Om te bewijzen dat een tijdens de winter gevallen neerslagoverschot in droge zomers van pas kan komen, bewaarden twee Belgische waterbedrijven water in een natuurlijke ondergrondse wateropslag. De eerste testen zijn positief, maar het mag niet te duur worden.
"Vandaag laten we in de natte seizoenen nog te veel kostbaar water verloren gaan dat broodnodig is in de almaar langere droge maanden”, zegt Hans Goossens, directeur-generaal van De Watergroep in De Tijd. En dus gingen de Belgische waterbedrijven Farys en De Watergroep op zoek naar een plek waar de geologische omstandigheden geschikt zijn voor een ondergrondse wateropslag. De techniek die ze wilden testen heet 'aquifer storage and recovery' (ARS).

ARS injecteert drinkwater in de bodem om het op een later - droog - moment weer op te pompen.

In het Belgische Aalst voerde Waterunie, een joint-venture van de waterbedrijven Farys en De Watergroep, een succesvolle proefboring uit. Het ging tot 220 meter diep in het zogeheten 'Massief van Brabant', een gesteentelaag van honderden miljoenen jaren oud, vol breuken en spleten, onder dikke lagen klei, leem en zand. In het gesteente bevinden zich millennia oude scheuren, gevuld met brak water. Volgens hydrogeologen en ingenieurs zijn die spleten geschikt om er drinkwater in te injecteren. "We kunnen maar liefst 25.000 liter drinkwater per uur injecteren in de ondergrondse waterputten”, aldus Waterunie. "Als we dat gedurende de hele herfst en winter doen, zit er elk jaar een reserve van 100 miljoen liter drinkwater onder de grond als buffer voor de droge seizoenen.” Dat is genoeg om 3.000 gezinnen van drinkwater te voorzien tijdens de droge maanden.

"Met de ondergrondse wateropslag in Aalst winnen we op meerdere manieren: we leggen een drinkwaterreserve aan voor duizenden gezinnen, en met de buffers onder de grond sparen we enorm veel plaats uit. In een druk bebouwd Vlaanderen is er immers geen ruimte meer voor extra bovengrondse waterspaarbekkens,” zegt Goossens.

Er is nog wel een slag te maken. Want als het drinkwater na maanden ondergronds weer opgepompt wordt, moet het nog wel zuiver genoeg zijn. "We doen dan hoogstens nog een extra desinfectie," aldus Bart De Gusseme, waterexpert bij Farys en professor aan de UGent. "Als we het water opnieuw volledig zouden moeten zuiveren, houdt zo'n project economisch geen steek." Het ontwikkelen van een put voor ondergrondse wateropslag kost zo'n €500.000, zegt De Gusseme. De proefboring bij Aalst kreeg een subsidie vanuit het Vlaamse Blue Deal-programma.

Ook moet er nog een milieuvergunning aangevraagd worden om drinkwater in de bodem te mogen injecteren. Als het goed is, kunnen dan midden volgend jaar de eerste tests van start waarbij drinkwater ondergronds wordt opgeslagen en maanden later weer wordt opgepompt. Farys en De Watergroep hebben concrete plannen voor 5 of 6 ondergrondse opslagplaatsen. Een andere optie is de ondergrondse opslag te vullen met gerecycleerd drinkwater, gezuiverd rioolwater dat is 'opgewerkt' tot drinkwater. De boorsite bij Aalst bevindt zich pal naast de locatie van waterzuiveringsbedrijf Aquafin.