Nergens valt de eigenheid van het Nederlandse landschap meer op dan vanuit de lucht. Rechte kavels, gestructureerde woonwijken en een ingenieus wegenpatroon tussen een woud van sloten, kanalen en rivieren. Daartussen hele kleine ongeordende plukjes land en water. “Wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant” schreef J.C. Bloem al in 1946.

Zelfs in onze natuur zie je onze invloed terug
Het Nederlands landschap is voor mij onlosmakelijk verbonden met menselijk ingrijpen. Op historische kaarten zie je dat het landschap door de eeuwen heen sterk is veranderd. Altijd door menselijk ingrijpen. De polders en ontginningen zijn heel duidelijke voorbeelden, maar ook de uiterwaarden en de zomer-, winter- en slaperdijken verwijzen naar de pogingen om het land naar onze wensen in te richten. Zelfs in onze natuur zie je onze invloed terug. Wij bedenken welke planten en dieren wij wenselijk vinden en richten de daarvoor aangewezen natuurgebieden zo in dat die soorten een plek kunnen vinden. Bijvoorbeeld door stuwtjes te plaatsen om het waterpeil hoog genoeg te houden, door bodems af te plaggen en zo te verschralen, en soms zelfs door zaden of dieren actief te (her)plaatsen.

Een staaltje geschiedenis
Het menselijk ingrijpen zie je ook terug in ons industrieel en cultuurhistorisch erfgoed. Landgoederen, ontginningsboerderijen, watermolens, industriële relikwieën en andere relicten horen bij ons landschap. Ze hebben bovendien grote invloed op ons landschap gehad. De industrieën in Zuid- en Oost-Nederland hebben eeuwenlang gedraaid op de waterkracht van watermolens. Landgoederen laten zien hoe we in de loop der eeuwen hebben aangekeken tegen landschapsontwerp en landbouw. De ontginningsboerderijen in bijvoorbeeld De Peel vertellen het verhaal van de zware strijd die is geleverd om het veen tot landbouwgrond te maken. Het Nederlandse landschap is voor mij daarom een weergave van onze geschiedenis. Of beter: het vertelt het verhaal van onze ontwikkeling door de eeuwen heen.

Landschap van de toekomst
Momenteel staat het Nederlandse landschap onder druk. Diverse maatschappelijke opgaven met betrekking tot energie en klimaat, landbouw en voedselproductie, volkshuisvesting en infrastructuur, waterkwaliteit en -kwantiteit, natuur en biodiversiteit, maken dat we na moeten denken over het landschap van de toekomst. Over het algemeen is de eerste reflex dat we nieuwe ontwikkelingen als negatief bestempelen. Als landschapsvervuiling. Niemand wil in zijn achtertuin een nieuwe woonwijk, windturbines en zonnevelden, verhoogde dijken of recreatiegebieden. En om de ogenschijnlijke willekeur van ontwikkelingen te keren, roepen we dat er “meer regie” op ruimtelijke ontwikkeling moet komen.

Cultureel erfgoed
Dat negatieve sentiment ten opzichte van veranderingen in ons landschap en de roep om regie zijn echter van alle tijden. Dat heb ik een bekend landschapsontwerper ooit horen vertellen. Eerst strijden we tegen een verandering
Eerst strijden we tegen een verandering van het landschap, vervolgens beschouwen we het als normaal, en als decennia later wordt geopperd om het te verwijderen komen we in opstand
van het landschap, vervolgens beschouwen we het als normaal, en als decennia later wordt geopperd om het te verwijderen komen we in opstand. En gaan we het zelfs beschermen. Kijk bijvoorbeeld naar ons industrieel erfgoed. Het zou dan ook zomaar kunnen dat we bijvoorbeeld de gebouwen van Tata Steel in IJmuiden of Philip Morris in Bergen op Zoom over twintig jaar als industrieel erfgoed beschouwen, de betonnen kantoren en appartementencomplexen uit de jaren ‘70 als monumenten bestempelen en de Flevolandse dorpen als beschermd dorpsgezicht aanmerken. En wellicht zijn windmolens het cultureel erfgoed van de 22e eeuw.

Behoud van oude elementen en ruimte geven aan ontwikkelingen voor de toekomst: ze horen beide een plek te hebben of te krijgen in het Nederlands landschap. Omdat ze allebei bijdragen aan het verhaal van onze ontwikkeling. Maar, regie is nodig! De sterke ruimtelijke ordening in Nederland heeft ons gebracht waar we zijn gekomen. En de huidige impasses en crises zijn juist de consequenties van de afbouw van die regie vanaf het einde van vorige eeuw. De kunst is balanceren tussen behoud van het verleden en ruimte voor de toekomst. Een evenwicht dat de overheid moet blijven bewaken. Zeker als er meer druk op onze schaarse ruimte komt en maatschappelijke behoeftes en opgaven veranderen. Én vooral om de ontwikkeling van onze ruimte niet alleen door de markt en het kapitaal te laten sturen.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de Nederlands landschapsreeks of het overzicht van de serie.
Dit artikel afdrukken