1. Wat motiveerde je om boer(in) te willen worden en waar lig je nu soms wakker van?
Marije: "Op mijn negende mocht ik voor een kalfje zorgen: Greetje. Voor mij was dat het begin van het gevoel van boer zijn. Ik vond het vooral mooi dat als ik goed voor Greetje zorgde, zij glimmend in de wei kon staan en makkelijk en gezond melk kon geven. Dat is de kern: hoe beter je voor je dieren en grond zorgt, hoe beter de natuur voor jou zorgt. Je boert beter, letterlijk en figuurlijk. Dat doe je bovendien op een plek die je steeds een beetje beter probeert te maken. Je bouwt een nieuwe stal of probeert een nieuw gewas. Zo wordt het steeds leuker."

Teun: "Ik wilde graag boer worden omdat ik het leuk vond om met dieren te werken, iets op te bouwen wat van jezelf is en te ondernemen. Wil je succesvol zijn als boer, dan moet je eigenlijk alles kunnen: dierenarts zijn, inkoop doen, inschatten van termijnmarkten, adviseurs verzamelen en een goede werkethos hebben. Er zit maar 60 uur effectief werkarbeid in een week, daar lig ik wakker van. Hoe krijg je het werk gedaan en ook nog eens op een hoger niveau dan je buurman in Nederland of je collega’s verder weg? We zullen van de titel 'de beste boeren' naar 'de schoonste boeren' moeten. Dan gaat onze kostprijs omhoog. Dat slaat een gat dat alleen valt op te vangen als de samenleving of consumenten daar voor willen betalen."

Marije: Er is weinig speelruimte en daarom verandert er weinig. Teun: Grond in Nederland zal zijn waarde behouden, maar de melkveehouderij zal de vrijkomende grond niet kunnen kopen; dat is te duur
2. Hoe zorg je er nu voor dat je meer kunt dan de rekeningen betalen?
Marije: "Dat is soms best een uitdaging. Ik boer op een plek vlak bij de stad Utrecht, er wonen veel mensen in de buurt. Daarom heb ik de mogelijkheid om naast de boerderij in een winkeltje producten direct aan mensen uit de buurt te verkopen. Daarnaast probeer ik kleine stapjes te zetten en ben ik voorzichtig met investeren om zo niet te grote risico’s te nemen. Een nadeel is dat je daarmee stil komt te staan. Er is weinig speelruimte en daarom verandert er weinig, terwijl er wel veel verandering van de landbouw wordt gevraagd."

Teun: "De melkveehouderij is kapitaalintensief. Alle bedrijven die met landbouwgrond in eigendom werken, hebben of krijgen last van hoge rente. Dit drukt enorm op de betaalcapaciteit. Grond in Nederland zal zijn waarde behouden, maar de melkveehouderij zal de vrijkomende grond niet kunnen kopen; dat is te duur. Financiële producten zoals erfpachtconstructies zullen groeien en daarmee ‘regelen’ we dat we meer kunnen dan alleen de rekeningen betalen. Je kunt je als melkveehouder ook een klein beetje onderscheiden met hogere opbrengsten voor een liter melk. Denk aan weidegang en PlanetProof-melk met een lagere CO2-footprint. Maar, als ik heel eerlijk ben: dat zijn nog altijd niet de grote geldmakers."

Marije: toen de bekende stikstofkaart werd gepubliceerd was ik heel verdrietig. Wat me vooral veel pijn deed was dat het kaartje eigenlijk zei: we gaan er eens flink met de botte bijl doorheen
3. Welke gevoelens heb je de afgelopen jaren gehad bij de politieke discussie van de afgelopen jaren over natuur en milieu in relatie tot boeren?
Marije: "Toen de onrust begon nadat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) niet rechtsgeldig bleek, was ik ervan overtuigd dat we als melkveehouderij voldoende oplossingen hadden. Daar ben ik overigens nog steeds van overtuigd. Echter toen de bekende stikstofkaart werd gepubliceerd was ik heel verdrietig. Natuurlijk waren de reductiepercentages heel heftig. Maar wat mij vooral veel pijn deed was dat het kaartje eigenlijk zei: we gaan er eens flink met de botte bijl doorheen. Er was maar één optie: vee reduceren. Andere opties om reducties te realiseren of de manier waarop je minder vee zou kunnen houden zonder verlies van verdienvermogen waren totaal niet uitgewerkt."

