Meer dan 600 lezers beantwoordden alle 32 stellingen. Hoewel er over de achtergrond van de invullers geen vragen zijn gesteld, lijken de antwoorden op enkele stellingen te suggereren dat het een diverse groep van mensen betreft. Vaak blijken die het aardig met elkaar eens te zijn.

Stikstof en natuur
Een integraal natuur- en stikstofbeleid kan op brede steun rekenen. Een overweldigende meerderheid van 93% stemde in met stelling 1.

Slechts 8 invullers vinden niet dat Nederland naar een integraal natuur- en landschapsbeleid moet. Bovendien geeft ruim 70% van de respondenten aan dat Nederland de overgang moet maken van een stikstofdepositie- naar een stikstofemissiebeleid (stelling 5), terwijl slechts 7% hiertegen stemde.

Vergelijkbare percentages zie je bij de vraag of Nederland eisen moet stellen aan bodemgezondheid van akkers en weiden (stelling 6), al is de groep die het hiermee oneens is iets groter: 73 respondenten (bijna 12%).

Verdeeldheid is er over de vraag of er nieuwe natuur in Nederland moet worden ontwikkeld (stelling 4): 43% is het ermee eens, circa 30% is neutraal of is het oneens met deze stelling.



Dierenwelzijn
Slechts 44 respondenten (7%) vinden niet dat dieren waarvan we eten gezonde voeding, gezonde omgeving, genoeg ruimte moeten hebben en naar binnen en buiten moeten kunnen, natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen en sociale omgang met soortgenoten moeten kunnen hebben (stelling 13). Bijna 80% (475 invullers) is het hier wel mee eens. 62% vindt dat we dierenwelzijn moeten borgen met hogere wettelijke eisen en 18% steunt dit niet. Cameratoezicht en AI om dierenwelzijn in slachthuizen te verbeteren (stelling 15) is volgens maar 9% (53 respondenten) een slecht idee.


Verdeeldheid is er over de vraag of rituele slacht moet worden afgeschaft (stelling 14): een meerderheid (43%) is het hiermee eens, 34% stemde neutraal en 23% is het daarmee oneens.

Preventie
Een suikertaks ziet bijna iedereen (91%) zitten (stelling 22), slechts 2% wil dit niet. Bijna 64% (stelling 24) is het ermee eens dat we welvaartsziekten fors kunnen terugdringen met preventief bij wet geregeld gezondheidsbeleid. Daarbij mag het voedselaanbod volgens iets meer dan de helft gereguleerd worden (stelling 23). Verder vindt de meerderheid dat gezond voedsel belastingvrij moet worden verkocht (stelling 25, 62%) en dat voedsel zoveel mogelijk plasticvrij moet worden aangeboden (stelling 26, 72%).


Actieve rol overheid
In de roep om een veerkrachtiger en rechtvaardiger voedselsysteem zijn de respondenten aardig eensgezind. Een meerderheid is het eens met de stellingen omtrent de rol van de overheid; we lijken voor een actieve overheidsinterventie te zijn. Of het nu gaat om het bewerkstelligen van een gelijk speelveld voor Nederlandse producten binnen de EU (stelling 16, 74% eens), het aanmoedigen van samenwerking tussen boeren, voedselverwerkers en supermarkten (stelling 17, 66% eens), het aansporen van supermarkten (stelling 18, 55% eens) en voedselverwerkende (stelling 19, 65% eens) bedrijven tot een eerlijkere beloning voor boeren, of het wettelijk verankeren van circulariteit in het voedselsysteem (stelling 21, 53% eens). Ook roept de meerderheid om overheidsmaatregelen als drijvende kracht achter innovatie en duurzaamheid in het voedselsysteem (stelling 20, 76% eens).


Als je het hebt over de verantwoordelijkheid van de overheid om voldoende grond voor jonge boeren beschikbaar te houden (stelling 28) dan is iets minder dan de helft van de respondenten het eens. Iets meer dan de helft steunt het faciliteren van de overname van ouderlijke bedrijven door jonge boeren (stelling 27), een derde van de respondenten staat hier neutraal tegenover.

