In het tweede debat van 'It's the food, my friend' leek duidelijk te worden dat boeren in Nederland economisch niet kunnen overleven, tenzij de politieke wil bestaat hen te helpen overleven.
Op de vooravond van de verkiezingen van 2017 werd nog eens duidelijk hoe weinig prioriteit voedsel en landbouw in de politiek hebben. Tijdens het grote slotdebat tussen de lijsttrekkers werd wel over klimaat gesproken, maar over de voedselcrisis geen woord. Gelukkig werd in de Rode Hoed wél over de toekomst van onze voedselvoorziening gesproken. Specifiek over de toekomst voor Nederlandse boeren. Die ziet er niet rooskleurig uit, als de overheid geen bewuster landbouwbeleid gaat voeren. De race om opschaling gaan we in Nederland niet winnen, dus de oplossing zit in vergroening, verduurzaming, verbreding en verdieping. Daartoe moeten belastingen verschuiven van arbeid naar grondstoffen.
20.000 koeien
Tijdens de tweede debatavond werden de naakte feiten van de landbouw nog eens op tafel gelegd. Landbouweconoom Cor Pierik liet zien hoe de boerenstand tussen 1950 en nu vrijwel decimeerde, terwijl de productie omhoog spoot en de schuldenlast en bedrijfsgrootte enorm toenamen. Maar de boereninkomens zijn in de afgelopen twintig jaar gedaald in plaats van gestegen. Het einde van de opschaling is nog niet in zicht, zolang de markt open blijft: in Spanje is al een bedrijf met 20.000 melkkoeien gesignaleerd en op den duur kunnen we nooit concurreren met de megabedrijven in het Oostblok.
Wij stoppen
Elke dag stappen zes boeren uit deze ratrace, zoals Herman en José Bongen. José zette in augustus 2016 een open brief op Facebook, waarin ze vertelde dat ze gingen stoppen met hun melkveebedrijf in de Achterhoek. Ze las een stukje voor: "Het was mijn plan een snedig stuk te schrijven, over een hypocriete politiek en samenleving die vol is van duurzaamheid en dierwelzijn, maar intussen toestaat hoe de voedselketen de laagste prijzen afdwingt, megamarges hanteert over de rug van boer en koe, en de markt met goedkope bulkmelk laat overspoelen. Maar ik kan de toon niet meer vinden. Het is wat het is. De knoop is door, de koek is op... wij stoppen met onze boerderij."
Bijlenen? Geen probleem
Herman en José legden de zaal uit dat de bank hen nog best 1,6 miljoen euro wilde lenen om naar biologisch om te schakelen. Maar ze zagen het niet zitten om voor elke liter verkochte melk (à 35 cent) 15 cent aan rentelasten te gaan betalen. Grond is gewoon te duur geworden. Ondertussen werkte Herman zich over de kop, omdat de marges te klein werden om loonwerkers in te huren. Hun inkomen verdienen ze nu al drie jaar met de goedlopende kinderopvang van José. Het bedrijf staat te koop.
50 jaar GLB, 0 resultaat
Onderzoeker Jeroen Candel van de WUR ging dieper in op het Europees landbouwbeleid, het GLB. Hij benadrukte hoe na 50 jaar Europees landbouwbeleid en diverse hervormingen de problematiek eigenlijk nog precies hetzelfde is gebleven: te weinig inkomenszekerheid, teveel volatiliteit in de prijzen. Er is verlies van arbeidsvreugde en dierenwelzijn. En er is een vertrouwenscrisis. De vrije wereldmarkt heeft de tragedie van de meent, de kern van het boerenprobleem, nog bepaald niet opgelost.
Framing
Candel wees op de bekende alternatieven voor opschaling en specialisatie. Verbreding (multifunctionele landbouw) en verdieping (meerwaarde op product creëren) zouden de landbouw moeten helpen, maar hebben niet kunnen voorkomen dat de landbouw in problemen is geraakt. Verfrissend was zijn toepassing van het begrip 'framing' - zeg maar houdingen - ten aanzien van landbouw. Candel onderscheidt zes frames. Klassiek zijn productionisme, het milieuframe en het vrijhandelsframe. Daar zijn de nieuwe frames van de ontwikkelingslandbouw, regionaliteit en voedselsoevereiniteit bij gekomen. Wat in het ene frame als probleem wordt gezien, is in een ander frame juist het doel. Zo wil het vrijhandelsframe graag maximale productie om de prijs zo laag mogelijk te houden, terwijl het in Nederland gangbare productionisme de lage prijs als probleem ziet.
