Aan de kopregel te zien was het kwart voor vijf bij de Allerhande. En om vijf uur zou hij naar de drukker moeten. Dan maar eentje van de plank: "Cracottes Vital. Daar zit meer in." De bodytekst begint met een zin die we ook al duizend keer gelezen hebben: "Wie bewust met zijn voeding omgaat, zorgt ervoor niet teveel calorieën binnen te krijgen." Maar dan de slotzin: "Als je tijdens het ontbijt of de lunch zin hebt in een lekkere, luchtige broodaanvuller..."

"Broodaanvuller", dat woord bestond nog niet (beaamt Google)! Net als de introductie van het woord "frisdrank", en het politieke woord "vleesverlater" voorziet "broodaanvuller" in een gat in de woordenmarkt. Je hebt een paar boterhammen op enwil nog wel dooreten, maar je bent bewust aan het doen en dus mag brood niet meer na twee sneetjes. Wat neem je dan? En vooral hoe noem je dat? "Carolien, zou je de ... willen aangeven?" wordt dus voortaan "Carolien, zou je de broodaanvullers willen aangeven?" Lu moet heel snel het woord vastleggen als merk en het clichématige merk "Cracottes Vital" vervangen door "Cracottes broodaanvullers".
Dit artikel afdrukken