongelooflijk fantasievol en zelfs samenzweerderig zijn. Je zou gaan glimlachen om de absurditeit van de gehanteerde argumenten als die het debat over volksgezondheid niet zouden vervuilen.

Het is van groot belang om de valse argumenten te ontmaskeren die bedoeld zijn om de uitrol van de Nutri-Score te voorkomen en vaak gebruikt worden door lobby's om ten koste van de volksgezondheid twijfel te zaaien en puur economische belangen te verdedigen.

Dit artikel is oorspronkelijk in het Frans verschenen in The Conversation en vertaald door Foodlog.

De auteurs zijn respectievelijk:
  • Serge Hercberg, emeritus hoogleraar Voeding Sorbonne Paris Nord University (Paris 13) - Ziekenhuisarts Afdeling Volksgezondheid, Avicenne-ziekenhuis (AP-HP), Onderzoeksteam nutritionele epidemiologie, U1153 Inserm, INRA, CNAM, Sorbonne Paris Nord University
  • Chantal Julia, universitair hoofddocent, Université Paris 13, ziekenhuisarts, Hôpital Avicenne (AP-HP), Equipe de Recherche en Epidémiologie Nutritionnelle, U1153 Inserm,Inra,Cnam, Université Sorbonne Paris Nord
  • Mathilde Touvier, directeur van het onderzoeksteam voedingsepidemiologie, U1153 Inserm,Inra,Cnam, Universiteit Sorbonne Paris Nord, Inserm
  • Pilar Galan, medisch voedingsdeskundige, INRAe Onderzoeksdirecteur, Equipe de Recherche en Epidémiologie Nutritionnelle, U1153 Inserm, Université de Paris, Université Sorbonne Paris Nord, Cnam, INRAe

Belangenverklaring
Chantal Julia heeft financiering ontvangen voor onderzoeksprojecten van Santé Publique France, het Institut National du Cancer en het Franse ministerie van Volksgezondheid.
Mathilde Touvier heeft financiering ontvangen van het Institut National du Cancer en de Fondation pour la Recherche Médicale.
Pilar Galan en Serge Hercberg werken niet voor, adviseren niet, bezitten geen aandelen in en ontvangen geen fondsen van organisaties die zouden kunnen profiteren van dit artikel en hebben geen andere affiliatie aangegeven dan hun academische positie.
In Nederland blijft de Nutri-Score onderwerp van gesprek. Voedingsexperts zijn niet enthousiast. Een onderzoek dat verscheen in Economisch Statistische Berichten vond dat het logo niettemin kan rekenen op de welwillendheid van het publiek. De Keuringsdienst van Waarde bekritiseerde het logo omdat met eenvoudige ingrijpen een E kan worden omgetoverd in een B. Volgens Suzanne van der Pijl van bureau Schuttelaar is dergelijke innovatie juist de winst van het logo.
Dit artikel afdrukken