Na zijn pensionering liet de beroemde Amerikaanse culinaire journalist Mark Bittman lekker eten voor wat het was en verdiepte hij zich in de geschiedenis van onze voedselproductie. Dat werd een klaagzang over de mens als slachtoffer, tot nu aan toe. Bittman lijkt zelf ook wel te schrikken van de waarheid die hij moet vertellen in Animal, Vegetable, Junk – A History of Food, from Sustainable to Suicidal.
Op pagina 265, als het einde van zijn relaas nadert, schrijft Mark Bittman: “Ik besef dat veel van dit boek - laten we zeggen - niet bepaald opbeurend was.” We hebben dan al een duizelingwekkende, allesomvattende historische verhandeling achter de kiezen over bittere armoe, hongersnoden, verkeerd beleid, hebzucht en vernietiging. Over een voedselsysteem dat er eerder op gericht lijkt mensen te vermalen dan te helpen.
Misschien had de optimistische Bittman, die in zijn stukken over eten in The New York Times lezers aan zich wist te binden met zijn kookkunsten, maar ook met zijn liefde voor de mensen die hij ontmoette op zijn levenslange culinaire odyssee, een rooskleuriger boek voor ogen toen hij begon aan Animal, Vegetable, Junk – A History of Food, from Sustainable to Suicidal.
Maar de waarheid die hij moest ontdekken, is geen aanleiding voor vrolijkheid. En de hoopvolle toon van de laatste hoofdstukken, waarmee hij de opties voor de redding van dat systeem beschrijft, steekt magertjes en plichtmatig af bij de 265 eerdere pagina’s.
Klaagzang
Bittman begint bij het begin: de oermens die zijn vondst en vangst leert koken. Dan doet de landbouw zijn intrede, “de grootste vergissing van de mensheid,” volgens auteurs die Bittman aanhaalt. Wereldwijd en eeuwenlang is het bestaan van slaven, lijfeigenen, landarbeiders, ‘vrije’ boeren en klanten van de Rabo-achtigen één grote klaagzang van knechting, uitbuiting en achterstelling. Hier lees je waar het immanente misnoegen van de huidige boer vandaan komt.
Monocultuur
Toen de landbouw een fabrieksmatige bedrijfstak werd, kregen de mensen die onze dagelijkse voeding produceren het niet beter. De grootschaligheid van monocultuur met super-oogsten vernietigt de delicate oude landbouw en put de bodem uit. Het reductionisme van het kunstmest-denken heerste bij de beleidsmakers, niet onder de boeren zelf, die de ecologie verwoest zagen worden.
Met de supermarkt begon de race to the bottom, schrijft Bittman. De voedingsmiddelenindustrie neemt de landbouw in de tang en duwt de consument Ultra Processed Foods door de strot, in de Verenigde Staten uit Bittmans jeugd aanvankelijk met meer geweld dan elders.
Op pagina 172 al, iets voorbij halverwege in Bittmans geschiedenis, doet McDonald’s zijn intrede. “McDonald’s is het leidende symbool geworden van alles wat misging met voedsel, maar zijn komst was even onvermijdelijk als de ‘ontdekking’ van Amerika en de uitvinding van de T-Ford,” schrijft Bittman. “Een derde van de Amerikanen eet dagelijks fast food.”
Junk
Het hoofdstuk ‘Force-Feeding Junk’ begint nog met een hoopvolle veronderstelling over kennis bij het (Amerikaanse) publiek: “De grote meerderheid begrijpt de gevaren van te veel vet, dierlijke producten, junk food, enzovoort, ondanks de leugens van de marketingmachine van Big Food en overheidsbeleid waardoor ongezond voedsel het gemakkelijkst verkrijgbare is.” Maar na de Tweede Wereldoorlog gaat het helemaal mis, “the food industry became the junk-food industry”. En is dat tot de dag van vandaag, aldus Bittman.
Dan volgt een samenvatting van wat er de afgelopen halve eeuw allemaal misging. Hoe verzadigd vet de schuld kreeg van de hartaanvallen en suiker uit de wind werd gehouden door frauduleus onderzoek. Hoe kinderen, zelfs baby’s al die eigenlijk de borst zouden moeten krijgen, ten prooi vielen aan marketing.
Schaalvergroting, pesticiden, genetische manipulatie, grondstofverspilling, speculatie. Bittman vergelijkt de industriële landbouw met de mijnbouw. Alle rijkdom die zich over duizenden jaren in de grond gevormd heeft wordt eruit getrokken: vruchtbare grond, water, grondstoffen, fossiele brandstof. Hij vraagt zich af waarom het voedselsysteem niet een soort nutsvoorziening is. Nu draait het maar om één ding: geld.
