1. Wat motiveerde je om boer te willen worden en waar lig je nu soms wakker van?
Mijn grootouders en ouders zijn agrarisch ondernemer. Het is bij ons dus logisch om in het familiebedrijf te stappen. In eerste instantie lag daar niet echt mijn hart. Toen mijn vader me voor het eerst op de trekker zette begon ik het toch leuk te vinden. Vanaf dat moment was ik steeds meer betrokken. Ik vind het ontzettend gaaf om met dieren te werken. Het is heel mooi om een dier gezond te zien opgroeien en daar met je expertise aan bij te dragen.

Ik vind het zorgelijk dat de overheid geen vergunningen kan afgeven voor 1-ster stallen terwijl we de markt geweldig mee hebben
Het is op dit moment lastig voor jonge ondernemers om een boerenbedrijf over te kunnen nemen. Er zijn genoeg jonge ondernemers die willen, maar het niet lukt door gebrek aan financiering en vergunning. De vergunningverlening is stil komen te liggen vanwege de stikstofdiscussie. Dat geldt ook voor de transitie binnen de pluimveesector. Wij hebben de overstap kunnen maken van gangbare vleeskalkoenen naar Beter Leven 1-ster kippen, maar zelfs die maatschappelijk gewenste trend waar de supermarkten nu een flinke markt voor hebben gemaakt loopt spaak op de vergunningverlening. Ik vind het zorgelijk dat de overheid geen vergunningen kan afgeven voor 1-ster stallen terwijl we de markt en samenleving geweldig mee hebben. We hebben in Nederland een sterk concept ontwikkeld, dat moeten we in eigen hand houden en niet naar het buitenland verplaatsen.

2. Hoe zorg je er nu voor dat je meer kunt dan de rekeningen betalen?
Binnen ons bedrijf hebben wij naast vleeskuikens ook een akkerbouwtak. We verbouwen zelf de tarwe die we aan onze kippen kunnen voeren. We proberen ons te onderscheiden van andere ondernemers door de keten kort te houden. Bovendien zetten we met onze Beter Leven 1-ster kippen in op meer diergezondheid en dierenwelzijn. Dat betaalt zich terug.

De laatste twintig jaar heeft voornamelijk de overheid zitten slapen, waardoor ze nu ineens hard aan de rem trekt
3. Welke gevoelens heb je gehad bij de politieke discussie van de afgelopen jaren over natuur en milieu in relatie tot boeren?
Natuur en milieu zijn heel belangrijk. Daar ligt voor Nederland een grote opgave en daar zullen we ook als landbouwsector echt iets mee moeten gaan doen. Tegelijkertijd maak ik me zorgen dat er teveel druk op ons komt te staan. Ik vind het teleurstellend dat boeren in een verkeerd daglicht worden gesteld. De laatste twintig jaar heeft voornamelijk de overheid zitten slapen, waardoor ze nu ineens hard aan de rem trekt. We zijn sterk geworden in efficiëntie. Dit werd immers altijd van de sector gevraagd. We moeten op zoek naar een nieuw optimum tussen de economische, ecologische en dierenwelzijnsaspecten. Toch ben ik ervan overtuigd dat de sector zich wel redt en kan aanpassen. De sector is uiterst flexibel, dat heeft de sector door de jaren heen wel bewezen. Ik vind dat Nederland trots mag zijn op zijn boerensector: die is innovatief, vooruitstrevend en continu in beweging. Jammer dat dat niet af en toe wordt beloond.

4. Voor welke uitdagingen staat het nieuwe kabinet die jou zullen gaan raken?
De overheid moet met de sector in gesprek gaan over wat wel en niet mogelijk is. Als je daar op tijd mee begint dan kun je in kleine stapjes vooruit werken. Door het vooruit te schuiven wordt de opgave alleen maar groter en dat is in het verleden gebeurd. Voor de ondernemers die door willen gaan wordt het daarom steeds moeilijker. Door samen te werken aan een plan te maken waar we samen naartoe willen werken voorkom je protesten en verzet. De sector vergrijst. Wil je die toch in benen houden, dan is het des te belangrijker dat het kabinet luistert naar met name ons jonge boeren.

