Liesbeth Cremers is landeigenaar. Ze woont op Landgoed Vilsteren. Ze ziet het Nederlands landschap als een inspirerende omgeving in parkvorm waarin vele functies samenkomen en als herkenbaar thuis dat inwoners van ons land verbindt en waar ze voor willen zorgen.
In de grote transities die we momenteel onder ogen moeten zien dreigt het landschap een ondergeschikte rol te krijgen. Het buitengebied wordt maar al te graag gezien als een restruimte waar de vele belangen een plek kunnen krijgen. We beseffen onvoldoende hoe wezenlijk het landschap is voor ons welbevinden.
Door de eeuwen heen hebben filosofen, denkers, schrijvers, wetenschappers en kunstenaars zich geuit over landschap en natuur, het vormgegeven en er een culturele betekenis aan toegekend. Het blijkt telkens dat landschap en natuur de context is van waaruit gedacht wordt. Daarin zijn wij in onze westerse samenleving niet uniek. Tot ver in het stenen tijdperk hebben wij in symbiose geleefd met het omringende landschap, het vormgegeven en betekenis toegekend.
Op zoek naar de essentie van het leven en een betere samenleving werd altijd weer gedacht vanuit landschap en natuur. Door alle culturen heen in het Oosten en het Westen kreeg het landschap een culturele betekenis en was het de basis van ons bestaan. Het landschap werd gezien als contramal van het stedelijke leven. De Romeinen zoals Plinius de Jongere schreven er al over en brachten het op hun buitengoederen in de praktijk. Zij beheerden het, denkend vanuit het grote geheel waar alle onderdelen als landbouw, bosbouw en veeteelt, maar ook het aangenaam wonen en het ontvangen van vrienden, met elkaar in evenwicht werden gebracht.
Deze manier van denken bleef het uitgangspunt en kreeg in het Engeland van de 18e eeuw een extra impuls. Als gevolg van landbouwkundige vernieuwingen vertrokken de grondeigenaren uit Londen terug naar de countryside en gingen de nieuwe landbouwkennis toepassen op hun landerijen. Er werden prachtige buitenplaatsen gebouwd vol met kunst en cultuur, en ook het agrarische landschap kreeg een extra esthetische laag. Zo ontstond het Engelse landschapspark. Dit vond veel navolging in andere landen waaronder de Nederlanden. De essentie van een dergelijke aanleg is dat de wandelaar gaande over de paden langs de glooiende velden, langs bos en beemd, tot rust komt en geïnspireerd wordt. Kijkend naar tempeltjes, beelden of activiteiten op het boerenland, komt hij aan het denken over een beter leven en een betere maatschappij in harmonie met de omgeving.
Het landschapspark is nog steeds op veel landgoederen in Nederland te vinden, en wordt hooglijk gewaardeerd. Het is een verwevingslandschap waar alle belangrijke functies onderling verbonden zijn. Het kan heden ten dage een bron van inspiratie zijn voor het herstellen van ons huidige landschap tot een betekenisvol verwevingslandschap voor het hele landelijke gebied. Door oude elementen terug te halen en nieuwe toe te voegen kan een aantrekkelijk verwevingslandschap ontstaan, met een actieve rol voor de landbouw.
De manier waarop landgoederen beheerd worden is op de wijze zoals Plinius beschreef: denkend vanuit het grote geheel en in onderling evenwicht. Dat geldt met name voor de particuliere landgoederen die de tering naar de nering moet zetten. Op een landgoed worden alle functies zoals landbouw, bosbouw, natuur, bewoners, bedrijven, recreatie, bezoekers en andere gebruikers, instandhouding monumenten en instandhouding landgoederenlandschap in evenwicht gehouden. Niets mag zich ontwikkelen ten koste van andere functies. Met als resultaat een waardevolle cultuurhistorische eenheid.
Tweede verdienmodel
We moeten anders naar het landelijk gebied kijken. We moeten niet proberen sectoraal de vraagstukken op te lossen. We moeten vanuit het grote geheel kijken hoe wij de vele klimaatopgaven en maatschappelijke diensten kunnen koppelen en verweven tot een aantrekkelijk landschap.