Zo kan het niet doorgaan, zegt Bittman. Hij voegt zich daarmee in een groeiend koor van activisten, wetenschappers, journalisten, beleidsmakers, beroemdheden en gewone burgers. “Als individuen hebben we weinig macht. Maar als collectief is alleen de natuur sterker,” schrijft hij, enigszins cryptisch. Hij ziet in de gezamenlijke aanpak van de coronacrisis dat het mogelijk is dat we met z’n allen in staat zijn in actie te komen als de omstandigheden ons daartoe dwingen. Dus waarom niet in het aanpakken van het gebroken voedselsysteem en de klimaatcrisis?
Bittman komt niet met nieuwe oplossingen of ideeën. Hij herhaalt wat er dezer dagen geopperd wordt en wat zich laat samenvatten in de leus van de Ecoplaza-commercial: ‘Terug naar beter’.
Veel vertrouwen in de helende werking van de voedselproductieketen zelf heeft hij niet: “Innovatie door de industrie gaat onze voeding en eetgewoonten niet repareren (…) We hebben wetgeving nodig die de landbouw helpt rentmeester te worden van het land. We hebben ‘food processing’ nodig dat als doel heeft te voeden. En we hebben een economie nodig die mensen ondersteunt die voedsel willen produceren en koken voor hun gemeenschap. Dat gaat gebeuren als burgers zich organiseren en de overheid dwingen haar werk te doen. Goed voedsel zal dan volgen.”
Van positief ingestelde culinaire journalist heeft Bittman (1950) zich ontwikkeld tot activist. Hij is geen landbouwdeskundige, beleidsmaker, politicus, historicus, econoom of filosoof (maar wel een heel goede schrijver en verteller). Hij is een bezorgde observator van wat zich in zijn levensdagen heeft voltrokken in de wereld en in zijn vakgebied. Dat, niet per se de originaliteit van zijn inzichten, geeft gewicht aan dit boek. Goed geschreven, erudiete boeken zoals dit, ook al zijn ze van het genre ‘omgevallen boekenkast’, zijn mijlpalen in de meningsvorming.
Dit artikel afdrukken
Misschien had de optimistische Bittman, die in zijn stukken over eten in The New York Times lezers aan zich wist te binden met zijn kookkunsten, maar ook met zijn liefde voor de mensen die hij ontmoette op zijn levenslange culinaire odyssee, een rooskleuriger boek voor ogen toen hij begon aan Animal, Vegetable, Junk – A History of Food, from Sustainable to Suicidal.
Maar de waarheid die hij moest ontdekken, is geen aanleiding voor vrolijkheid. En de hoopvolle toon van de laatste hoofdstukken, waarmee hij de opties voor de redding van dat systeem beschrijft, steekt magertjes en plichtmatig af bij de 265 eerdere pagina’s.
Klaagzang
Bittman begint bij het begin: de oermens die zijn vondst en vangst leert koken. Dan doet de landbouw zijn intrede, “de grootste vergissing van de mensheid,” volgens auteurs die Bittman aanhaalt. Wereldwijd en eeuwenlang is het bestaan van slaven, lijfeigenen, landarbeiders, ‘vrije’ boeren en klanten van de Rabo-achtigen één grote klaagzang van knechting, uitbuiting en achterstelling. Hier lees je waar het immanente misnoegen van de huidige boer vandaan komt.
Farmers became ‘next year’ people', wachtend tot volgend jaar, op de oogst en geld voor pootgoed, kunstmest, benzine en om de schulden af te lossenDe slavenarbeid in het Romeinse Rijk, het feodale stelsel in de Europese middeleeuwen, de Vijf Jaren-plannen van Stalin, de Culturele Revolutie van Mao, de Amerikaanse Green Revolution en andere grootscheepse overheidsinitiatieven (Bittman noemt geen recente Europese voorbeelden) leveren in plaats van voedsel voor allen en welvaart voor de boeren alleen maar meer armoe en tekorten. Sovjetboeren stierven van de honger, want het graan dat ze verbouwden werd geëxporteerd. Amerikaanse boeren moesten geld lenen bij dezelfde bank voor de rente op hun leningen. “Farmers became ‘next year’ people”, wachtend tot volgend jaar, op de oogst en geld voor pootgoed, kunstmest, benzine en om de schulden af te lossen.
