Het EIB zocht in Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Flevoland, Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant, de zeven provincies waar de woningnood het grootst is, naar de meest geschikte locaties om huizen te bouwen. Bijna 90% van het miljoen nieuwe woningen moet in deze provincies worden gebouwd.

Hoewel ook Friesland en Groningen graag nieuwe woningen willen bouwen om het Nederlandse woningtekort op te lossen, vindt het EIB dat geen goed idee. Mensen willen wonen waar hun vrienden zijn en werk is, niet in het noorden van het land.

Het EIB voorspelt dat het aantal van 890.000 huizen dat in de genoemde zeven provincies gebouwd moet worden, niet gehaald zal worden. Het aantal komt tot 2030 volgens het EIB niet verder dan 585.000, een eind onder target dus. Dat komt doordat de bestaande plannen uitgaan van bouw binnen de steden. Vanwege soms problematische vergunningen, bezwaren van omwonenden en andere gewenste bestemmingen dan wonen (zoals bijvoorbeeld energieopwekking) zal een deel van die plannen niet door kunnen gaan. Reden om te kiezen voor bouw op nu nog boerengroen tegen de stad aan. Daar kan efficiënt, goedkoper dan in de stad en grootschalig worden gebouwd met gebruikmaking van al in de aanpalende stad aanwezige infrastructuur. Het spaart bovendien verderweg gelegen natuur.

Het EIB verwacht dat uiteindelijk de helft van de bouwplannen binnen de bestaande steden niet door zal gaan. Daarom wijst het in het rapport Ruimtelijke ordening en bouwlocaties, de potentie van woningbouw in de groene omgeving agrarische gebieden aan waar in totaal 380.000 extra woningen zouden kunnen komen, bovenop de bestaande plannen. Beschermde natuurgebieden zijn buiten beschouwing gelaten, evenals locaties ten noorden van de Randstad.

De inzet op landbouwgrond noemt voorzitter Sjaak van der Tak van boerenorganisatie LTO Nederland op de site van de NOS "onverstandig". Wat hem betreft moeten steden hun bureaucratie beter oplossen en binnen hun grensgebied voor meer woningen zorgen. De al schaarse vruchtbare grond in Nederland wil hij reserveren voor de landbouw.

Al met al zou het gaan om een onttrekking van circa 1,4% landbouwgrond aan de Nederlandse voedselproductie. Boeren die het betreft, kunnen goed worden uitgekocht en zullen van de realisatie van de plannen van het EIB financieel niet slechter worden.
Dit artikel afdrukken