Ooit waren de verwachtingen van keurmerken hooggespannen. De Berlijnse muur was gevallen en de wereld werd geregeerd vanuit het principe dat de vrije markt alle problemen kon oplossen. Duurzaamheidsproblemen in de markt, zoals ontbossing, overmatig gebruik van pesticiden en dierenleed, zijn daarmee vanuit het perspectief van de neoliberale economie een ‘market failure’. Dat wil zeggen dat de markt in principe het probleem kan oplossen maar dat nog niet wil lukken omdat niet iedereen over de juiste informatie beschikt.
Ervan uitgaande dat consumenten deugen, zit het probleem dus in de informatievoorziening: als consumenten zouden weten dat voor het ene koffiemerk boeren in Zuid-Amerika worden uitgebuit en voor het andere niet, dan zouden ze onmiddellijk de juiste keuze maken. Die informatie moet dus aanwezig zijn op het moment van aankoop, liefst direct op de verpakking. Dat werd het keurmerk.
Consumenten vinden de labels verwarrend, weten niet precies waar ze voor staan, vinden dat er te veel zijn om ze allemaal precies te kennen, vertrouwen ze niet, of worden in hun keuzes simpelweg geleid door andere triggersOnzekere strijd
Inmiddels weten we wel beter. Keurmerken slagen er niet in de hooggespannen verwachtingen waar te maken. Bij voeding en andere zogenaamde fast moving consumer goods, nemen consumenten vaak een beslissing in een split second waarbij gewoonte en allerlei impulsen uit de aankoopomgeving leidend zijn. Consumenten vinden de labels verwarrend, weten niet precies waar ze voor staan, vinden dat er te veel zijn om ze allemaal precies te kennen, vertrouwen ze niet, of worden in hun keuzes simpelweg geleid door andere triggers.
Het is natuurlijk ook geen eerlijke strijd. De cijfers zijn niet precies bekend, maar het marketingbudget van alle keurmerken in Nederland bij elkaar opgeteld, is hoogst waarschijnlijk maar een schijntje van het marketingbudget dat om gaat in de voedingsindustrie. Omgekeerd zijn de successen met keurmerken vooral behaald wanneer echt grote merken zich met de keurmerken inlaten (denk aan Lipton en Rainforest Alliance). Wanneer grote merken overstag gaan, volgen anderen. Dat is dan meteen een mooie verzekering tegen shaming-campagnes en erosie van je zorgvuldig opgebouwde (en peperdure) merkidentiteit en reputatie.
De bijdrage van keurmerken als informatiemechanisme naar consumenten is eigenlijk misluktBelangrijke partners bij crisis
Dat zet wel aan het denken. De bijdrage van keurmerken als informatiemechanisme naar consumenten is eigenlijk mislukt. Maar keurmerken doen het het zo slecht nog niet als concrete aanleiding om partijen samen te laten werken om de markt duurzamer te maken.
Het blijft daarbij niet alleen bij allianties tussen merken en keurmerken. Om de standaarden van een keurmerk te implementeren, hebben verschillende schakels in de keten elkaar nodig. Denk aan de logistiek die producten met en zonder keurmerk gescheiden moet houden, prijsmechanismes, inkoopprocessen en verpakkingen die moeten worden aangepast, etc. Tijdens een grote crisis in de koffiesector werden keurmerkorganisaties ook ineens belangrijke partners om de continuïteit van de koffielevering aan koffiebranders te garanderen.
Markt als ecosysteem
Om de werkelijke waarde van keurmerken te zien wordt het hoog tijd dat we anders naar markten gaan kijken. De hoogtijdagen van het neoliberale denken liggen achter ons. Onder wetenschappers groeit het besef dat de markt een systeem is, dat zich laat beschrijven zoals een ecologisch systeem en op vergelijkbare manieren te beïnvloeden en aan te passen is. In deze datarijke tijden waarin consumenten behangen zijn met slimme apparaten zijn er veel meer innovatieve manieren te bedenken om de duurzaamheidsboodschap in het gedrag van consumenten te verankeren buiten die split second waarin de aankoopbeslissing genomen wordt.
