Jonge boeren zagen het Landbouwakkoord sneuvelen. Ze zien tot nu toe een overheid die weinig keuzen weet te maken. Het boerendossier reikt nauwelijks verder dan het oplossen van rekenkundige stikstofproblemen. Een visie op de functie en waarde van de Nederlandse agrarische sector en zijn rol binnen het Nederlandse en Europese voedselsysteem ontbreekt. Dat maakt jonge boeren onzeker.

Vast voor 15-25 jaar
Jonge boeren hebben in het verleden een stroom van onsamenhangende maatregelen over hun ouders uitgerold zien worden. Ze vrezen dat hun productiekosten boven die van hun Europese collega's uitstijgen als het nieuwe kabinet geen duidelijke keuzen maakt over de landbouw die Nederland wil en vragen zich af: moeten we wel doorgaan en kunnen onze ouders niet beter de boel maar gewoon verkopen? Een jonge boer die de tent van zijn ouders overneemt, maakt een keuze van vele miljoenen die gefinancierd moeten worden. De jonge boer of boerin die daar voor kiest, vernieuwt het bedrijf en zit met zijn of haar keuzen voor de komende 15-25 jaar vast in een wereld die snel verandert en een politieke wereld die steeds van gedachten wisselt. Dat maakt een vergissing een duur risico.

Volgens Frans Timmermans kunnen de stikstofdoelen die Rutte IV voor 2030 wilde halen van tafel. Ook zei hij dat koeien niet het echte milieuprobleem zijn; dat zijn de varkens volgens hem. Omtzigt telde daar de kalverhouderij bij op
NSC: grondgebonden agenda
Toen Rutte IV viel, leek het politieke midden verdwenen. Het land leek verdeeld in links-progressief, rechts-conservatief en - rechts daar weer van - rechts-populistisch. De vanuit boerenzorgen ontstane BBB leek een tijdje het nieuwe conservatieve CDA rechts van het midden. De partij leek even groot te worden en pal te staan voor boeren. Inmiddels is NSC de partij die het nieuwe midden belichaamt en - zoals de peilingen nu aan lijken te geven - vermoedelijk de leidende partij zal worden bij de verkiezingen. Meer en meer wordt duidelijk dat NSC een grondgebonden agenda heeft. Die is gunstig voor koeienboeren boven de grote rivieren, maar ongunstig voor de varkenshouderij, de pluimveehouderij en de Brabantse melkveehouderij. Dat zijn vormen van veehouderij die veel voer uit andere landen importeren om hun dieren te voeden en daarom als niet-grondgebonden gelden: hun dieren vreten van grond elders.

Hoewel boeren nauwelijks op de verkiezingsagenda staan, was er gisteravond nog net iets over landbouw te horen in het traditionele RTL-lijsttrekkersdebat met de drie grootste partijen. Het stikstofvraagstuk - een lokaal milieuvraagstuk - bleek door RTL ingedeeld bij klimaat. Namens GroenLinks/PvdA zei Frans Timmermans dat de stikstofdoelen die Rutte IV voor 2030 wilde halen wat hem betreft van tafel kunnen. Timmermans heeft gesproken met jonge boeren en geconstateerd dat ze willen bewegen naar een manier van boeren die de natuur herstelt. Kennelijk was die wil genoeg om de 2030-knoet op te bergen, waar VVD-minister Van der Wal en coalitiepartner D66 niet vanaf wilden en waar Rutte IV ook bijna over was gevallen.


Namens de VVD zei Dilan Yeşilgöz dat de krimp van de veestapel geen doel op zichzelf is. Volgens Timmermans is het dat wel omdat er ruimte moet worden gemaakt voor jonge boeren die door willen. Krimp maakt hen het leiden van een rendabel bedrijf een stuk gemakkelijker dan met z'n allen een boel dure techniek toepassen.
Volgens Omtzigt en zijn NSC zal krimp een gevolg zijn van beleid dat straks niet meer op modellen gebaseerd moet zijn en waarin ook meteen waterkwaliteit moet worden meegenomen. Timmermans zei dat de koeien - die onder Rutte IV het grootste probleem waren geworden - niet het echte probleem zijn. Dat is de intensieve houderij van varkens en kippen, waarvan hij de eerste soort als het grootste probleem noemde. Omtzigt voegde aan dat probleem de kalverhouderij toe. Hoe deze uitspraken zich straks in het beleid van een nieuw kabinet vertalen, is nog erg onduidelijk. Ambtenaren bereiden op dit moment met hun demissionaire ministers nog beleid voor, maar hebben natuurlijk straks te maken met een - zoals het in Haagse taal heet - nieuwe politieke realiteit te maken.

De aanpak van de waterkwaliteit zal ook voor de akkerbouw grote consequenties hebben
Het nagesprek over het RTL-debat bij dezelfde zender maakte duidelijk dat Omtzigts NSC door de kijkers als de duidelijke winnaar en extra stemmentrekker van het debat uit de bus kwam.

Voor boeren wordt het met dit volledig vernieuwde politieke landschap afwachten. De partij van Omtzigt zet een stop op de grotere stallen in de intensieve veehouderij en wil meteen de waterkwaliteit aanpakken. Die laatste maatregel heeft ook voor de akkerbouw grote consequenties. Progressieve partijen zien akkerbouw nu nog als plantaardig en dus goed. Wie de acties van NGO's tegen pesticiden volgt, snapt meteen dat ook op dat gebied een strijd te leveren valt. Die zal met name op het gebied van waterkwaliteit zijn beslag krijgen, voorspellen ook de algemene media inmiddels al geruime tijd. Na het stikstofdossier volgt immers het waterdossier in de vorm van de Kaderrichtlijn Water. Met de uitvoering daarvan hebben voorgaande kabinetten lang getreuzeld, maar het komende zal wetgeving en maatregelen moeten formuleren en die handhaven.


In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november laten we dagelijks één of meerdere jonge boeren aan het woord. We vragen hen waar ze wakker van liggen, wat ze van het nieuwe kabinet nodig hebben en of ze denken dat het kabinet aan die behoefte zal voldoen. Vandaag bijt geitenhouder Frank Brinkhaus uit Limburg het spits af.
Dit artikel afdrukken