We hebben een collectieve obsessie met dik zijn. Of, beter gezegd, met slank willen zijn. Van diëten die ons dunner moeten maken tot perfect geproportioneerde Hollywoodsterren op het witte doek, overal om je heen is het slankheidsideaal te zien. Wat zou er gebeuren als we ons gevoel voor eigenwaarde eens niet lieten bepalen door de omvang van ons lichaam? Wat zou er gebeuren als we onze kinderen lieten eten wat ze willen eten?
Over deze en andere vragen schreef de Amerikaanse Virginia Sole-Smith het boek Fat Talk - Coming of Age in Diet Culture. Ze ging erover in gesprek met Rebecca Seal van de Guardian. Volgens Seal kan het boek alles wat je dacht over het opvoeden van een gezond kind flink op z'n kop zetten.

Systematische vooroordelen
De hoofdgedachte, volgens Seal, is dat onze anti-vet houding en het nastreven van een dun lichaam systematische vooroordelen hebben gecreëerd die schadelijk zijn voor mensen die in een groter lichaam zitten. Sterker nog, die vooroordelen zijn schadelijker dan een zwaarder lijf. Dat is geen wilde hypothese. Honderden interviews met experts en jaren aan onderzoek onderbouwen het oordeel.

Vooral voor kinderen zijn de gevaren groot. Volgens Sole-Smith is het echte gevaar voor kinderen in een groter lichaam hoe we hen behandelen omdat ze dat lichaam hebben. De beste voorspellers van gewichtstoename bij kinderen zijn gepest worden vanwege gewicht en op een dieet gezet worden, schrijft ze.

Stigma
Mensen in een groter lichaam hebben te maken met stigmatisering. Sole-Smith ontdekte dat dat kan leiden tot lichamelijke stressreacties, die weer een trigger kunnen zijn voor gezondheidseffecten waar mensen in een groter lichaam mee te maken hebben. Die gezondheidseffecten schrijven we nu nog vaak toe aan lichaamsomvang en niet aan de manier waarop we met mensen in zo'n lichaam omgaan.

Ook in de geneeskunde werkt gewicht stigmatiserend. Sole-Smith haalt studies aan die laten zien dat grotere patiënten uit angst voor het stigma te laat hulp zoeken en dan ondermaatse zorg krijgen. Dat zou vervolgens weer leiden tot een negatieve spiraal en de patiënten nog dikker en ongezonder laten worden. Sowieso zit er een sterke anti-fat bias in het onderzoek rond obesitas, denkt Sole-Smith zien. Ze citeert de nodige feiten over stigmatisering van overgewicht in de geneeskunde. Die weerhouden dikkere patiënten ervan tijdig hulp te zoeken. Die krijgen ze daarom pas als ze al erg ziek zijn en dan krijgen ze nog slechtere zorg ook. Volgens een Lancet-beleidsonderzoek uit 2022 staat 69% van de artsen, 46% van de verpleegkundigen en 37% van de diëtisten negatief vooringenomen tegenover mensen met obesitas. Sole-Smith vermoedt dat deze situatie en stigmatisering van dik zijn als iets verkeerds de gezondheids- en sterfterisico's van dikke mensen vertekent. Ze denkt dat de stress-invloed wordt onderschat, terwijl de lichamelijke invloed wordt overschat.

Bakken haat
Vanwege haar vernieuwende kijk op dik zijn, krijgt Sole-Smith bakken haatmail over zich heen. Ze besteedt haar tijd liever aan diegenen die wel iets met haar ideeën willen, zoals health teachers op middelbare scholen die hun lesmateriaal willen aanpassen. Ze is ook heel blij als dokters iets met het boek doen, want “dokters zijn een belangrijke bron van anti-vet vooroordelen en kunnen veel kwaad veroorzaken.”

Sole-Smith heeft ook praktisch advies voor eenieder die kinderen grootbrengt. Veel daarvan gaat over uitleggen aan kinderen dat alle lichamen anders maar allemaal waardevol zijn. Heel belangrijk: een groter lichaam hebben is niet iets slechts.

Als het aan Sole-Smith ligt, vertrouwen we op kinderen om hun eigen voedselkeuzes te maken. We hoeven niet panisch te waken over het risico op dik worden. Op die manier kunnen ze zichzelf en de manier waarop hun lichaam reageert leren kennen.

Dik is ok
Dik zijn moet ok kunnen zijn, vindt Sole-Smith. Als we dat eenmaal accepteren, hoeven we niet meer ten koste van alles dun te blijven. Wat haar gesprekspartner Rebecca Seal het meest raakte, was “het idee dat ik, in plaats van me te fixeren op hoe ik mijn kinderen perfect kan voeden, zich hen misschien veilig kan laten voelen in hun eigen huid, op een manier die ik zelf misschien wel nooit heb ervaren."