Monocultuur
Toen de landbouw een fabrieksmatige bedrijfstak werd, kregen de mensen die onze dagelijkse voeding produceren het niet beter. De grootschaligheid van monocultuur met super-oogsten vernietigt de delicate oude landbouw en put de bodem uit. Het reductionisme van het kunstmest-denken heerste bij de beleidsmakers, niet onder de boeren zelf, die de ecologie verwoest zagen worden.
Met de supermarkt begon de race to the bottom, schrijft Bittman. De voedingsmiddelenindustrie neemt de landbouw in de tang en duwt de consument Ultra Processed Foods door de strot, in de Verenigde Staten uit Bittmans jeugd aanvankelijk met meer geweld dan elders.
Op pagina 172 al, iets voorbij halverwege in Bittmans geschiedenis, doet McDonald’s zijn intrede. “McDonald’s is het leidende symbool geworden van alles wat misging met voedsel, maar zijn komst was even onvermijdelijk als de ‘ontdekking’ van Amerika en de uitvinding van de T-Ford,” schrijft Bittman. “Een derde van de Amerikanen eet dagelijks fast food.”
Junk
Het hoofdstuk ‘Force-Feeding Junk’ begint nog met een hoopvolle veronderstelling over kennis bij het (Amerikaanse) publiek: “De grote meerderheid begrijpt de gevaren van te veel vet, dierlijke producten, junk food, enzovoort, ondanks de leugens van de marketingmachine van Big Food en overheidsbeleid waardoor ongezond voedsel het gemakkelijkst verkrijgbare is.” Maar na de Tweede Wereldoorlog gaat het helemaal mis, “the food industry became the junk-food industry”. En is dat tot de dag van vandaag, aldus Bittman.
Dan volgt een samenvatting van wat er de afgelopen halve eeuw allemaal misging. Hoe verzadigd vet de schuld kreeg van de hartaanvallen en suiker uit de wind werd gehouden door frauduleus onderzoek. Hoe kinderen, zelfs baby’s al die eigenlijk de borst zouden moeten krijgen, ten prooi vielen aan marketing.
Schaalvergroting, pesticiden, genetische manipulatie, grondstofverspilling, speculatie. Bittman vergelijkt de industriële landbouw met de mijnbouw. Alle rijkdom die zich over duizenden jaren in de grond gevormd heeft wordt eruit getrokken: vruchtbare grond, water, grondstoffen, fossiele brandstof. Hij vraagt zich af waarom het voedselsysteem niet een soort nutsvoorziening is. Nu draait het maar om één ding: geld.
Bittman komt niet met nieuwe oplossingen of ideeën. Hij herhaalt wat er dezer dagen geopperd wordt. Veel vertrouwen in de helende werking van de voedselproductieketen zelf heeft hij nietActie
Zo kan het niet doorgaan, zegt Bittman. Hij voegt zich daarmee in een groeiend koor van activisten, wetenschappers, journalisten, beleidsmakers, beroemdheden en gewone burgers. “Als individuen hebben we weinig macht. Maar als collectief is alleen de natuur sterker,” schrijft hij, enigszins cryptisch. Hij ziet in de gezamenlijke aanpak van de coronacrisis dat het mogelijk is dat we met z’n allen in staat zijn in actie te komen als de omstandigheden ons daartoe dwingen. Dus waarom niet in het aanpakken van het gebroken voedselsysteem en de klimaatcrisis?
Bittman komt niet met nieuwe oplossingen of ideeën. Hij herhaalt wat er dezer dagen geopperd wordt en wat zich laat samenvatten in de leus van de Ecoplaza-commercial: ‘Terug naar beter’.
Veel vertrouwen in de helende werking van de voedselproductieketen zelf heeft hij niet: “Innovatie door de industrie gaat onze voeding en eetgewoonten niet repareren (…) We hebben wetgeving nodig die de landbouw helpt rentmeester te worden van het land. We hebben ‘food processing’ nodig dat als doel heeft te voeden. En we hebben een economie nodig die mensen ondersteunt die voedsel willen produceren en koken voor hun gemeenschap. Dat gaat gebeuren als burgers zich organiseren en de overheid dwingen haar werk te doen. Goed voedsel zal dan volgen.”
