"De landbouw opnieuw toegankelijk maken voor jonge mensen is cruciaal voor de toekomst van de sector”, schrijft de Europese landbouwcommissie bij de vorige maand uitgebrachte rapportage over 'generatievernieuwing in de EU-boerderijen van de toekomst'. De landbouw vergrijst namelijk in snel tempo. In heel Europa is 58% van de bedrijfshoofden ouder dan 55 jaar. Lang niet alle boeren hebben een opvolger. In Nederland heeft amper de helft een opvolger. Naarmate boeren aan meer ingewikkelde eisen moeten doen zonder dat daar nieuwe inkomsten tegenover staan, daalt het enthousiasme om de boerderij voort te zetten.

Volgens de landbouwcommissie heeft iedereen baat bij een jongere landbouwsector, omdat jonge boeren sneller zullen inzetten op technologie en duurzaamheid. Om de drempels voor jonge boeren te verlagen, stelt de Commissie Landbouw van het Europees Parlement een ontwerpresolutie op, met 4 speerpunten. Volgende week woensdag, 18 oktober, stemt het parlement over de resolutie.

De resolutie richt zich op 4 punten:
  • een betere toegang tot grond (door de landbouwgrondprijzen te monitoren en jonge boeren een voordeel te geven via onder meer voorkooprecht, prijsbegrenzing bij verkoop en pacht en betere garanties voor pacht op lange termijn)
  • gunstigere leningen (lagere rentes)
  • diensten voor advies en educatie (bijvoorbeeld door bij bedrijfsovernames, al dan niet van ouder op kind, te faciliteren)
  • nieuwe EU-beleidsmaatregelen telkens toetsen op de effecten die ze zullen hebben op jonge boeren.

"Het is de eerste keer dat men zo’n duidelijk signaal geeft rond generatiewissel,” zegt Bram van Hecke, voorzitter van de Belgische vereniging voor jonge land- en tuinbouwers Groene Kring in VILT. Hij juicht het duidelijke signaal "dat de beleidsmakers niet zomaar naast zich neer kunnen leggen" van harte toe. Het is voor jonge boeren op dit moment bepaald niet aantrekkelijk om voor de landbouwsector te kiezen, legt hij uit. “Een landbouwbedrijf overnemen vraagt een langdurig engagement, zware investeringen en vaak dus ook langlopende leningen”.

Daar komen de onzekerheden over de stikstofwetgeving nog eens bij. "We vragen niet dat men blind is voor de duurzaamheidsdoelstellingen die er zijn, maar men moet wel kijken naar de impact op jonge boeren”, verduidelijkt Van Hecke. “Dan denk ik onder meer aan de natuurherstelwet.” Komt er geen concrete wetgeving om jonge boeren te steunen, dan zullen minder en minder jonge land- en tuinbouwers voor de sector kiezen, vreest hij.

Volgens Groene Kring heeft slechts 13% van de landbouwers ouder dan 50 jaar een opvolger voor zijn of haar bedrijf. "De gemiddelde boer is 56 jaar oud”, zegt Van Hecke. “Er dreigt een gigantische uitstroom in de landbouwsector.”

In Nederland had in 2020 41% van de landbouwbedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder een bedrijfsopvolger, aldus het CBS. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat er een bedrijfsopvolger is.

Jonge boeren-organisatie NAJK heeft dankzij succesvol lobbyen in ieder geval een eerste drempel geslecht: de Nederlandse jonge boeren sleepten €100 miljoen 'vestigingssteun' binnen. Dat moet "jonge boeren, die willen werken aan een duurzame toekomst", binnen het stikstof- en natuurbeleid, toekomstperspectief en duidelijkheid geven, aldus de koning in de Troonrede.
Dit artikel afdrukken