Ik was ongeveer 19 jaar toen ik voor het eerst in het buitenland kwam. Met de landbouwschool reisden we met de bus richting Hongarije. Het eerst wat mij in het buitenland opviel was dat je al snel te maken hebt met een glooiend landschap. Het Nederlands landschap is vooral vlak. Hoe verder je komt verandert het glooiend landschap in bergen. Het is onmogelijk om ze te verzetten, je kunt ze hooguit doorkruisen. Boeren in de bergen passen zich aan de berg aan. Is het té onherbergzaam om te cultiveren, dan zie je wel wat de natuur je geeft.

Groen en blauw
Het natuurinclusief boeren dat we claimen als een Nederlandse uitvinding is eigenlijk een kopie van onze buren. In het grootste deel van de wereld is het de norm. In het vlakke Nederland vinden we vlak vaak niet eens vlak genoeg: we kilveren, kanaliseren, bouwen dijken en trekken sloten. We polderen al sinds de 12e eeuw.

We zetten op tijd de sproeier aan om dat beeld zo te houden, waarbij de overhoekjes vroeger werden overgeslagen omdat je daar niet van kon eten maar nu juist voorrang krijgen
Op latere leeftijd ging ik vliegen. Bij helder weer kun je vanuit de lucht zien dat Nederland opvallend groen is. En veel blauw, de kleur van water. En overal staan huizen. Het Nederlands landschap is vlak, groen van het vele gras, doorregen met sloten, vaarten en rivieren en met bebouwing aangekleed.

In het aangeklede landschap was de koe als dier dominant aanwezig, nu nog maar sporadisch. Niet omdat er weinig koeien zijn, maar vooral omdat er weinig boeren zijn. Dat zie ik wanneer ik Nederland doorkruis en door mijn boerenbril, of beter gezegd melkveehoudersbril, naar het landschap kijk.

Het groene landschap wordt vooral op de zandgronden afgewisseld door houtwallen, heide en bossen. Het landschap daar is van nature arm. Mede doordat boeren de les van de es toepasten, werd zonder het zelf te realiseren het landschap van de toekomst gevormd. Dat landschap wordt nu beschermd. Door de aaneengesloten weiden zijn op de vruchtbare klei en veengronden de blikken weids.

Siertuin
En dat alles is gemaakt door de mens. Dat is wellicht het meest opvallende aan het Nederlandse landschap: het is een cultuurlandschap. Nederland is één grote aangeharkte tuin: een flink stuk gras, een moestuin en in overhoekjes wat perkjes voor de sier die we soms ‘natuur’ noemen en juridisch strak beschermen. We zetten op tijd de sproeier aan om dat beeld zo te houden, waarbij de overhoekjes vroeger werden overgeslagen omdat je daar niet van kon eten maar nu juist voorrang krijgen. Dat is voor mij het Nederlands landschap.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de Nederlands landschapsreeks of het overzicht van de serie.
Dit artikel afdrukken