Coöperatie en nichemarkt als oplossing
Adrian Langereis van Weide Weelde (een zuivelmerk uit Groningen met meerprijs omdat natuurbeheer ermee gesteund wordt) legde uit hoe boeren kunnen ontsnappen aan de fuik: in een kleine coöperatie van 12 boeren verkoopt hij zuivel rechtstreeks aan de retail. Maar dit is ontzettend moeilijk te realiseren en zeker niet weggelegd voor alle boeren. "Het moeilijkst was de samenwerking, iedereen had een ander belang."
Clumsy solutions
Uiteindelijk werden de boeren en adviseurs in de zaal het erover eens dat er een verschuiving nodig is naar het belonen van groene en maatschappelijke diensten, waarbij een veelheid aan 'clumsy solutions' nodig is. Want één generieke rationele oplossing is niet politiek haalbaar en op verschillende locaties passen verschillende oplossingen. De overheid moet wel het kader scheppen voor vernieuwing. Daarvoor is een visie nodig, een stip op de horizon. Voedsel moet politiek worden. Inzetten op lokaal beleid is slim, want provincies en gemeentes lopen op dit moment vóór op het Rijk.
Belasting op grondstoffen
Het stimuleren van duurzame en gezonde voedselproductie kan dan geschieden door accijns te heffen op bijvoorbeeld vlees of suiker. Door de vervuiler te laten betalen, kun je belasting op arbeid vervangen door belasting op grondstoffen. Ook het probleem van de hoge grondprijs in Nederland moet aangepakt worden, bijvoorbeeld met een overheidsfonds dat grond beschikbaar stelt aan boeren. Zo kwam de avond te staan in het teken van de noodzaak van een actieve overheid die zich niet blind uitlevert aan de vrijhandel, maar voedsel en landschap vanuit een toekomstvisie vorm geeft.
Geen slaaf van de bank en melkfabriek
Tijdens de naborrel vertelden Jochem en Gerline Lekkerkerker hun verhaal. Tien jaar geleden hadden ze een melkveehouderij met 120 koeien in de oude polders van IJsselstein. Ze stopten ermee. Gerline vertelt: "Wij wilden geen slaaf worden van de bank en de melkfabriek. We hadden een financieel gezond bedrijf, maar we voelden ons geen ondernemer meer. We konden geen kant uit, alleen maar méér produceren." Jochem vult aan: "Daarbij ben je volledig afhankelijk van de melkprijs. In mijn optiek ben je pas ondernemer als je facturen kunt uitschrijven, dat wil zeggen dat je je eigen prijs bepaalt."
Eindelijk weer ondernemer
Ze gooiden het roer om en verkochten een deel van hun grond. Tegenwoordig hebben Jochem en Gerline 80 vleeskoeien, die op land van Staatsbosbeheer grazen en waarvan ze het vlees direct vermarkten aan restaurants in de omgeving onder de naam Neder-Oudland. Daarnaast beheert Gerline een bed & breakfast en Jochem werkt op een agrarisch accountantskantoor. "Toch voelen we ons nu meer ondernemer dan tien jaar geleden."
Het volgende debat in de serie It's the food, my friend! vindt plaats op woensdag 22 maart in De Rode Hoed in Amsterdam. Thema: Leren van de natuur - transitie in de wetenschap. Met onder meer de Amerikaanse permacultuur-boer Mark Shepard die zijn visie geeft op een ‘herstellende landbouw’ met een mix van eenjarige en meerjarige gewassen.
Dit artikel afdrukken
20.000 koeien
Tijdens de tweede debatavond werden de naakte feiten van de landbouw nog eens op tafel gelegd. Landbouweconoom Cor Pierik liet zien hoe de boerenstand tussen 1950 en nu vrijwel decimeerde, terwijl de productie omhoog spoot en de schuldenlast en bedrijfsgrootte enorm toenamen. Maar de boereninkomens zijn in de afgelopen twintig jaar gedaald in plaats van gestegen. Het einde van de opschaling is nog niet in zicht, zolang de markt open blijft: in Spanje is al een bedrijf met 20.000 melkkoeien gesignaleerd en op den duur kunnen we nooit concurreren met de megabedrijven in het Oostblok.
Wij stoppen
Elke dag stappen zes boeren uit deze ratrace, zoals Herman en José Bongen. José zette in augustus 2016 een open brief op Facebook, waarin ze vertelde dat ze gingen stoppen met hun melkveebedrijf in de Achterhoek. Ze las een stukje voor: "Het was mijn plan een snedig stuk te schrijven, over een hypocriete politiek en samenleving die vol is van duurzaamheid en dierwelzijn, maar intussen toestaat hoe de voedselketen de laagste prijzen afdwingt, megamarges hanteert over de rug van boer en koe, en de markt met goedkope bulkmelk laat overspoelen. Maar ik kan de toon niet meer vinden. Het is wat het is. De knoop is door, de koek is op... wij stoppen met onze boerderij."
