1. Wat motiveerde je om boer te willen worden en waar lig je nu soms wakker van?
Op dit moment ben ik zelf geen boer, maar laat ons eerlijk zijn: er is geen schonere stiel. Tussen dieren en planten iets groeien en zo ook nog eten produceren, dat is machtig. Ondernemen, dat is fantastisch. Ik ben nu fulltime bezig voor Groene Kring, maar ben geregeld jaloers op mijn vader en broer thuis. Zij doen hun ding op het bedrijf, werken elke dag naar beter en bepalen hun dromen. Ik help en denk nog heel wat op het bedrijf, maar mij kun je geen actieve boer noemen.

Waar ik het meest van wakker lig is hoe we niet voor één individuele landbouwer, maar voor de hele sector een duurzame toekomst voorzien. Ik zie dat er steeds mensen afvallen, omdat er geen plaats is, omdat ze niet rond kunnen komen of omdat ze het gewoonweg niet zien zitten. Uiteindelijk houden we nog maar weinig boeren over. De omgekeerde gedachtegang is net zo belangrijk: hoe kunnen we voor de hele sector een toekomst voorzien die voor individuele jonge boeren werkt. Dat evenwicht is nu wel verdomd moeilijk.

Ik zie dat er steeds mensen afvallen. We verliezen menselijk kapitaal en ondertussen zijn we ook nog eens niet aan het verduurzamen
2. Hoe zorg je er nu voor dat je meer kunt dan de rekeningen betalen?
Vandaag is het inventief zijn en wachten. Gelukkig zijn jonge boeren inventief, maar voor velen is het ook gewoon wachten. Ik ken genoeg bedrijven die enkel de rekeningen kunnen betalen. Dat is de grote tristesse van dit beleid: de verduurzaming blijft uit en zo ook de toekomst voor veel jonge boeren.

3. Welke gevoelens heb je gehad bij de politieke discussie van de afgelopen jaren over natuur en milieu in relatie tot boeren?
Ik volg de Nederlandse discussies. De Vlaamse lopen op een bepaalde manier heel gelijk: er wordt veel gepraat over landbouw en nog meer over het deeltje stikstof, maar men komt helaas niet tot de essentie. Het blijft hangen in platitudes en politieke profilering. Er is in de politieke discussie echt een gebrek aan visie op de toekomst van de landbouw en het platteland, de essentie in het hele verhaal. Dat is heel frustrerend. De kaarten liggen er om een wervende visie te voorzien en uit te voeren. Toch slaagt de huidige politiek er niet in om die écht te voorzien. Met alle gevolgen van dien: jonge boeren stappen uit de sector niet wetende waarheen, we verliezen menselijk kapitaal en ondertussen zijn we ook nog eens niet aan het verduurzamen.

Opvolgers nemen het boerenbedrijf van hun ouders pas over als dat werkelijk loont naar de toekomst
4. Voor welke uitdagingen staat het nieuwe kabinet die jou zullen gaan raken?
Ons nieuwe kabinet zal pas verkozen worden in juni (samen met het Europese), maar de volgende regering zal die toekomstvisie moeten zetten. En dat is gezien het track record van de huidige regering een grote uitdaging. Het zal nodig zijn om die visie samen met de sector te bepalen. Daaruit volgt wat er moet gebeuren met onder andere het stikstofbeleid, grondenbeleid, marktbeleid en plattelandsbeleid. Het is belangrijk dat er een visie wordt gezet, geen wish list. Keuzes maken dus. Die zullen soms hard zijn, ook voor boeren. Nu zitten we onder zo’n stapeling van regels dat het ook niet meer mogelijk is om een bedrijf uit te bouwen. Voor mij zijn dé volgende vragen het voornaamst:
  • Welke ruimte is er voor landbouw in Vlaanderen?
  • Hoe brengen we natuur en landbouw samen en versterken we beide?
  • Kiezen we voor absoluut vrije markt of willen we de marktpositie van boeren verbeteren?
  • Hoe worden milieukosten door de markt opgeslorpt?
  • Welke sociale functies zien we op het platteland en hoe versterken we die?
  • Hoe zorgen we ervoor dat op het platteland samenwerken weer kan in plaats van tegenwerken?

5. Wat heb je nodig van het nieuwe kabinet om succesvol en door je omgeving en klanten gewaardeerd te kunnen boeren?
De regering moet voorzien van zekerheid en visie op de lange termijn. Verder moet ze vooral coherent zijn. Als ze wil dat ecologische duurzaamheid gepaard gaat met een inkomen voor boeren (wat ze toch lijkt te zeggen), dan moet ze daar ook naar handelen. De meest haalbare manier die ik daartoe zie is een soort groots landbouwakkoord. Dat hebben we in Vlaanderen nog niet gehad. Wanneer we alle middenveldsorganisaties aan tafel zetten geloof ik er in dat we tot een gedragen besluit kunnen komen. Gezien middenveldsorganisaties minder onderhevig zijn aan profileringsdrang is de kans op slagen groter en geeft het de politiek ademruimte om uit te voeren.

6. Welke van die wensen verwacht je dat het nieuwe kabinet niet zal waarmaken?
Ik voorzie twee scenario’s en denk dat Nederland aan gelijkaardige scenario's onderhevig is: ofwel ziet de volgende Vlaamse regering in dat het zo niet verder kan en alles vastloopt. Ze handelt om het op te lossen en gaat depolariseren. Dat doet ze door de sector te betrekken, maar ook door haar manier van communiceren aan te passen. Vervolgens maakt ze grote doelstellingen voor de landbouw, en zet ze de hele keten en het hele middenveld aan het werk om het in te vullen. Daarbij geeft ze hen opvallend veel bevoegdheid. Ze geeft ook aan dat partners die uitstappen zichzelf van de tafel praten. Zo wordt een dialoog opgezet waarbij elke partij baat heeft.

Ander alternatief is dat de Vlaamse regering blind blijft. Er komt een soort verrottingsstrategie met als gevolg een minder duurzame en ecologische sector die minder gericht is op de toekomst van de landbouw. De regering blijft naar oplossingen zoeken, maar polariseert daarin. Er is altijd iemand die het geheel aanvecht waardoor alles muurvast komt te zitten en de gevolgen op het terrein nog groter zijn dan vandaag.

Ik heb geen glazen bol, maar bij het tweede scenario zou teleurstelling overheersen.

7. Welke consequenties heeft dat voor jou?
De toekomst van de sector staat op het spel. Dat betekent dat ook ons bedrijf thuis onderhevig is aan de politieke besluitvorming op het gebied van landbouw. Een boerenbedrijf wordt pas overgenomen als dat werkelijk loont naar de toekomst. Vandaag lijkt dat onwaarschijnlijk.

Voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november aanstaande gaan we 2 weken dagelijks met jonge boeren in gesprek. Zij zijn de toekomst van de landbouw. Als zij de pijp aan Maarten geven, wie maakt dan ons eten? We vragen hen waarom ze boer willen worden, hoe ze kijken naar de toekomst en de politiek die daar een belangrijke invloed op heeft en waar ze wakker van liggen. Eerder leidden we de serie in met een analyse van het RTL-lijsttrekkersdebat. De al verschenen interviews vind je hier.
Dit artikel afdrukken