Koning Willem-Alexander zette vandaag in de Troonrede het boerenerf centraal als een van de pijlers voor onze welvaart. Daarnaast moet het stikstofbeleid- en natuurbeleid gepaard gaan met toekomstperspectief en duidelijkheid voor de landbouw. De jonge boeren zijn tevreden. Zij sleepten €100 miljoen in de wacht.
"De basis voor onze welvaart wordt iedere dag opnieuw gelegd door het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven, van familiebedrijf tot multinational en van boerenerf tot Brainport Eindhoven," zei de koning in de Troonrede 2023 waarin kansengelijkheid, bestaanszekerheid en het "maatschappelijk weefsel dat de samenleving bij elkaar houdt" centraal stonden. 

In de paragraaf over het stikstof- en natuurbeleid maakte de koning duidelijk dat dit "samen moet gaan met toekomstperspectief en duidelijkheid voor de landbouw. Zeker voor jonge boeren die willen bouwen aan een duurzame toekomst."

Dat betekent dat het kabinet volgend jaar €100 miljoen vrijmaakt voor steun bij bedrijfsopvolging. Zeer tot tevredenheid van jonge boeren-organisatie NAJK, die lange tijd gelobbyd heeft voor een goede 'vestigingssteun', extra steun voor jonge boeren die net een agrarisch bedrijf hebben overgenomen.

De nu toegezegde €100 miljoen komt overeen met de afspraken uit het - niet gesloten - Landbouwakkoord. “Deze toezegging van 100 miljoen euro is een verlenging van het Landbouwakkoord. Wij zijn het kabinet dankbaar dat zij zich aan deze afspraak hebben gehouden, ondanks dat het Landbouwakkoord de eindstreep niet heeft gehaald”, zegt Roy Meijer, de voorzitter van de jonge boeren en tuinders.

De vestigingssteun voor jonge boeren is bedoeld als een steuntje in de rug voor deze jonge ondernemers die "in de financieel zwaarste periode van het bedrijf [zitten], terwijl zij vol energie zitten om het bedrijf verder te ontwikkelen en het bedrijf willen voorbereiden op de toekomst," aldus NAJK. Bovendien vergrijst de agrarische sector in snel tempo: in 2021 had 52% van de Nederlandse agrarische bedrijven een bedrijfshoofd van boven de 55 jaar en in 2016 was slechts 4% van de boeren in Nederland jonger dan 35 jaar. 

De oude boeren van LTO mopperden wat over gemiste kansen en te weinig geld. Omdat de prijzen van voedsel te hoog worden, moet de overheid bijspringen aan de kant van de boer. Want zo kan de prijs voor de consument laag worden gehouden. Het verhaal van LTO lijkt wat op Farmer Friendly, zoals Farmers Defence Force dat enkele jaren geleden promootte.

Het CBL, de koepelorganisatie van supermarktorganisaties, verklaarde zich tevreden met maatregelen om de koopkracht van consumenten te ondersteunen. Supermarkten zien dagelijks aan de kassa hoe het koopgedrag van hun klanten verandert als gevolg van de voort durende hoge inflatie. Graag zou het CBL verdere lastenverlagingen zien.

Demissionair minister Adema van Landbouw verklaarde op Boerderij waarom hij €50 miljoen extra ondersteuning verleent aan biologisch (waarvan de afzet sterk achteruitloopt omdat consumenten besparen op hun uitgaven aan te dure levensmiddelen): het moet de vraag stimuleren. Dat klinkt leuk, maar is net zoiets als water dat omlaag loopt te vragen of het weer omhoog wil stromen. Supermarkten zouden het geld liever in koopkrachtsteun stoppen. Dat zou kunnen werken, maar daar is het bedrag te klein voor.