Vice-voorzitter Iris Bouwers van CEJA, de organisatie voor jonge Europese boeren, ziet een crisis onder jonge Europese boeren. Bouwers bepleitte bij de Commissie een betere toegang tot financiering voor jonge boeren in het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB). Ze vindt dat er twee soorten steun voor de boer moeten zijn. Zijn land en zijn inkomen moeten financierbaar blijven. "Het is niet gemakkelijk om jong en boer te zijn. Soms krijg ik het gevoel dat ik moet overleven op alleen de passie voor het vak. Maar de landbouw is van belang voor de Europese Unie. Als de jonge boeren geen toekomst zien, gaan ze weg. We moeten nu werken aan de generatiewisseling.”
Andere sprekers wezen er op dat de 7-jaarstermijn voor het gemeenschappelijke landbouwbeleid te kort is. "We moeten ons afvragen hoe de landbouw er over veertig of vijftig jaar uit moet zien. Willen we alleen nog bedrijven met een omvang van meer dan 1.000 hectare? Als bedrijven alsmaar groter worden, wordt het moeilijker de landbouwdoelstellingen te verenigen met de milieudoelstellingen.” Ook werd aangevoerd dat de uitstroom van jonge boeren een "onvermijdelijke economische ontwikkeling is" en dat het een "illusie" is dat het GLB de vermindering van het aantal boeren zou kunnen stuiten. "Lidstaten zelf kunnen ook beperkingen wegnemen, zoals op het terrein van belastingen en de regels op gebied van bedrijfsovername en hoe de grondmarkt is georganiseerd", aldus Boerderij.
De EU staat voor de vraag of ze een ondernemers- of een boerenlandbouw wil, zegt Bouwers eigenlijk. Wie veel boeren wil en denkt dat die milieuvriendelijker produceren dan grote boeren en enkele nichebedrijven, heeft daarvoor een uitgebreid subsidieprogramma nodig. Wie denkt dat grote bedrijven ook milieuvriendelijk kunnen produceren, moet zich afvragen hoe plattelandsgemeenschappen zich zullen ontwikkelen in landen met veel kleine boeren die naar de stad zullen trekken om daar werk te zoeken. Dat het huidige beleid een ondernemerslandbouw als logisch gevolg heeft, leidt geen twijfel.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Geld helpt niet, ga eens de boeren vragen waarom ze er mee stoppen, maar dat zie ik die bureaucraten in Brussel niet doen. Voor de meeste boeren gaat de lol van het werk er langzamerhand af door de wet en regelgeving van bovenaf.
Wordt de politiek nu wakker? Waarom komt er pas actie als het water aan de lippen staat?
In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw hebben een aantal ondernemers dit al aan zien komen en contacten gehad op ministerieel niveau, ook met kennisinstellingen als WUR en het LEI en RABO Utrecht over dit onderwerp en de toen verwachte ontwikkelingen. Ook op provinciaal en gemeentelijk niveau in het kader van plattelands ontwikkeling.
Uit al die overleggen zijn ideeën ontwikkeld die nu best eens bruikbaar zouden kunnen zijn. Mogen we nu de conclusie trekken als het kalf verdronken is dempt men de put. We leven in een ontwikkelde wereld, hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat er zo weinig gedaan wordt met ideeën van mensen met visie. Moeten we ons eerst stoten aan de enorme steen vooraleer we wakker worden, of is de waan van de dag die ons te veel bezig houd. Ook nu is het zo de politiek moet zijn oor te luister leggen bij de praktijk en zijn werk goed doen, los van partijpolitiek. Mogen we weer de conclusie trekken dat de systemen niet toereikend zijn om de problemen vroegtijdig het hoofd te bieden? De politiek staat te ver van de werkelijkheid, de ondernemer en wat er in de maatschappij leeft?