Om de werkelijke waarde van keurmerken te zien wordt het hoog tijd dat we anders naar markten gaan kijkenIn ieder systeem dat zich goed weet aan te passen aan dreiging van buiten af speelt feedback naar alle spelers in het systeem een belangrijke rol. Consumenten krijgen eigenlijk helemaal geen feedback op de duurzaamheidsconsequenties van hun aankopen. Ik heb wel een stappenteller op mijn telefoon die me verteld of ik genoeg beweeg, maar bijvoorbeeld geen teller voor mijn CO2-uitstoot. Bij online bestellingen krijgen consumenten productassortimenten te zien die bedrijven voor hen hebben uitgezocht. Wanneer consumenten vooraf vast leggen aan welke criteria producten moeten voldoen, kunnen keuzes mede op basis van persoonlijke duurzaamheidswensen ingevuld worden (of voor wie het niet precies weet, zoals ik, kan natuurlijk aanvinken dat producten bij voorkeur aan Rainforest Alliance, Fair Trade, en Beter Leven twee sterren moeten voldoen, of die keurmerken er nu wel of niet op staan). In dat geval doet de ‘burger’ voortaan de boodschappen in plaats van de impulsieve ‘consument’.
Bedrijven hebben daar ook baat bij omdat ze vooraf beter kunnen voorspellen wat we gaan kiezen (minder verspilling). Laten we ons in de toekomst niet blind staren op dat ene aankoopmoment, maar ook alle kansen die daarvoor en daarna liggen.
In een wereld waarin merken, retailers, ketenpartijen en maatschappelijke organisaties de weg naar samenwerking hebben gevonden zijn dergelijke innovaties niet ondenkbaar. Dat is dan misschien wel de echte betekenis van het keurmerk: niet het logootje maar de wereld van duurzame marktinnovatie die er achter schuil gaat doet er toe.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Niels FC Willems eens! Gebrek aan leiderschap.
Mark Soetman Wouter de Heij Weten wat beter is, is het makkelijke deel. Draagvlak voor verandering, is veel moeilijker. Daarom dat het daar ook op hangen blijft. Gebrek aan leiderschap dus. Niet weten hoe democratisch de wind onder systeemveranderingen te krijgen. Terwijl dat is wat mensen massaal willen.
Niels FC Willems #55, ik snap wat je zegt, maar dat kan niet bij elk onderwerp. Als marketing zich alleen richt op onderwerpen die lekker vallen, zijn we gedoemd. Marketing-populisme.
Ik denk dat veel zaken die binnen duurzaamheid (of in elk geval bij de vele opdrachten waarin we moeten verbeteren om de wereld bewoonbaar te houden) vallen, niet geschikt zijn om in te zetten als UBR. Dan blijft over: wel doen (gebeurt alleen bij merken en bedrijven met een intrinsieke drijfveer: Polman’s UL) maar niet rechtstreeks communiceren. Zoals we dat ook bij Lento Melo deden, vindbaar maar niet op de voorpagina.
Niels, als we die weg opgaan - ik hoop het niet - dat krijgen we a) problemen onder het tapijt vegen, b) de verkeerde oplossingen. Een groot gedeelte van de uitdaging zitten nu juist in het grote systeem!
- Hout stook voor electra is sympathiek maar dom.
- Boe roepen om Tata ipv naar H2 is dom.
- o% tax op groente en fruit? Sympathiek maar dom.
- Vleestax? Niet sympathiek maar toch ook doen.
- Tomaten uit Nederland? Ja liever dan uit Marokko.
- grootschalige bio? Nee niet doen. Want elitair.
- Kunstmest in Africa? Ja dat wel.
- Lokale voedselfabrieken? Ja liever dan in polen.
- Liever Unox dan Hema worst (ant Unox is vooral 'gezonder').
- Liever gepasteuriseerde melk dan rauwe melk.
- Liever wel ook een paar kerncentrales.
Consumenten gedragen zich naar
- not-in-by-backyard
- romantisering naar vroeger.
- niet te duur.
- voldoende terugverdienen.
Natuurlijk moeten mensen meegaan, maar je moet vooral als landelijke politiek de onderkant omhoogtrekken. Volgens mij zegt ook Mark Soetman dat met zoveel woorden in #52 En marketeers? Ik denk dat de huidige generatie het nog niet zo goed snapt als pakweg tien of twintig jaar geleden. Misschien te weinig budget, misschien te weinig kunde?
Duurzaamheid (en gezondheid en fairness en ) promoten is niet eenvoudig.
De winst, Mark Soetman, zit h’m ook (of wat mij betreft: juist) in de democratische waarde van oplossingen; dat mensen erin mee zijn.
Ik gebruikte in #40 bewust de rookworst als voorbeeld omdat Unox zich verdedigt met dat rookaroma beter is voor het milieu dan echt roken. Maar dat argument van Unilever gaat er gewoon niet in bij mensen.
De marketeer moet zorgen dat duurzame oplossingen binnen de menselijke maat van het volk relevant zijn. Dan krijg je win-win.