1. Wat motiveerde je om boer te willen worden en waar lig je nu soms wakker van?
Mijn ouders zijn geen boeren. Ik ben geboren en getogen in het dorp Horst in Limburg. Ik heb altijd een grote liefde gehad voor dieren en voedselproductie in de volle breedte: koken, groente verbouwen, eieren rapen bij de kippen. De hele voedselketen vind ik interessant, met name het stukje waarbij je voor mensen onverteerbaar eten via dieren omzet in voor mensen geschikt voedsel.

Ik lig regelmatig wakker van het gevoel onrechtvaardig behandeld te worden. Het lijkt alsof de landbouw de rekening moet betalen voor het welvaartsucces van ons land. We zijn super welvarend. Dat staat los van de discussie of boeren nou wel of niet hebben bijgedragen aan dat succes. Ons land permitteert zich grote hoeveelheden fossiele brandstoffen, die het klimaat veranderen in alle vormen, te gebruiken maar duwt zijn voedselzekerheid volledig naar de achtergrond. We hebben een wegwerpmaatschappij gemaakt. We kopen elke vijf jaar een andere auto. Vernieuwen om de twee jaar onze volledige garderobe. Bovendien produceren we gigantische hoeveelheden kunststof. Die luxe vreet energie, waarvan de landbouw de rekening mag betalen omdat boeren zogenaamd de grootste vervuilers zijn.

2. Hoe zorg je er nu voor dat je meer kunt dan de rekeningen betalen?
Ik maak me economisch weinig zorgen. Met mijn spaargeld ben ik begonnen en heb daarmee mijn bedrijf van 3000 melkgeiten opgebouwd. De focus ligt altijd op een balans tussen investering en rendement, waarbij het dier ten alle tijden centraal staat en diergezondheid en dierenwelzijn bovenaan. Rendement hoeft niet ten koste te gaan van het dier. Een dier moet gezond zijn. Dat betekent zonder antibiotica en verder hetzelfde als voor jou, mij en elk levend organisme: water, lucht en voeding. Een goed klimaat, gezond, schoon en fris drinkwater en goed voer. Daar ben ik zelf als mens ook mee bezig: wat eet ik? Waarom wel of waarom niet? Daar kijk ik voor mijn dieren net zo naar.

Het verschil met de kringloop van de natuur is dat wij boeren geïmporteerd veevoer toevoegen aan die lokale kringloop, maar er tegelijkertijd ook levensmiddelen aan onttrekken
3. Welke gevoelens had je de afgelopen jaren bij de politieke discussie over natuur en milieu in relatie tot boeren?
Dat onmachtsgevoel dat ik eerder beschreef. In mijn ogen wordt er één grote vergissing gemaakt: de NH3 (ammoniak) die wij boeren uitstoten wordt op één hoop geveegd met de NOx (stikstofoxide) die ontstaat bij verbrandingsprocessen. Alles wat mijn dieren uitstoten is ooit eerder gewonnen uit de lucht of uit de bodem door een plant uit de bovenste laag van de aardkorst. Gewassen halen stikstof uit de lucht dat ze omzetten in eiwitten. Dieren zetten die eiwitten om in melk, vlees en eieren, en ontlasting. De ammoniak die uit hun ontlasting ontstaat komt uiteindelijk weer terug bij de gewassen wat de kringloop compleet maakt. Het verschil met de kringloop van de natuur is dat wij boeren geïmporteerd veevoer toevoegen aan die lokale kringloop, maar er tegelijkertijd ook levensmiddelen aan onttrekken. Maar dat verandert niets aan de circulariteit van stikstof.