Bijlenen? Geen probleem
Herman en José legden de zaal uit dat de bank hen nog best 1,6 miljoen euro wilde lenen om naar biologisch om te schakelen. Maar ze zagen het niet zitten om voor elke liter verkochte melk (à 35 cent) 15 cent aan rentelasten te gaan betalen. Grond is gewoon te duur geworden. Ondertussen werkte Herman zich over de kop, omdat de marges te klein werden om loonwerkers in te huren. Hun inkomen verdienen ze nu al drie jaar met de goedlopende kinderopvang van José. Het bedrijf staat te koop.
50 jaar GLB, 0 resultaat
Onderzoeker Jeroen Candel van de WUR ging dieper in op het Europees landbouwbeleid, het GLB. Hij benadrukte hoe na 50 jaar Europees landbouwbeleid en diverse hervormingen de problematiek eigenlijk nog precies hetzelfde is gebleven: te weinig inkomenszekerheid, teveel volatiliteit in de prijzen. Er is verlies van arbeidsvreugde en dierenwelzijn. En er is een vertrouwenscrisis. De vrije wereldmarkt heeft de tragedie van de meent, de kern van het boerenprobleem, nog bepaald niet opgelost.
Framing
Candel wees op de bekende alternatieven voor opschaling en specialisatie. Verbreding (multifunctionele landbouw) en verdieping (meerwaarde op product creëren) zouden de landbouw moeten helpen, maar hebben niet kunnen voorkomen dat de landbouw in problemen is geraakt. Verfrissend was zijn toepassing van het begrip 'framing' - zeg maar houdingen - ten aanzien van landbouw. Candel onderscheidt zes frames. Klassiek zijn productionisme, het milieuframe en het vrijhandelsframe. Daar zijn de nieuwe frames van de ontwikkelingslandbouw, regionaliteit en voedselsoevereiniteit bij gekomen. Wat in het ene frame als probleem wordt gezien, is in een ander frame juist het doel. Zo wil het vrijhandelsframe graag maximale productie om de prijs zo laag mogelijk te houden, terwijl het in Nederland gangbare productionisme de lage prijs als probleem ziet.
Coöperatie en nichemarkt als oplossing
Adrian Langereis van Weide Weelde (een zuivelmerk uit Groningen met meerprijs omdat natuurbeheer ermee gesteund wordt) legde uit hoe boeren kunnen ontsnappen aan de fuik: in een kleine coöperatie van 12 boeren verkoopt hij zuivel rechtstreeks aan de retail. Maar dit is ontzettend moeilijk te realiseren en zeker niet weggelegd voor alle boeren. "Het moeilijkst was de samenwerking, iedereen had een ander belang."
Clumsy solutions
Uiteindelijk werden de boeren en adviseurs in de zaal het erover eens dat er een verschuiving nodig is naar het belonen van groene en maatschappelijke diensten, waarbij een veelheid aan 'clumsy solutions' nodig is. Want één generieke rationele oplossing is niet politiek haalbaar en op verschillende locaties passen verschillende oplossingen. De overheid moet wel het kader scheppen voor vernieuwing. Daarvoor is een visie nodig, een stip op de horizon. Voedsel moet politiek worden. Inzetten op lokaal beleid is slim, want provincies en gemeentes lopen op dit moment vóór op het Rijk.
Belasting op grondstoffen
Het stimuleren van duurzame en gezonde voedselproductie kan dan geschieden door accijns te heffen op bijvoorbeeld vlees of suiker. Door de vervuiler te laten betalen, kun je belasting op arbeid vervangen door belasting op grondstoffen. Ook het probleem van de hoge grondprijs in Nederland moet aangepakt worden, bijvoorbeeld met een overheidsfonds dat grond beschikbaar stelt aan boeren. Zo kwam de avond te staan in het teken van de noodzaak van een actieve overheid die zich niet blind uitlevert aan de vrijhandel, maar voedsel en landschap vanuit een toekomstvisie vorm geeft.