Teun: "Ik vind de scoringsdrang van ook de middenpartijen tenenkrommend. De inhoud is al een tijdje kwijt. Mensen die betaald zijn door de melkveesector steken diezelfde sector nu een dolk in de rug. Dit merk je ook bij mensen die werkzaam zijn in de bovenliggende sector: de trots is weg. We wachten de opdracht van de maatschappij af hoe we schoner moeten produceren. Maar ik zie het als een uitdaging. Naar de schreeuwers in de politiek luister ik al jaren niet meer, daar ga ik geen energie in steken."

Teun: De trots is weg
4. Voor welke uitdagingen staat het nieuwe kabinet die jou zullen gaan raken?
Marije: "Wat mij betreft is de grootste uitdaging om bij de inhoud te blijven. Praktisch gezien kunnen wij als landbouw heel veel opgaves het hoofd bieden. Sterker nog, ik denk dat heel wat opgaves niet gehaald kunnen worden zonder de landbouw. Waar het mis gaat, is dat de papieren werkelijkheid de praktische werkelijkheid in de weg zit. Ik hoop ten zeerste dat het nieuwe kabinet dat kan veranderen."

Teun: "De afgelopen kabinetsperiode is de transitie in de landbouw vertaald in een saneringsronde. Er is niks gebeurd om de sector integraal naar een hoger plan te tillen. Je merkt dat de melkveehouderij in Brabant versneld grootschalig wordt en verder een deel van de dieren verdwijnt. Brabant is de achtertuin van Brainport Eindhoven. Hoe zorgen we voor een buitengebied dat daar meer op aansluit? De uitdagingen zijn de uitstoot van methaan, de uitspoeling van nitraat en hoe we opgelegde duurzaamheidseisen terugverdienen in de markt. Ik vind het enorm jammer dat het blijvend grasland aandeel verdwijnt op de zuidelijke zandgronden. Intensievere plantaardige teelten zullen hun plaats innemen, met meer nitraatuitspoeling en gebruik van pesticiden van dien. Wij als melkveesector kunnen de intensievere teelten helpen om de nitraatuitspoeling te beperken en laten dat op ons bedrijf zien. Een wijs kabinet zou de komende vier jaar het volgende moeten waarmaken: emissies reducerende dierhouderijsystemen weer vergunbaar maken, beleid terugbrengen naar boerenpraktijk en meer sturen op doelen (bijv. schoon oppervlakte- en grondwater) in plaats van middelen (en dus 'maar dat mag je niet zus en niet zo', zonder nog op te letten of het doel wel gehaald wordt)."

Marije: goed voor de natuur is goed voor de koe en het blijft natuurlijk een prachtig plaatje al die koeien in de wei. Teun: Ik ben ervan overtuigd dat de melkveehouderij een fantastisch natuurinclusief buitengebied kan maken
5. Wat heb je nodig van het nieuwe kabinet om succesvol en door je omgeving en klanten gewaardeerd te kunnen boeren?
Marije: "Ruimte voor echte oplossingen, de bestuurlijke daadkracht en het lef om die mogelijk te maken. Doordat alles juridisch houdbaar moet zijn kan er eigenlijk niks meer. Ik snap dat maatregelen controleerbaar moeten zijn, maar als je werkt met biologische processen kun je dat niet zonder bandbreedtes. Neem nou meer weidegang als oplossing om stikstof te reduceren. Er kan alleen geen ambtenaar dag en nacht bij mijn stal staan om te controleren welke koeien er binnen zijn en welke buiten (bij ons mogen ze namelijk veelal zelf kiezen). Toch is het een hele mooie verbetering: goed voor de natuur, is goed voor de koe en het blijft natuurlijk een prachtig plaatje al die koeien in de wei."