De sector vergrijst. Wil je die toch in benen houden, dan is het des te belangrijker dat het kabinet luistert naar met name ons jonge boeren
Naast de vraagstukken rondom natuur en milieu, komt dierenwelzijn hoog in het vaandel te staan. Mensen vinden het steeds belangrijker te weten wat er in de voedselketen gebeurt. Om aan die maatschappelijke vraag te voldoen is bijvoorbeeld extensiveren een nieuwe manier van boeren. Het kabinet moet samen met boeren kijken om een nieuwe balans te vinden tussen natuur en de agrarische sector. We willen uiteindelijk allemaal goed voedsel kunnen eten.

5. Wat heb je nodig van het nieuwe kabinet om succesvol en door je omgeving en klanten gewaardeerd te kunnen boeren?
Boeren hebben handvatten van de overheid nodig. Dat geldt op het gebied van vergunningverlening en dat van de eco-regelingen om de juiste transitie te kunnen maken. Daarvoor is het nodig dat de overheid faciliteert, boeren inlicht en goed samenwerkt. Nog belangrijker is de vertrouwensband met de sector. Het helaas mislukte Landbouwakkoord heeft een begin gemaakt met de opbouw van vertrouwen in elkaar, maar daar moet nog veel meer aan gewerkt worden.

Laten we niet bij de pakken neerzitten
6. Welke van die wensen verwacht je dat het nieuwe kabinet niet zal waarmaken?
Ik ben bang dat het blijft steken op het onvoldoende faciliteren van de lange termijn. Het is natuurlijk heel complex en van alle kanten wordt getrokken aan alles dat tegelijk moet worden gedaan: meer dierenwelzijn, milieu- en klmaatvriendelijker en nog betaalbaar ook. Het is lastig om een balans te vinden om de sector handvatten te geven zodat de sector op korte termijn vooruit kan en vertrouwen voelt voor de toekomst. Het hangt op een soort juridische houdbaarheid. Je wilt dat de aanpak en regelgeving de komende tien of twintig jaar blijven bestaan. Dat hangt niet alleen af van het beschikbare budget, maar vooral van vertrouwen in de standvastigheid van de politiek. Daar heeft het proces dat tot het Landbouwakkoord had moeten leiden een basis voor gelegd, maar het is er nog altijd niet. Ik hoop dat we dat vertrouwen samen verder kunnen uitbouwen.

7. Welke consequenties heeft dat voor jou?
Als de overheid niet helpt om stappen te zetten, ga je het als bedrijf niet redden. Om te kunnen voldoen aan de stikstofopgave moeten vaak kostintensieve investeringen worden gedaan, zoals het plaatsen van een luchtwasser. Dat heeft een enorm effect op ons inkomen, vooral als zo’n opgave dwingend wordt opgelegd. Als je daar financieel niet de ruimte voor hebt, hoop ik dat de overheid daar haar steentje aan wil bijdragen: luisteren naar de huidige en jonge boeren en hen faciliteren om de toekomst financierbaar te maken. Die boodschap zou ik iedere politieke partij mee willen geven. Laten we niet bij de pakken neerzitten maar er samen voor gaan!

Voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november aanstaande gaan we 2 weken dagelijks met jonge boeren in gesprek. Zij zijn de toekomst van de landbouw. Als zij de pijp aan Maarten geven, wie maakt dan ons eten? We vragen hen waarom ze boer willen worden, hoe ze kijken naar de toekomst en de politiek die daar een belangrijke invloed op heeft en waar ze wakker van liggen. Eerder leidden we de serie in met een analyse van het RTL-lijsttrekkersdebat. De al verschenen interviews vind je hier.
Dit artikel afdrukken