De afgelopen 20 jaar is de bebouwde ruimte in alle Nederlandse provincies toegenomen, ten koste van agrarisch terrein. In de provincie Zuid-Holland kwamen de meeste woon-, bedrijven- en verkeersterreinen erbij; 23,4% van Zuid-Holland is nu bebouwd. In Friesland was de groei van de bebouwing het kleinst en maakt bebouwing nu 7,4% van het bodemgebruik uit.
Dat meldt het CBS.
Naast Zuid-Holland, waar de bebouwing met 3 procentpunt groeide, maakten ook Utrecht (2,2 procentpunt) en Flevoland (2,0 procentpunt) een groeispurt door. In Zuid-Holland en Utrecht, maar ook in Noord-Holland en Noord-Brabant hing die groei samen met de bouw van Vinex-wijken, tussen 1995 en 2005. In Friesland en Drenthe bleef de toename van de bebouwing beperkt tot 1 procentpunt.
In vrijwel alle provincies nam ook de bevolking toe, op Limburg na. Sinds 2003 krimpt het aantal Limburgers.
Minder landbouwgrond
Veel nieuwe bebouwing gaat ten koste van landbouwgronden. In Zuid-Holland liep het landbouwareaal terug met 5,5 procentpunt. Dat komt overeen met 14,6 duizend hectare agrarisch terrein. Niet alle agrarische grond wordt omgezet in bebouwing, dat kan ook bos of natuur zijn. "Ondanks de oprukkende bebouwing hebben de provincies overwegend een landelijk karakter. In 2015 was in alle provincies ten minste 58% van het oppervlak in gebruik voor landbouw, bos en open natuurlijk terrein," schrijft het CBS.
Flevoland raakt tot 2040 10% landbouwareaal kwijt
Wageningen Universiteit (WUR) publiceerde eerder deze week een onderzoek naar de ontwikkeling van het grondgebruik in de provincie Flevoland. Flevoboeren zullen tot 2040 zo'n 10.000 hectare landbouwgrond kwijtraken. Woningbouw en Lelystad Airport pikken het grootste deel in.
Maar Flevoland blijkt vooral ruimte te bieden aan zonneparken, aldus Boerenbusiness. Niet alleen voor de eigen energievoorziening, maar ook voor aangrenzende provincies die minder ruim in de (landbouw)grond zitten. Boeren die hun akkers zien als belegging kiezen voor zonneakkers dankzij subsidies op hernieuwbare energie en de lage rentabiliteit van akkerbouwgewassen.
Landschapsinrichting en -schoon zijn in Nederland een onderwerp aan belang aan het worden, zoals mag blijken uit het begrip landschapspijn dat werd geintroduceerd door de Friese journalist Jantien de Boer en de discussie die deze week volgde op een rapport van Natuurmonumenten over de waardering van Nederlanders voor hun landschap.
Dit artikel afdrukken
Naast Zuid-Holland, waar de bebouwing met 3 procentpunt groeide, maakten ook Utrecht (2,2 procentpunt) en Flevoland (2,0 procentpunt) een groeispurt door. In Zuid-Holland en Utrecht, maar ook in Noord-Holland en Noord-Brabant hing die groei samen met de bouw van Vinex-wijken, tussen 1995 en 2005. In Friesland en Drenthe bleef de toename van de bebouwing beperkt tot 1 procentpunt.
In vrijwel alle provincies nam ook de bevolking toe, op Limburg na. Sinds 2003 krimpt het aantal Limburgers.
Minder landbouwgrond
Veel nieuwe bebouwing gaat ten koste van landbouwgronden. In Zuid-Holland liep het landbouwareaal terug met 5,5 procentpunt. Dat komt overeen met 14,6 duizend hectare agrarisch terrein. Niet alle agrarische grond wordt omgezet in bebouwing, dat kan ook bos of natuur zijn. "Ondanks de oprukkende bebouwing hebben de provincies overwegend een landelijk karakter. In 2015 was in alle provincies ten minste 58% van het oppervlak in gebruik voor landbouw, bos en open natuurlijk terrein," schrijft het CBS.
Flevoland raakt tot 2040 10% landbouwareaal kwijt
Wageningen Universiteit (WUR) publiceerde eerder deze week een onderzoek naar de ontwikkeling van het grondgebruik in de provincie Flevoland. Flevoboeren zullen tot 2040 zo'n 10.000 hectare landbouwgrond kwijtraken. Woningbouw en Lelystad Airport pikken het grootste deel in.
Maar Flevoland blijkt vooral ruimte te bieden aan zonneparken, aldus Boerenbusiness. Niet alleen voor de eigen energievoorziening, maar ook voor aangrenzende provincies die minder ruim in de (landbouw)grond zitten. Boeren die hun akkers zien als belegging kiezen voor zonneakkers dankzij subsidies op hernieuwbare energie en de lage rentabiliteit van akkerbouwgewassen.
