Verse groenten en kruiden
Zodra de bolling van een zeil aan de einder werd waargenomen, plukten hun vrouwen een schort vol met allerlei groenten, snoeiden ferm de potten met bazielkruid (Ocimum basilicum) en haalden hun mooiste olijfolie tevoorschijn. Ze maakten heerlijke minestrone di verdure (groentesoep) en verrijkten die in het bord met een lepeltje vers gemaakte pesto van bazielkruid. Met het geduld van de ware zeemansvrouw wreven ze het geurige basilicumblad samen met knoflook, pijnboompitten en een pieperig greepje grof zeezout in een stenen vijzel tot moes. Deze werd aangelengd met de grassige Ligurische olijfolie en pittig op smaak gebracht met heel fijn geraspte Parmigiano Reggiano en Pecorino Sardo. Die laatste is een harde kaas van de volle melk van een Sardijns schapenras; deze pecorino is veel geuriger en minder zout dan Pecorino Romano.
Voor de Genuese zeeman was er geen mooier welkom thuis dan een groot bord vers gemaakte groentesoep verrijkt met een geurige dot smaragdgroene pesto. De Ligurische pesto heeft in de loop der eeuwen uiteindelijk zijn weg gevonden naar andere regionale keukens van Italië, waar deze rauwe saus goedkeurend werd omarmd in de keuken. Het is ondenkbaar dat een Liguriër zijn pesto over enig andere pastasoort zal eten dan zijn geliefde trenette (smalle lintmacaroni). Niet-Liguriërs zijn in deze minder orthodox - althans waar het pasta met pesto betreft; zij eten deze saus veelal over spaghetti, tagliatelle (bredere lintmacaroni) of penne rigate (schuin afgesneden, korte buisvormige pasta).
Mario Uva
Voor Mario Uva, de in 2013 overleden restaurateur uit Neck, schreef en redigeerde ik lang, lang geleden zijn eerste kookboek, Bijzondere Recepten van Mario. Tussen het werken aan de recepten en de mise en place (voorbereidende werkzaamheden) voor het restaurant door, maakte hij altijd tussen de middag voor zijn gezin (met mij erbij nu en dan als pottenkijker) een makkelijk pastagerecht. Mijn favorieten waren spaghetti met zijn overheerlijke tomatensaus, met knoflook en olijfolie of met verse pesto (dagelijks vers gemaakt voor het restaurant).
'Vergine' olijfolie
Mario’s culinaire wortels lagen in het zeer warme Calabrië in de punt van de laars. Zijn spaghetti al pesto was vederlicht op de maag, omdat hij voor de koude basilicumsaus nooit 'extra vergine' olijfolie gebruikte maar gewone 'vergine' olijfolie. Hij vond het verspilling dure en zeer smaakrijke olijfolie van de eerste persing te gebruiken voor pesto, waarvan de smaak gedomineerd wordt door de intense smaak van het basilicumblad. Bovendien vond hij het gebruik van 'extra vergine' in de pesto troppo pesante - te zwaar op de maag! Daarin herken je de Zuid-Italiaan die hij was en bleef, altijd strevend naar zuivere, ongecompliceerde smaken die hun doel niet voorbij streven. Juist dat is grote kunst.
Nu dat basilicumplanten buiten in de pot mooi vol in hun blad zitten – voor wie ze voor die vraatzuchtige slakken heeft weten te behoeden – is het juiste moment aangebroken regelmatig verse pesto te maken. Ter herinnering aan Mario Uva die tot de eerste generatie zeer succesvolle Italiaanse restaurateurs in Nederland behoorde, hierbij zijn recept voor de eenvoudige spaghetti al pesto, die met een beetje goede wil binnen ieders bereik ligt in de keuken.
Spaghetti al pesto.
Benodigd voor 4 personen:
- 400 g gedroogde spaghetti (maat nr. 3)
- 2 volle eetlepels verse pesto
- vers geraspte Parmigiano Reggiano
voor de pesto *
- 50 g basilicumblad
- ½ gepeld teentje knoflook (ontdaan van groene kern)
- 20 g pijnboompitten
- 2½ dl vergine olijfolie
- 20 g zeer fijn geraspte Pecorino Sardo
- 20 g zeer fijn geraspte Parmigiano Reggiano
- zout
Bereiding
Maal in een keukenmachine het basilicumblad samen met knoflook, de pijnboompitten en een heel klein beetje zout (de kazen nemen straks hun eigen zout al mee) tot een gladde massa. (Het kan nu eventueel heel gemakkelijk tot een zeer gladde pasta worden gewreven in een ruwe stenen vijzel om alle aroma’s nog meer te ontsluiten).