De wereld gaat kapot aan het rappe verbruik van niet circulaire brandstoffen. De energie die Moeder Natuur in de aardbol heeft gestopt (gas, aardkool, steenkool, aardolie) jagen we nu in een paar honderd jaar de lucht in. Het heeft miljoenen jaren geduurd om die energie in de bodem te krijgen. Ik steun dan ook de A12-blokkades als statement naar de fossiele industrie. Er moet iets gebeuren aan het feit dat er geen maatschappelijke vloek ligt op fossiel consumeren. Daar hoort ook het verschepen van producten bij. Of het eten van biologische producten die van de andere kant van de wereld blijken te komen. Dan ben je niet de wereld aan het redden.
Ik steun dan ook de A12-blokkades als statement naar de fossiele industrie

Het aanpakken van boeren is een soort afleidingsmanoeuvre. De overheid maakt zich druk om boeren en het houden van teveel dieren in Nederland. Maar het houden van dieren doen we op een milieuvriendelijke manier. Dat weegt niet op tegen het uitkopen van boeren om vervolgens dezelfde voedingsmiddelen te importeren uit verre landen. Daar gebeurt dat minder milieuvriendelijk en daar kijkt de overheid niet naar.

4. Voor welke uitdagingen staat het nieuwe kabinet die jou zullen gaan raken?
De uitdagingen om de stikstofproblematiek in de breedte op te lossen en de focus van de landbouw af te halen. Er moet wat gebeuren aan die slurpende fossiele consumptie van textiel, kunstof en energie. Alleen met zonnepanelen gaan we dat niet oplossen. En al helemaal niet om daarvoor goede landbouwgrond te verspillen. Dat breekt mijn boerenhart.

5. Wat heb je nodig van het nieuwe kabinet om succesvol en door je omgeving en klanten gewaardeerd te kunnen boeren?
Ik voel me voldoende gewaardeerd door de maatschappij. Omdat mijn bedrijf dicht bij consumenten staat, heb ik een realistisch beeld van hoe mensen over landbouw denken. Wij boeren maken ons druk over dingen waarvan we denken dat heel Nederland er mee bezig is. In werkelijkheid is het alleen een kleine groep die zich druk maakt over bijvoorbeeld stikstof.

Een aantal jaar geleden heb ik een plan uitgewerkt voor een nieuw stalsysteem waarin emissies geen rol meer zouden spelen. Uiteindelijk kreeg ik daar geen vergunning voor. Mijn hoop is dan ook dat de overheid kleine initiatieven rondom zaken als bodemgezondheid, huisvesting en emissies stimuleert en faciliteert, zonder met geld te hoeven smijten. Dat zijn dus subsidies voor echte innovaties, niet het soort subsidies dat wordt verleend op basis van een puntensysteem. Zulke subsidies staan vaak haaks op beslissingen van de gemeente. Trouwens, als de gemeente geen vergunning verleent sta je met je goeie gedrag nog steeds voor een dichte deur.
Bureaucratie is belangrijker dan praktijk; daar ben ik bang voor

6. Welke van die wensen verwacht je dat het nieuwe kabinet niet zal waarmaken?
Ik ben bang dat de overheid mijn innovatie-wens niet zal waarmaken. Voor de overheid moet alles te allen tijde meetbaar en controleerbaar zijn. Bureaucratie is belangrijker dan praktijk; daar ben ik bang voor.

7. Welke consequenties heeft dat voor jou?
Als ondernemer investeer ik nu vooral buiten de landbouw en binnen de landbouw blijf ik doen wat ik doe. Naast mijn geitenhouderij steek ik mijn energie in een kinderdagverblijf. Ik werk heel graag in de stal met mijn beesten, maar ondernemen doe ik nu elders. Het werk in het kinderdagverblijf geeft mij veel voldoening en bovenal rust in de hele stikstofdiscussie. Hier kan ik mijn ondernemersenergie wel kwijt. Zou ik groen licht krijgen voor mijn plan van mijn nieuwe stalconcept bij de melkgeiten, dan begin ik morgen meteen met bouwen.

Burgerzoon Frank Brinkhaus startte zijn eigen boerderij inmiddels bijna 15 jaar geleden. Zoals hij hierboven aangeeft, was hij 'gek' van het werken met dieren. Met behulp van zijn eigen spaarcenten en kapitaal van een gestopte melkveehouder waar hij zaterdaghulp was geweest, kon hij een geitenboerderij starten. Het verhaal van de start van zijn boerenbedrijf en het ondernemerschap waarmee hij het heeft ontwikkeld is hier te lezen.
Dit artikel afdrukken