De grootste gebruiker van het buitengebied is de landbouw. De opgaven die zij voor de kiezen krijgen zijn enorm, zoals extensivering, grondgebondenheid, stikstofreductie, bodemgezondheid, schoon water en biodiversiteit. Daarnaast willen wij als burgers een mooi divers, aantrekkelijk en schoon landschap. Dit kan alleen als de boer een tweede verdienmodel krijgt naast het produceren van voedsel. De oplossing ligt in het ontwikkelen van een flexibel systeem van eco-diensten per gebied of streek, en een langjarige betaling. Het landelijk gebied kan zo een flinke impuls krijgen naar een betekenisvolle buitenruimte die is gebaseerd op de oorspronkelijke streekeigen kenmerken, waar de bewoners en gebruikers kunnen werken en verblijven en zich helemaal thuis voelen. Dat is het echte Nederlandse landschap.
Eco-diensten
Door de boer eerlijk te betalen voor de vele opgaven die van hem gevraagd worden kan hij extra inkomsten genereren. Op gebiedsniveau wordt een waaier aan doelgerichte eco-diensten geformuleerd waaruit de boer (in eerste instantie gaat het om de melkveehouderij) kan kiezen: stikstofreductie, CO2 opvang, waterberging, bodemgezondheid, landschapselementen etc. Elk bedrijf kiest meerdere eco-diensten zodat er een evenwichtige ontwikkeling is naar een natuurgerichte bedrijfsvoering.
Fonds
Voor een boer is dit systeem van eco-diensten alleen interessant als er een langjarig contract afgesloten kan worden, niet een subsidie van enkele jaren waar vervolgens de stekker uit wordt getrokken. In dat geval kan hij zijn bedrijfsvoering er op afstemmen. Langjarig betekent 30 jaar en een vast contract. Deelname aan de eco-diensten zou mogelijk moeten zijn voor alle melkveehouders in het hele landelijke gebied, en niet alleen dichtbij Natura 2000-gebieden.
Thuisbasis en bron van inspiratie
Door het beschadigde agrarische landschap te herstellen en in te richten naar de vereisten van de klimaatopgaven en onze wensen voor een inspirerende en gezonde leefomgeving, maken we een landschap waarin wij ons als gebruikers, bewoners en bezoekers thuis voelen. Dit is het echte Nederlandse landschap, we kunnen er werken of mijmerend rondlopen, onze geschiedenis terugvinden, inspiratie opdoen, tot rust komen en ons vooral voorbij het individualistisch denken onderdeel voelen van een groter geheel. Kortom, het landschap, en vooral ons eigen Nederlandse landschap, is onze thuisbasis en bron van inspiratie.
Dit artikel afdrukken
Door de eeuwen heen hebben filosofen, denkers, schrijvers, wetenschappers en kunstenaars zich geuit over landschap en natuur, het vormgegeven en er een culturele betekenis aan toegekend. Het blijkt telkens dat landschap en natuur de context is van waaruit gedacht wordt. Daarin zijn wij in onze westerse samenleving niet uniek. Tot ver in het stenen tijdperk hebben wij in symbiose geleefd met het omringende landschap, het vormgegeven en betekenis toegekend.
Op zoek naar de essentie van het leven en een betere samenleving werd altijd weer gedacht vanuit landschap en natuur. Door alle culturen heen in het Oosten en het Westen kreeg het landschap een culturele betekenis en was het de basis van ons bestaan. Het landschap werd gezien als contramal van het stedelijke leven. De Romeinen zoals Plinius de Jongere schreven er al over en brachten het op hun buitengoederen in de praktijk. Zij beheerden het, denkend vanuit het grote geheel waar alle onderdelen als landbouw, bosbouw en veeteelt, maar ook het aangenaam wonen en het ontvangen van vrienden, met elkaar in evenwicht werden gebracht.
Deze manier van denken bleef het uitgangspunt en kreeg in het Engeland van de 18e eeuw een extra impuls. Als gevolg van landbouwkundige vernieuwingen vertrokken de grondeigenaren uit Londen terug naar de countryside en gingen de nieuwe landbouwkennis toepassen op hun landerijen. Er werden prachtige buitenplaatsen gebouwd vol met kunst en cultuur, en ook het agrarische landschap kreeg een extra esthetische laag. Zo ontstond het Engelse landschapspark. Dit vond veel navolging in andere landen waaronder de Nederlanden. De essentie van een dergelijke aanleg is dat de wandelaar gaande over de paden langs de glooiende velden, langs bos en beemd, tot rust komt en geïnspireerd wordt. Kijkend naar tempeltjes, beelden of activiteiten op het boerenland, komt hij aan het denken over een beter leven en een betere maatschappij in harmonie met de omgeving.
