Metabole gezondheid heeft te maken met hoe je lichaam voedsel verwerkt om het vervolgens om te zetten in energie. Of je metabool in orde bent, vertelt je de verhouding van vijf factoren binnen een definitie: een verhoogd lichaamsgewicht (Body Mass Index, de BMI of middelomtrek) en verhoogde bloeddruk (bovendruk en onderdruk), vetten (cholesterol en triglyceriden) of suikers (glucose) in het bloed. Als je naast een te hoge BMI twee of meer van deze vijf criteria te hoge waarden hebben, dan heb je het metabool syndroom volgens het Internationale Diabetes Fonds. Heb je dat, dan loop je een verhoogd risico op aandoeningen zoals obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten.

Obesitas en het metabool syndroom gaan vaak hand in hand. Maar dat hoeft niet. En dat komt door wat je zo juist las: ziektebeelden zijn een protocollaire afspraak. Medici geven iets een naam op basis van criteria. Als ik het zo kort door de bocht zeg, snap je opeens waarom we steeds meer ziektes zien en toch volgens diezelfde medische stand toch ook steeds gezonder zijn dan we denken. Dat fenomeen wordt de gezondheidsparadox genoemd.

Fat but fit
Metabole gezondheid
Net zoals dunne mensen ziek kunnen zijn, zijn er ook dikke mensen die volgens de definitie gezond kunnen zijn: fat but fit. Bij mensen met ‘metabool gezonde obesitas’ vallen metabole markers zoals bloeddruk, cholesterolwaarden en bloedsuiker binnen normale grenzen. Ongeveer een kwart van de mensen met obesitas is dik en gezond: 8% van de mannen tegen 27% van de vrouwen in Engeland, en dat is vergelijkbaar met Duitsland, Noorwegen en Zweden. In Mediterrane landen zoals Spanje, Italië en Frankrijk liggen die percentages hoger.

Strengere criteria geven geen ruimte voor de mythe dik en gezond
Hoogleraar Matthias Blüher van de Universiteit Leipzig in Duitsland legt uit dat metabole gezondheid meer te maken heeft met het vetweefsel dan puur en alleen met de BMI. Wanneer vetcellen zijn vergroot of ontstoken is de kans groot dat dat metabole problemen geeft zodat bijvoorbeeld insuline zijn werk niet meer goed kan doen: het begin van diabetes. Ook de verdeling van het vet in je lichaam speelt een rol bij metabole gezondheid. Buikvet dat rondom de organen zit doet meer kwaad dan onderhuids vet.

Doordat minimaal twee van de criteria ‘nodig’ zijn om het metabool syndroom vast te stellen, noemen we iemand ook metabool gezond wanneer iemand ‘slechts’ een hoge bloeddruk heeft of maar aan één van de andere criteria voldoet. In een onderzoek naar de aantallen mensen met metabool gezonde obesitas onder zo’n half miljoen Spaanse werknemers blijkt dat niemand overblijft wanneer deelnemers geen metabool afwijkende waarden mochten hebben. Strengere criteria geven geen ruimte voor de mythe dik en gezond: wanneer iemand op allevijf de criteria goed moet scoren om metabool gezond te verklaren, kan de mythe dik en gezond bij voorbaat al naar het rijk der fabelen verwezen worden.

Mythe opgelost
Wie gezonde metabole waarden heeft in combinatie met obesitas, mag daarom nog niet gezond heten. Onderzoekers aan de Universiteit van Glasgow in Schotland deden een onderzoek naar gezondheidsproblemen bij 381.363 obese en niet obese deelnemers. Allen waren metabool gezond. In vergelijking met deelnemers met een normaal gewicht, hadden dikke mensen een verhoogd risico op diabetes (4.3 keer), hartziekten en beroertes (76%) en luchtwegaandoeningen (28%). Mensen met een hoger gewicht blijken ook een vergroot risico te hebben op overlijden, ongeacht hun metabole gezondheid. De Schotse onderzoekers noemen de status ‘metabool gezonde obesitas’ dan ook misleidend en ontkrachten de mythe dat die toestand zou bestaan. De term zou in de medische wereld niet meer gebruikt moeten worden.

Ook geldt: hoe zwaarder je bent, hoe groter het risico op kanker. Dat obesitas een belangrijke risicofactor is voor kanker is al langer bekend. Het is wel zo dat de metabole gezondheid het risico ook beïnvloedt. Een onderzoek onder bijna 600.000 Engelsen laat zien dat met elke vijf punten verhoging op de BMI-schaal het risico op kanker met 11% toeneemt. Wanneer obese deelnemers kampen met hart- en vaatziekten, neemt het kankerrisico nog eens met 17% toe.

Inmiddels zijn we zover dat we met diezelfde paradox problemen weer wegpoetsen waar ze juist wel bestaan, maar volgens de definities van de ziektebeelden niet
Tekortkomingen
Zelfs als er geen metabole risicofactoren zijn, draagt obesitas bij aan een verhoogd risico op verschillende gezondheidsproblemen. Daarom is het voor mensen met het zojuist in het bovenstaande als mythe ontkrachte ‘metabool gezonde obesitas’ nog steeds belangrijk om af te vallen en hun gewicht onder controle te krijgen. Dat gaat lastig als de focus ligt op enkel gewicht of BMI. Obesitas is op grond van je BMI bepaald, maar die nadruk is onnauwkeurig. Zo zegt het getal bijvoorbeeld niets over spiermassa. Omdat spieren zwaarder zijn dan vet kunnen bodybuilders als obees worden bestempeld volgens hun BMI.

Uitsluiting
Niet alleen qua definitie, maar ook in de praktijk heeft BMI tekortkomingen. Het stigmatiseert personen en sluit hen uit. Verzekeraars zijn minder bereid een polis af te sluiten bij mensen met obesitas. Toegang tot medicijnen wordt bepaald door een gewichtslimiet. Ook artsen kunnen moeite hebben met het beoordelen van gezondheidsklachten bij patiënten die lijden aan obesitas. Door stigmatiserende voorbeelden wordt die moeite bovendien aangezet bij jonge artsen in opleiding. De Standaard formuleert treffend voor welke uitdaging beleidsmakers op het gebied van volksgezondheid staan: “We leven in een maatschappij die hardnekkig vasthoudt aan het idee dat dik zijn ongezond is, maar niet onderzoekt hoe je de juiste zorg biedt aan die groep mensen die dat volgens diezelfde samenleving het meeste nodig heeft.” In 1988 schreef Arthur Barsky een artikel over The Paradox of Health waarin hij zei dat artsen moeten oppassen gezondheid niet te problematiseren omdat mensen weten dat de volksgezondheid er in de decennia daarvoor juist sterk op vooruit was gegaan. Inmiddels zijn we zover dat we met diezelfde paradox problemen weer wegpoetsen waar ze juist wel bestaan, maar volgens de definities van de ziektebeelden niet.
Dit artikel afdrukken