In zijn boek Filosofie van het landschap (1970) benadrukt Ton Lemaire dat in een ver verleden de mens één was met zijn natuurlijke omgeving, het landschap. Maar langzaam maar zeker heeft de mens zich losgerukt uit dit landschap en ging zichzelf zien als een autonoom individu. Dit maakte de weg vrij voor de ontmythologisering van het landschap: de mens kijkt voortaan naar het landschap als iets dat buiten hem zelf staat. ‘Het is een beslissende datum in de geschiedenis van de ontmythologisering, de onttovering van de westerse wereld’, aldus Lemaire.

Omdat we ons mentaal niet verbonden voelen met het landschap zijn we in staat om het landschap schade toe te brengen zonder stil te staan bij de schade die we onszelf toebrengen
Afstand
Het Nederlands landschap is als een kijkdoos die we naar believen inrichten zonder er zelf deel van uit te maken. Als we weer deel willen uitmaken van dat landschap zouden we ons door het kijkgaatje in de doos moeten wringen. In werkelijkheid zitten we natuurlijk al in die doos: we eten van het landschap, we ademen in dat landschap, we drinken het water dat het landschap ons aanreikt. Maar omdat we ons mentaal niet verbonden voelen met het landschap zijn we in staat om het landschap schade toe te brengen zonder stil te staan bij de schade die we onszelf toebrengen.

Het is een proces van eeuwen geweest dat aan de loskoppeling van mens en zijn omringende landschap vooraf is gegaan. Het Christendom is daar mede debet aan, omdat die leer zegt dat we geen deel zijn van de natuur, maar boven haar staan, kunnen we de natuur naar believen gebruiken. We hebben alles wat heilig is gepersonifieerd in één God en daarmee natuur en landschap ontheiligd.
Spinoza maakte geen onderscheid tussen ‘God’ en ‘natuur’. God bevindt zich niet boven (theïsme) of buiten (deïsme) de schepping, maar valt er mee samen (pantheïsme).

Samen met het landschap
Maar deze visie is nog niet neergedaald in de politiek, of het moet de ChristenUnie (CU) zijn. In haar verkiezingsprogramma staat te lezen: ‘Mensen zijn onderdeel van een prachtige schepping. We laden ons op in mooie landschappen en genieten van de wonderlijke schoonheid van bloemen, bomen, insecten en andere dieren (...). Onze opdracht is om als rentmeesters de rijkdom die de aarde biedt te gebruiken voor een goed leven, maar binnen de grenzen van onze planeet, zodat ook onze kinderen zich kunnen blijven verwonderen over de prachtige diversiteit van Gods schepping’.

Dit staat echter haaks op de koers die de CU vaart. In 2015 stemde de CU in met het Programma Aanpak Stikstof (PAS) en in de jaren daarna stemde de CU meestal mee met de VVD, FvD en PVV voor de belangen van de vee-industrie en tegen de belangen van klimaat en biodiversiteit. Inmiddels kunnen we constateren dat het kabinet Rutte IV niets van de goede voornemens uit het CU verkiezingsprogramma heeft overgenomen.

Als we schade toebrengen aan de natuur dan beschadigen we ook onszelf
Inmiddels geeft de wetenschap Spinoza gelijk: als we schade toebrengen aan de natuur dan beschadigen we ook onszelf. Klimaatverandering veroorzaakt extreem weer, er zit PFAS in ons bloed, de plastic soep in de oceanen komt via de voedselketen op ons bord en medicijnresten zitten in het drinkwater.

Brede welvaart
Om de problemen aan te pakken is terug naar vroeger echter onmogelijk: de mens kan natuur en landschap niet opnieuw als mythisch of heilig gaan zien. Wel kunnen we onze kijk op vooruitgang wijzigen. Economische groei moet dan niet langer leidend zijn, maar ecologische groei en sociaal-maatschappelijke groei.

We kunnen onze kijk op vooruitgang wijzigen. Economische groei moet dan niet langer leidend zijn
Het begrip ‘brede welvaart’ omvat dit nieuwe inzicht. Brede welvaart betreft de kwaliteit van leven ‘hier en nu’ en de mate waarin deze ten koste gaat van de brede welvaart van latere generaties of van die van mensen ‘elders’ in de wereld. ‘Brede welvaart: natuur en samenleving onder druk’ is de titel van het laatste CBS rapport. ‘De kwaliteit van leven zoals we die nu in Nederland kennen, de brede welvaart ‘hier en nu’, is hoog. Deze is echter niet gelijk verdeeld over de bevolking: de brede welvaart van jongvolwassenen blijft achter. Hoewel de economie en het energiegebruik geleidelijk duurzamer worden, gaat de kwaliteit van natuur en ecosystemen achteruit. Ook staat de kwaliteit van sociale verbanden onder druk. Dit verslechtert de uitgangspositie van toekomstige generaties’.

Het CBS biedt echter geen oplossingen. Dat moet de politiek doen. Allereerst moet de overheid zich houden aan de bestaande (internationale) wetten. De stikstofaffaire heeft laten zien dat de overheid steeds weer geitenpaadjes zoekt om economie te laten prevaleren boven natuur. De tweede stap is om wetgeving te maken die economische activiteiten die schade toebrengen aan natuur en landschap ofwel verbieden, ofwel de uitbaters laten betalen voor de milieuschade. Tenslotte moeten partijen die bijdragen aan de kwaliteit van het landschap worden beloond voor hun inspanningen.

Nederland heeft bijna 18 miljoen inwoners. Om het voedsel te verbouwen voor dit aantal is 32.400 km2 nodig, terwijl 22.363 km2 landbouwgrond beschikbaar is. Het bestuur van Nederland doet echter of we een land zijn dat zelfvoorzienend moet zijn. Sterker nog, het bestuur gaat er prat op dat Nederland de op één na grootste voedselexporteur in de wereld is. Als we niet oppassen wordt Nederland één groot agrarisch industrieterrein. Gelukkig mag dat niet van de EU. De Habitat richtlijn staat deze ontwikkeling in de weg. Willem Elsschot dichtte: 'tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren', en dat is eigenlijk maar goed ook.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de Nederlands landschapsreeks of het overzicht van de serie.
Dit artikel afdrukken