De manier waarop landgoederen beheerd worden is op de wijze zoals Plinius beschreef: denkend vanuit het grote geheel en in onderling evenwichtHet verwevingslandschap
Het landschapspark is nog steeds op veel landgoederen in Nederland te vinden, en wordt hooglijk gewaardeerd. Het is een verwevingslandschap waar alle belangrijke functies onderling verbonden zijn. Het kan heden ten dage een bron van inspiratie zijn voor het herstellen van ons huidige landschap tot een betekenisvol verwevingslandschap voor het hele landelijke gebied. Door oude elementen terug te halen en nieuwe toe te voegen kan een aantrekkelijk verwevingslandschap ontstaan, met een actieve rol voor de landbouw.
De manier waarop landgoederen beheerd worden is op de wijze zoals Plinius beschreef: denkend vanuit het grote geheel en in onderling evenwicht. Dat geldt met name voor de particuliere landgoederen die de tering naar de nering moet zetten. Op een landgoed worden alle functies zoals landbouw, bosbouw, natuur, bewoners, bedrijven, recreatie, bezoekers en andere gebruikers, instandhouding monumenten en instandhouding landgoederenlandschap in evenwicht gehouden. Niets mag zich ontwikkelen ten koste van andere functies. Met als resultaat een waardevolle cultuurhistorische eenheid.
Tweede verdienmodel
We moeten anders naar het landelijk gebied kijken. We moeten niet proberen sectoraal de vraagstukken op te lossen. We moeten vanuit het grote geheel kijken hoe wij de vele klimaatopgaven en maatschappelijke diensten kunnen koppelen en verweven tot een aantrekkelijk landschap.
We moeten vanuit het grote geheel kijken hoe wij de vele klimaatopgaven en maatschappelijke diensten kunnen koppelen en verweven tot een aantrekkelijk landschap
De grootste gebruiker van het buitengebied is de landbouw. De opgaven die zij voor de kiezen krijgen zijn enorm, zoals extensivering, grondgebondenheid, stikstofreductie, bodemgezondheid, schoon water en biodiversiteit. Daarnaast willen wij als burgers een mooi divers, aantrekkelijk en schoon landschap. Dit kan alleen als de boer een tweede verdienmodel krijgt naast het produceren van voedsel. De oplossing ligt in het ontwikkelen van een flexibel systeem van eco-diensten per gebied of streek, en een langjarige betaling. Het landelijk gebied kan zo een flinke impuls krijgen naar een betekenisvolle buitenruimte die is gebaseerd op de oorspronkelijke streekeigen kenmerken, waar de bewoners en gebruikers kunnen werken en verblijven en zich helemaal thuis voelen. Dat is het echte Nederlandse landschap.
Eco-diensten
Door de boer eerlijk te betalen voor de vele opgaven die van hem gevraagd worden kan hij extra inkomsten genereren. Op gebiedsniveau wordt een waaier aan doelgerichte eco-diensten geformuleerd waaruit de boer (in eerste instantie gaat het om de melkveehouderij) kan kiezen: stikstofreductie, CO2 opvang, waterberging, bodemgezondheid, landschapselementen etc. Elk bedrijf kiest meerdere eco-diensten zodat er een evenwichtige ontwikkeling is naar een natuurgerichte bedrijfsvoering.
De oplossing ligt in het ontwikkelen van een flexibel systeem van eco-diensten per gebied of streek, en een langjarige betalingDe breedte van de duurzaamheidsopgaven staat centraal. Aan de hand van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s), die weer gebaseerd zijn op de kringloopwijzer, worden de duurzame prestaties getoond en beloond. Flexibiliteit en ruimte voor voortschrijdend inzicht zijn cruciaal bij de uitvoering. In de loop van de tijd, zelfs al het opvolgende jaar, kunnen er immers nieuwe opgaven ontstaan. Die kunnen dan aan de lijst van eco-diensten toegevoegd worden met een bijbehorende betaling. Deze systematiek is in meerdere gebieden getest en vindt brede waardering bij de boeren.