Voeg beide kaassoorten toe en meng alles goed door. Doe de massa over in een schone kom en roer er tot slot de vergine olijfolie door. Proef de saus op smaak en voeg zonodig nog zout toe. (Wie goede kazen gebruikt, hoeft in feite de pesto niet bij te zouten.)
Kook de spaghetti in ruim kokend en gezouten water bijtgaar, giet ze af door een vergiet, doe de druipend natte pasta terug in de nog warme pan en hussel de spaghetti van het vuur af snel even om met twee volle eetlepels pesto. Verdeel de spaghetti direct over warme diepe borden en bestrooi de pasta met wat vers geraspte Parmigiano Reggiano.
Uva’s wijnadvies was een Galestro van het huis Antinori (in 1980 voor het eerst op de markt gebracht), een fruitige droge witte wijn met een lichte tinteling. Als tweede keus een Regaleali Bianco, een volle droge wijn uit de koelere heuvels ten Zuid-Westen van Palermo en even onstuimig van smaak als het landschap zelve.
* De rest van de pesto kan geruime tijd op een koele, donkere plaats worden bewaard in een brandschone, afsluitbare pot, mits de saus goed bedekt is door een laagje olijfolie om uitdrogen en schimmelen te voorkomen. Maar zover komt het nooit met verse pesto!
Fotocredits: Florine Boucher
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Okee bedankt voor de verduidelijking! Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat we van alle recepten die we lezen ons 'eigen' recept maken...
@Tim van Dalen #22
Wat meer olie zorgt er voor dat de pesto beter door de pasta kan worden gemengd. Te dikke pesto laat zich niet zo goed verspreiden en dat zorgt er voor dat de betreffende kok er meer dan nodig is van gebruikt en de smaak te heftig wordt. Mario was van de verfijning.
Verder is het zo dat de beide kaassoorten heel erg fijn moeten zijn gemalen en dat lukt alleen maar als de kazen ook voldoende zijn gerijpt en hard zijn geworden. Vlokken te jonge kaas zorgen niet voor binding met de overige ingrediënten en vooral niet met de olie.
Het roosteren van de pijnboompitten geeft die pitjes meer smaak en daar houd ik van; Mario deed dat niet.
@Dirk Zavel #21
Alle illustraties van vis bij mijn recepten in TR zijn afkomstig uit de collectie van de bibliotheek van Artis. De afbeelding van de goudvis is afkomstig uit het boek 'A history of the fishes of the British Islands' van Jonathan Cough, een Engelse natuuronderzoeker. Hij beschreef en tekende zelf alle afbeeldingen van de vissen aan de hand van gevangen exemplaren. Baarddraden zijn zo zichtbaar en kenmerkend voor een vissoort dat Cough die niet over het hoofd zal hebben gezien.
Enne, die opbergplaats van je loep, die heb je zelf genoemd...
vandaag je recept gemaakt. Was heerlijk! Al was het maar omdat het van eigen oogst is. Maar 2.5 dl (250ml) olie lijkt me erg veel. Heb uiteindelijk 150 gedaan en daarvan werd ie al behoorlijk vloeibaar.
Kwam nu ook een ander recept van je tegen, waar de pijnboompitten eerst worden geroosterd. Ga die ook proberen!
Carassius carassius , de soort dus, dat is de kroeskarper, zelfde dus als op de kaart, mijn veldgidsje noemt de goudvis carassius auratus, maar dat is natuurlijk hetzelfde visje als c.c. auratus, door een andere bioloog zo genoemd (die goudkleur verdwijnt als de vissen verwilderen, goudkleur is mooi in een kom, maar in een kanaal is hij snel opgehapt door een reiger)). De kalverstraat van Szeged heet Karasz straat, toen ik een hongaarse stadsgidsverkoper erop wees dat hun hoofdstraat naar dat kleine visje genoemd was, keek hij daar wel van op, nooit bij stil gestaan, en toen kwam ik die carassius c., als plaatje en naam bij anekdote, weer in jouw boek tegen, what and where next??(ik val nogal op vis!) Er zijn trouwens allerlei hybridische vormen, want karpers zijn hitsige dieren. Gisteren de eerste komkommer geoogst! Groeten. (hoe wist je dat ik mijn loupe in de la heb liggen?)