Landschapsinrichting en -schoon zijn in Nederland een onderwerp aan belang aan het worden, zoals mag blijken uit het begrip landschapspijn dat werd geintroduceerd door de Friese journalist Jantien de Boer en de discussie die deze week volgde op een rapport van Natuurmonumenten over de waardering van Nederlanders voor hun landschap.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
hoe goed zou het zijn om voor elke hectare landbouwgrond die aan de landbouw ontrokken wordt ook voor minimaal 50 kg fosfaat van de markt te halen? we praten dan over 1000 euro aan varkensrechten per hectare. of 5000 euro aan melkveefosfaat. Door aan de ene kant landbouwgrond weg te halen wordt aan de andere kant het mestoverschot groter.
De warme sanering varkenshouderij is dan misschien wel een zeer terechte correctie vanuit de overheid voor het ontrokken landbouw areaal.
John, even voor alle duidelijkheid: vind je oprukkende bouw een dwingend argument voor warme sanering omdat je de mest niet meer kwijt kunt?
Dat kan ik niet goed volgen: er is toch al jaren te veel mest? Met de nieuwe 'kringlooplandbouw' probeert het Haags-Wageningse beleidscentrum Schouten-Scholten dat op te lossen door de kunstmest eruit te duwen. Maar daar zijn telers niet blij mee omdat het de precisielandbouw waar we zo trots op zijn wat minder goed past.
Op iedere hectare die voor bebouwing aan de landbouw wordt ontrokken kan geen CO2 meer worden vastgelegd. Geen CO2 meer vastleggen lijkt me meer zorgelijk dan minder mestplaatsingsruimte.
Dick #2. Kringlooplandbouw gaat uit van een koppeling tussen vee en grond, met voer en mest als stromen daartussen. Het lijkt me logisch dat een krimp van grond dan moet doorwerken in een krimp van vee, omdat per eenheid vee anders minder voer en meer mest per eenheid grond beschikbaar komt. In de huidige Nederlandse situatie is er al te weinig voer van eigen grond en te veel mest van eigen vee. Een alternatief is nog meer grond in het buitenland inschakelen voor onze veehouderij. Als je de kring maar groot genoeg maakt is kringlooplandbouw altijd mogelijk. Politiek lekker handig.
Er wordt in de media, waaronder deze week in Pauw en Jinek, het beeld neergezet dat het van de zotte is dat de boer mest afvoert en kunstmest gebruikt. Niemand lijkt geïnteresseerd in het waarom. Aangenomen wordt dat dit is bedacht door idiote ambtenaren in Den Haag en Brussel, ingefluisterd door Wageningen. Ergerlijk is dat ook journalisten dat als zoete koek slikken. Er is namelijk een goede reden voor. De reden is dat in dierlijke mest N en P zit in een verhouding die niet past bij de behoefte van het gewas. Er zit relatief te weinig N in, omdat die door vervluchtiging (ammomiak, lachgas, elementaire stikstof) deels verloren ging voordat de mest wordt uitgereden. Dat houdt in de regel in dat slechts bemest kan worden met dierlijke mest tot de behoefte aan P gedekt is (volgens de regel 'bemesting is gelijk aan de gewasopname bij gemiddelde opbrengst', dus geen P-overschot bodem, indien relevant gecorrigeerd voor de P-toestand van de bodem). Het tekort aan N moet dan met kunstmest of vlinderbloemigen. Minder kunstmest kan dus alleen maar als de verhouding N en P door mestbewerking wordt verhoogd. Zeker in de akker- en tuinbouw wordt bovendien verlangt dat de gehalten in de mest constant zijn en dat de mest geen klonten bevat, nodig voor een pefecte verdeling, net als bij kunstmest. (Plaatselijk) te weinig N kost opbrengst, teveel kost kwaliteit.
Ergerlijk is dat er veel wordt gepraat over het vervangen van kunstmest door dierlijke mest, maar dat er hopeloos weinig geïnvesteerd wordt in gedegen onderzoek. Ik denk dat er in Nederland geen bedrijfstak (handel, industrie, landbouw) te vinden is die minder investeert in wetenschappelijk onderzoek (dus geen praktijkdemonstraties e.d.), als percentage van de omzet. Binnen de bedrijfstak melkveehouderij scoort Nederland, vergeleken met de andere belangrijke melkveeregio's in Europa, m.i. beroerd.
Zolang niet wetenschappelijk is aangetoond dat het vervangen van kunstmest door (bewerkte) dierlijke mest milieukundig aanvaardbaar is zal Brussel dat niet toestaan. En terecht. En het op grotere schaal vooruitlopen op onderzoek kunnen we na de affaire 'pulsvisserij' natuurlijk wel vergeten.
Frans Aarts,
Goede reactie! Als je de (thans) beperkende factor (P) in de mest zou verkleinen ontstaan er op termijn ook landbouwkundige- en bodemproblemen met andere elementen (kali, zwavel etc.).