Geen slaaf van de bank en melkfabriek
Tijdens de naborrel vertelden Jochem en Gerline Lekkerkerker hun verhaal. Tien jaar geleden hadden ze een melkveehouderij met 120 koeien in de oude polders van IJsselstein. Ze stopten ermee. Gerline vertelt: "Wij wilden geen slaaf worden van de bank en de melkfabriek. We hadden een financieel gezond bedrijf, maar we voelden ons geen ondernemer meer. We konden geen kant uit, alleen maar méér produceren." Jochem vult aan: "Daarbij ben je volledig afhankelijk van de melkprijs. In mijn optiek ben je pas ondernemer als je facturen kunt uitschrijven, dat wil zeggen dat je je eigen prijs bepaalt."
Eindelijk weer ondernemer
Ze gooiden het roer om en verkochten een deel van hun grond. Tegenwoordig hebben Jochem en Gerline 80 vleeskoeien, die op land van Staatsbosbeheer grazen en waarvan ze het vlees direct vermarkten aan restaurants in de omgeving onder de naam Neder-Oudland. Daarnaast beheert Gerline een bed & breakfast en Jochem werkt op een agrarisch accountantskantoor. "Toch voelen we ons nu meer ondernemer dan tien jaar geleden."
Het volgende debat in de serie It's the food, my friend! vindt plaats op woensdag 22 maart in De Rode Hoed in Amsterdam. Thema: Leren van de natuur - transitie in de wetenschap. Met onder meer de Amerikaanse permacultuur-boer Mark Shepard die zijn visie geeft op een ‘herstellende landbouw’ met een mix van eenjarige en meerjarige gewassen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dick Veerman Dat kan natuurlijk, maar die ondernemers denken wellicht nog economischer dan de huidige boeren. En de huidige boeren zetten al hun vraagtekens bij de economische haalbaarheid. Dus dat betekend opschalen en het liefst zonder het altijd dure areaal. Je voorspelling industrieboeren en knuffelboeren komt nu dichtbij of niet?
Dick, jouw opmerking doet me denken aan de 'klassieke' vraag of landbouw een gewoon onderdeel is van de economie, of juist niet. Het antwoord op die vraag is - net als bij jouw vraag - zeer bepalend voor je kijk op de sector.
Ik neig naar een 'gewoon' onderdeel. In de landbouw voltrekken zich ontwikkelingen - schaalvergroting, niches met aanjaagfuncties, specialisatie - die je ook in de rest van de economie ziet. Dankzij de beschermende werking van het GLB zijn de ontwikkelingen in de landbouw minder hard gegaan dan zonder dat beleid het geval zou zijn geweest.
De makke van de landbouw is vooral de zeer lage rendementen. Daar is geen pasklare oplossing voor. Je zou verschillende verdienmodellen eens naast elkaar moeten leggen. Wat gebeurt er als je een groep consumenten aandeelhouders of belanghebbende maakt van een boerderij? Kun je dan beter boeren? Is een model denkbaar waarbij de boer in loondienst is en het risico van de bedrijfsvoering bij iemand anders op het bord komt?
De vraag is natuurlijk eenvoudig: wil je boeren? Al decennia is het antwoord: nee, ondernemers. De VVD won er veel aanhang mee onder boeren, al schijnt bij de jongste verkiezingen het CDA met zijn nadruk op 'eerlijke prijzen' weer te hebben gewonnen.
De jongste staatssecretaris van PvdA-huize heeft in zijn korte ambtsperiode veel schade kunnen realiseren voor CDA-achtige 'eerlijke prijzen-boeren' omdat ook hij dat antwoord gaf. Het mag hem vergeven worden, want hij begreep weinig van het boerendossier. Dat maakt de vraag er overigens niet minder simpel om: die blijft of we boeren of ondernemers willen?
En het antwoord blijft: ondernemers. Dat voorspel ik alvast.
Rudi Lambert 1 , Dat zou een oplossing kunnen zijn, maar dan moet de EU stoppen met landbouwsubsidies omdat die de markt verstoren. Daarnaast moet er dan ook niet geklaagd worden over ethiek en schaalgrootte. We zitten nu in de vrije markt zoals Oostvaardersplassen vrije natuur is. Teveel grote grazers maar geen groot wild en niets kan optimaal floreren.
Typisch... altijd weer die roep naar de overheid om 'het te regelen'. Dat doen ze niet. De EU en de Nederlandse overheid hebben gekozen voor verder gaande industrialisering van de landbouw. Die 6 boeren per dag die er mee kappen... dat is geen 'probleem', maar het doel van het beleid. Wachten op de overheid en regelgeving is niet realistisch. Net als bij duurzaamheid... Als we hier iets aan willen doen zullen we zelf aan de slag moeten... gelukkig gebeurt dat ook. Steeds meer mensen kiezen voor biologisch en lokaal en er verschijnen aan de lopende band nieuwe bedrijven en boerderijen die het wel anders doen.