Van positief ingestelde culinaire journalist heeft Bittman (1950) zich ontwikkeld tot activist. Hij is geen landbouwdeskundige, beleidsmaker, politicus, historicus, econoom of filosoof (maar wel een heel goede schrijver en verteller). Hij is een bezorgde observator van wat zich in zijn levensdagen heeft voltrokken in de wereld en in zijn vakgebied. Dat, niet per se de originaliteit van zijn inzichten, geeft gewicht aan dit boek. Goed geschreven, erudiete boeken zoals dit, ook al zijn ze van het genre ‘omgevallen boekenkast’, zijn mijlpalen in de meningsvorming.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#20 Karine. Ik was er in 2017 met een aantal boeren(bestuurders) en vergeleek het met een vakbeurs van mensen op zoek naar werk, baantje en om hun producten, verhalen te slijten. Het leek op een autoRAI, met Jaarbeurstrekjes. Huishoudbeurs.... Je struikelde over de bekende gezichten en usual suspects. Wij waren er met 'Boeren hebben een Oplossing'. Voorzitter destijds ZLTO-Hans Huijbers werd volop herkend en men stapte blij verrast op hem af.
Dick # 26 mijn antwoord op jou vraag is als het dezelfde mensen zouden zijn geweest het er niets anders zou hebben uitgezien.
In # 15 heb ik een rake opmerking geplaatst maar kijk naar de reacties, ook dat zegt iets over hoe wij ook hier tegenaan kijken.
In zijn algemeenheid ervaar ik hier dat er van alles bij wordt getrokken te pas en te onpas, als voorbeeld de landbouw coöperaties.
We moeten ons afvragen waarom coöperaties waren opgericht.
Dan hoe bestuurders en directies hebben gereageerd, maar ook enkele leden t.a.v. beleid.
Erik #25 kon het niet treffender schrijven.
Dus een totaal andere aanpak in nodig maar ik weet als geen ander hoe daarop wordt gereageerd.
Belangen tegenstellingen zijn de dood in de pot. Om structurele veranderingen voor elkaar te krijgen binnen de voedselproductie heb je nodig, 1. een kennisnetwerk van kennis van voor het chemisch tijdperk. 2. Een behoorlijke dosis gezond eigenwijsheid. 3. Diepe zakken. 4. Partijen met dezelfde belangen en visie die elkaar nodig hebben, vanuit een gezamenlijk doel, belang mag ook.
Verbinden en iets voor een ander willen betekenen zijn kernwaarden die als positief ervaren worden en wellicht mogelijkheden gaan bieden.
De ervaring heeft ons geleerd dat die partijen de regie moeten blijven houden anders gaat het snel verkeerd. Een gezamenlijke stip op de horizon goed georganiseerd praktisch van bodem tot bord en georganiseerd van bord tot bodem zou wel eens een gouden greep blijken te worden. Maar let wel de juiste personen op de juiste plaats en zoals gezegd strak georganiseerd via een duurzame constructie. Ontwikkelingen vanuit kennis der natuur.
Helemaal waar Dick, wij mensen vinden het fijn om dingen (en mensen) in categorieën onder te brengen. Dat geeft een gevoel van begrijpen, wat weer een gevoel van veiligheid geeft. Dus heb je natuur in allerlei categorieën: wilde natuur, gecultiveerde natuur, landbouw natuur. En zijn wij ook natuur: mensen, dieren, zoogdieren, vogels, vissen. Is de maan of de zon ook natuur? Vermoedelijk.
Alles zijn vormen die komen en gaan. Bestaande uit neuronen, protonen, quarks, gluonen. Dat er diversiteit moet zijn hebben wij mensen bedacht. Zoals we ook andere dingen hebben bedacht om te hopen dat we overleven. Maar...
De aarde komt, de aarde gaat. En we denken dat we daar invloed op te hebben. Ik denk dat de elementaire deeltjes (en wat daar dan weer achter zit) daar erg om moeten lachen.
Eens met Erik, ik zou niet weten waarom niet juist boeren de bestaande landbouw hebben gemaakt.
Maar als ze dat niet hadden gedaan, had Bittman dan dit boek kunnen schrijven? Dat zeg ik niet uit een kritisch oogpunt, maar vanwege de luxe die ander werk dan het land bewerken mogelijk maakt.
Hadden we vrijgestelden gehad om een dergelijk oordeel te kunnen vellen? Hoe zou een ideale landbouwwereld met veel van landbouwvrijgestelden eruit hebben gezien als een Bittman dit boek 200 jaar geleden had kunnen schrijven als een voorspelling en die door de belangrijkste beslissers geloofd zou zijn?
#19 Boeren hebben dit voor een heel groot gedeelte helemaal zelf geregeld door geleidelijk aan steeds meer het heft uit handen te geven middels coöperaties, die vervolgens verkocht werden aan bedrijven die het vooral industriëel aan wilden pakken. En zo geschiedde.