De overgrote meerderheid gelooft dat de overheid een cruciale rol speelt in het ondersteunen en stimuleren van de volgende generatie boeren in hun streven naar duurzaamheid (stelling 29). Maar liefst 518 invullers zijn het eens met de stelling dat de overheid stimuleringsmaatregelen moet nemen om jonge boeren aan te moedigen tot verduurzaming, tegen 69 die neutraal stemmen en 26 die het oneens zijn met deze stelling.


Pesticiden en kunstmest
Pesticiden, bestrijdingsmiddelen, gewasbeschermingsmiddelen, alleen al de benaming kan aanleiding geven tot een verhit debat. Een meerderheid (60%) is van mening dat het gebruik van chemische pesticiden zo snel moet mogelijk worden afgebouwd (stelling 7). De vraag hoe dit moet gebeuren ligt open. Het idee om alleen het gebruik van natuurlijke bestrijdingsmiddelen toe te staan (stelling 8), wordt niet breed gedragen, met 38,5% (236 mensen) instemmers en 32% (196 mensen) tegenstemmers. Ongeveer 30% blijft neutraal in dit vraagstuk.


Over het voorstel om het gebruik van kunstmest te verminderen (stelling 9) heerst meer consensus, met 58% van de respondenten die dit idee steunt. 93 invullers (15%) vinden dit niet zo’n goed idee, 82 (13%) is voorstander van een volledig verbod op het gebruik van kunstmest (stelling 10).

Water
Een no-brainer lijkt de vraag of Nederland zich meer moet inspannen om regenval beter vast te houden (stelling 3): slechts 13 respondenten (2%) zijn het daar niet mee eens. Interessant is dat het merendeel (64%, bijna 400 invullers) het ermee eens dat de waterstand in Nederland omhoog moet (stelling 2), 10% vindt van niet.


Energie
Ongeveer de helft van de invullers is tegen energie op landbouwgrond (stelling 30) terwijl 172 mensen dat wel zien zitten. Voor 131 invullers (21%) geldt dat zij liever niet zien dat we fossiele energie in een haalbaar tempo afbouwen (stelling 31), tegenover 320 (ruim 50%) die graag ziet dat Nederland zijn gebruik versneld afbouwt (stelling 32). Dat ziet 22% (137 personen) dan weer niet zitten.


Vorige week bracht het CBS cijfers naar buiten over de steun voor kernenergie. Hoewel een minderheid voorstander is - 36% van de Nederlanders wil meer kernenergie - is de groep die minder of helemaal geen kernenergie wil met 27% kleiner. De tegenstand is bovendien afgenomen van 43% in 2020 naar 27% nu. De groep voorstanders stijgt navenant, waarbij 14% evenveel kernenergiegebruik wil als nu terwijl de rest geen mening heeft. De stelling (11) om kernenergie te omarmen in de energiemix van Nederland kreeg steun van 49% van de respondenten, terwijl 30% neutraal was en 21% oneens.

Naar aanleiding van de CBS cijfers noemt energie-onderzoeker Ruud Schalij het wel of niet opnemen van kernenergie in ons energiesysteem een politieke keuze. Doorrekeningen noemt Schalij ‘populistisch’ en welk systeem (met of zonder kernenergie) goedkoper zal zijn is ook geen zinnig woord over te zeggen. Berekeningen zijn allemaal (te) onzeker.

Over kernenergie lijkt de politieke keuze al gemaakt te zijn door het vorige kabinet. Demissionair minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten reserveerde al €5 miljard uit het Klimaatfonds. Als potentiële locatie wordt gekeken naar Zeeland. Daar blijkt uit de CBS-cijfers ook nog eens de meeste steun te zijn voor kernenergie.

Ook op COP28 is kernenergie weer geaccepteerd

Dit artikel afdrukken