Begin deze week vindt in New York de SDG Summit 2023 plaats, die het 'halfwegpunt' markeert van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen die de Verenigde Naties in 2015 vaststelden voor 2030. Het is geen reden voor een feestje: van de 17 Sustainable Development Goals lijkt er niet één volledig gehaald te gaan worden.
In 2015 ratificeerden de Verenigde Naties 17 Sustainable Development Goals (SDG’s), bedoeld om de wereld verder te helpen op terreinen als onderwijs, welvarendheid, economische groei, duurzaamheid, gelijkheid en biodiversiteit. Met het oog op minder geweld, honger de wereld uit, een einde aan armoede, minder ongelijkheid, toegang tot schoon water en sanitair maar ook het tegengaan van klimaatverandering werden 169 subdoelen met meetbare eenheden vastgesteld. Nu, in 2023, zijn we halverwege de vastgestelde looptijd van de SDG's. De doelen lijken tot utopie verworden te zijn.

De afgelopen jaren kreeg de wereld te maken met een aantal fikse tegenslagen, zoals de covidpandemie, de Russische inval in Oekraïne met stijgende energie- en voedselprijzen tot gevolg, gewapende conflicten en verschillende verwoestende natuurrampen. "De vooruitgang bij meer dan 50 procent van de doelstellingen van de SDG's is zwak en onvoldoende, en bij 30 procent is de vooruitgang tot stilstand gekomen of teruggedraaid," constateerde António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, in het jaarlijkse voortgangsrapport van de VN. "Hiertoe behoren belangrijke doelstellingen op het gebied van armoede, honger en klimaat. Als we nu niets doen, kan de 2030-agenda een grafschrift worden voor een wereld die had kunnen zijn.”

Volgens Guterres is de oplossing gelegen in een fundamentele herziening van het internationale financiële systeem, inclusief schuldsanering en herverdeling van middelen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Duitsland onderschrijft die insteek en heeft in de aanloop naar de SDG-top VN-lidstaten aangespoord geld beschikbaar te maken voor 'sustainable finance'.

Bondskanselier Scholz zal ook persoonlijk bij de top aanwezig zijn. "Duitsland zal zich inzetten om de koers uit te zetten voor een versnelde implementatie, bijvoorbeeld door hervormingen in de internationale financiële architectuur. Publieke en private financiële stromen moeten meer worden afgestemd op de duurzame ontwikkelingsdoelen, om financiële capaciteit te creëren voor sociaal-ecologische transformatie”, zei hij in Deutsche Welle.

Ook Frank Biermann, hoogleraar global sustainability governance aan de Universiteit Utrecht, zit op dat spoor. Hij pleit voor een sterkere rol en meer regie van de overheid. Met "grotere ambities in rijke landen, doelen aanpassen en aanscherpen in het licht van huidige crises, toewerken naar een juridisch bindend kader voor de doelen en sterkere internationale instituten," is het mogelijk een ommekeer te bewerkstelligen, zegt hij in de Volkskrant.

Maar dan moeten de rijke landen dit keer wel hun verantwoordelijkheid nemen. Maar al te vaak hebben de arme landen moeten zien hoe de rijke industrielanden hun beloften breken en toezeggingen niet nakomen. En dus blijft bezorgdheid over de haalbaarheid van de SDG's, zonder de politieke wil en daadkracht van landen om zich daadwerkelijk eraan te committeren, overheersen op de top. 2030 is nog maar 7 jaar weg, en vrijwel alle 'vooruitgang' kleurt rood, zoals onderstaand overzicht laat zien.

Prijsverstorende subsidies
Wat 'sustainable finance' is behalve een mooi woord blijft in de mist. Recent werd bekend dat bedrijven 44% van hun winst verliezen als ze alleen al de schade van hun koolstofemissies compenseren. Dat staat nog los van de vele andere vervuilingen van water, bodem, lucht en het verlies aan biodiversiteit dat ze veroorzaken. Als bedrijvigheid verlieslatend wordt, is moeilijk te bedenken wat 'financierbaarheid' betekent. Voorafgaand aan de G20-top begin deze maand in India stelde investeerdersnetwerk Fairr voor om de subsidies voor de landbouw en dus voedselproductie in overeenstemming te brengen met de SDG's op het gebied van klimaat en natuur. Het accent van overheidssteun aan de landbouw moet worden verplaatst van het bevorderen van overproductie naar het ondersteunen van initiatieven voor klimaat- en natuurbescherming. Zo'n $500 miljard wordt verkeerd besteed. Dat forse bedrag wordt als steun aan de landbouw uitgeven, maar heeft een prijsverstorend effect (lees: het maakt voedsel te goedkoop) en is nadelig voor milieu en maatschappij. Naar schatting is $44.000 miljard aan economische waardecreatie afhankelijk van ecosysteemdiensten. Dat is volgens Fairr meer dan de helft van het mondiale bbp. Die impact op het bbp kan het financiële systeem van de wereld ondermijnen.

Progress Report 2023 SDG's