Fonds
Voor een boer is dit systeem van eco-diensten alleen interessant als er een langjarig contract afgesloten kan worden, niet een subsidie van enkele jaren waar vervolgens de stekker uit wordt getrokken. In dat geval kan hij zijn bedrijfsvoering er op afstemmen. Langjarig betekent 30 jaar en een vast contract. Deelname aan de eco-diensten zou mogelijk moeten zijn voor alle melkveehouders in het hele landelijke gebied, en niet alleen dichtbij Natura 2000-gebieden.
Nu wordt er teveel geld verspild in kortlopende regelingen die onvoldoende zoden aan de dijk zettenHet zou mooi zijn als er per provincie een fonds wordt opgericht waaruit de eco-diensten betaald kunnen worden. Het fonds kan gevuld worden met geld uit Brussel, Den Haag en de waterschappen. Nu wordt er teveel geld verspild in kortlopende regelingen die onvoldoende zoden aan de dijk zetten. Beter is het om alle verschillende potjes bij elkaar te schuiven. Het fonds kan verder gevuld worden door ondernemers en burgers en met legaten. En er kan geoormerkt worden voor bepaalde doelen. Dit vraagt lef en doorzettingsvermogen van bestuurders en de wil om verder te kijken dan de eigen bestuurstermijn.
Thuisbasis en bron van inspiratie
Door het beschadigde agrarische landschap te herstellen en in te richten naar de vereisten van de klimaatopgaven en onze wensen voor een inspirerende en gezonde leefomgeving, maken we een landschap waarin wij ons als gebruikers, bewoners en bezoekers thuis voelen. Dit is het echte Nederlandse landschap, we kunnen er werken of mijmerend rondlopen, onze geschiedenis terugvinden, inspiratie opdoen, tot rust komen en ons vooral voorbij het individualistisch denken onderdeel voelen van een groter geheel. Kortom, het landschap, en vooral ons eigen Nederlandse landschap, is onze thuisbasis en bron van inspiratie.
In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de Nederlands landschapsreeks of het overzicht van de serie.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
henric. ik zal het misschien te rooskleurig zien maar in brabant is er het groenontwikkelfonds wat een redelijke vrijheid heeft om binnen kaders te beslissen over inrichting van natuur. ik zie niet waarom dat voor boerennatuur niet zou kunnen. ook de stila voor landschapselementen en het anlb voor beheer werken allemaal goed, alleen moet dat dan opgeschaald. blijkbaar loopt brabant hierin voor op de randstad. wat je vooral niet moet willen is in den haag alles tot op de millimeter bepalen, maar laat regionaal door ecologen toetsen waar ondernemers zelf mee komen.
Dank Jos! En hieronder wordt gezegd: we willen allemaal wat anders en onderwijl voltrekt de werkelijkheid zich.
Dick #42
Vraag 2
Dat hangt af van wat we met z’n allen willen. Datacenters, koeien, natuurgebied, zonneparken, zeg het maar. Aan het geld zal het niet liggen. Levert, behalve de koeien en het natuurgebied, een uitstekend rendement op. Maar wìllen we het ook…?
Vraag 3
Afhankelijkheid van het buitenland voor je voedselvoorziening. De UK kan er bijvoorbeeld van meepraten. Kan op dit moment heel goed, maar in tijden van schaarste wel elke avond op de blote knietjes bidden dat de buren niet “eigen volk eerst!” roepen…
Loopt zo’n vaart niet, we exporteren nu nog het merendeel van wat we produceren. Maar toch, wat wìllen we nou eigenlijk…?
Jacky, mijn punt is dat het nauwelijks mogelijk is om afspraken te maken over hoe het landschap eruit komt te zien. Als je dat echt wilt, dan zul je zeer specifiek moeten omschrijven wat de uitkomst moet zijn. Dat kan, maar in combinatie met agrarisch landgebruik is dat heel lastig. Dan wordt het een landschapspark, en dan moet de portemonnee flink open. Maar iemand uit de Randstad gaat niet betalen voor het onderhoud van het landschap in Brabant. Nog los van de economische activiteit die je dan gaat verliezen.
#henric. daar zal de situatie anders zijn inderdaad, dan ben ik hier in brabant een eind van de stad verwend. zullen we het hier dan wel proberen?