Teun: "Als het nieuwe kabinet zo door gaat, komt de waardering vanzelf terug voor de melkveehouderij. Het kleiner maken van de sector geeft lokaal (500 km) een tekort aan zuivel. Door het tekort dat gaat ontstaan, komt er weer grote waardering zijn voor het eten dat wij boeren elke dag produceren. Sanering van de melkveesector vind ik dan ook een doodzonde, maar het is de realiteit waar we op dit moment mee te maken hebben. Mensen zijn ervan overtuigd dat boeren het probleem zijn, terwijl ze zelf drie keer per jaar op vliegvakantie gaan.

We kunnen schoner produceren met behulp van technieken (biogas, emissiearm, etc.); daar mag meer steun voor komen. De overheid zou bijvoorbeeld bij het verlenen van een Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) subsidie ook moeten kijken naar vermeden methaanuitstoot. Hiermee komt biogas op boerenerf sneller van de grond. Verder zou ik graag het marktdenken willen introduceren bij het ontwikkelen van natuur. Ik ben ervan overtuigd dat de melkveehouderij een fantastisch natuurinclusief buitengebied kan maken. Veel effectiever en goedkoper dan de boswachters, juristen en communicatiemedewerkers van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Dat vertrouwen zou ik graag willen van de overheid."

6. Welke van die wensen verwacht je dat het nieuwe kabinet niet zal waarmaken?
Marije: "Een grote wens is de terugkomst van de derogatie in het mestbeleid, waarbij er op grasland meer bemest mag worden dan de Europese gemiddelde norm toestaat. Grasland kan dit goed benutten en het grondwater onder het grasland blijft van goede kwaliteit. Bovendien kan er beter gras geoogst worden. Op andere plekken is de waterkwaliteit wel onvoldoende en daarom heeft Nederland deze derogatie verloren. Omdat we in Nederland niet de echte problemen hebben aangepakt zal Europa deze derogatie niet terug willen geven. Ik ben bang dat het kabinet dit niet kan veranderen."

Teun: Ik ben een melkveehouder die voorop wil lopen met gewenste maatschappelijke ontwikkelingen, maar het mag straks misschien niet meer
Teun: "Het ambtelijke apparaat heeft nauwelijks nog inhoudelijke kennis en kunde van de dagelijkse boerenpraktijk. Ik zou graag willen dat er ambtelijk gerunde melkveebedrijven komen waarin de overheid laat zien hoe het wel moet. Een ambtelijk apparaat dat opnieuw beleid maakt en aansluiting heeft met de boerenpraktijk zodat dat beleid juridisch klopt en ook nog eens weinig administratieve druk geeft. Ik verwacht niet dat het nieuwe kabinet dit kan waarmaken."

7. Welke consequenties heeft dat voor jou?
Marije: "Derogatie op de goeie plekken maakt het verschil tussen een landbouw met of zonder mooie toekomst. Als het niet lukt om echte oplossingen te vinden en toe te passen, blijven de problemen bestaan. De landbouw kan alleen stappen maken als die stappen erkenning vinden. Daar zit de crux. "

Teun: "Ik ben een melkveehouder die voorop wil lopen met gewenste maatschappelijke ontwikkelingen. Maar waar ik in Brabant zit, zal ik nooit genoeg grasland voor een grondgebonden koe voor elkaar kunnen krijgen zoals Den Haag dat nu lijkt te willen. Wat kan ik dan nog doen om maatschappelijk gewenst te produceren? Niets. Terwijl we op ons bedrijf biogas, emissieloos geproduceerde kunstmest en andere innovaties toepassen, sta ik buiten spel. Ik kan ook niet meer mee met nieuwe ontwikkelingen omdat ons bedrijf dan juridisch niet meer houdbaar is. Dat is super frustrerend."

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november laten we dagelijks één of meerdere jonge boeren aan het woord. Zij zijn de toekomst van de landbouw. Als zij de pijp aan Maarten geven, wie maakt dan ons eten? We vragen hen waarom ze boer willen worden, hoe ze kijken naar de toekomst en de politiek die daar een belangrijke invloed op heeft en waar ze wakker van liggen. De serie leidden we in met een analyse van het RTL-lijsttrekkersdebat voor boeren van zondag 5 november. De eerdere artikelen in de de serie zijn hier te vinden.
Dit artikel afdrukken