Volgens Thomas D'Havé, internationaal voetbalosteopaat en adviseur van sporters en beroemdheden, is al dat extra drinken helemaal niet nodig.

'Mediatisering'
De bekende adviezen waar we ons allemaal aan houden ("drink 1,5 tot 2 liter per dag", "drink nog vóór je dorst krijgt" en "als je een inspanning doet, drink dan niet alleen nà maar ook vóór en tijdens je inspanning") zijn pas sinds een jaar of dertig gemeengoed. Waren er voor de jaren '80 zoveel mensen met een watertekort - vóór de tijd dat die richtlijn van 8 glazen per dag breed uitgedragen werd - dat er een richtlijn nodig was?, vraagt D'Havé. Kregen onze verre voorouders wel genoeg water binnen zonder al die adviezen? - vraagt D'havé uitdagend.

D'Havé is ervan overtuigd dat we, door continu te drinken, ons lichaam van slag maken. Hij legt daarvoor vier argumenten op tafel.

1. Kijk naar het drinkgedrag van baby's
Baby's beschikken over een goede regulering van de vochthomeostase. "Hebben ze dorst (een homeostatische prikkel zoals honger, koude, pijn,...), dan huilen ze en drinken ze tot ze verzadigd zijn. Ze huilen dus niet omdat ze willen drinken omdat ze straks dorst zouden kunnen krijgen, maar wel omdat ze op dat moment dorst hebben."

Evolutionair dronken we omdat we dorst hadden. En niét omdat we iets moeten drinken tijdens het eten, of omdat we ons vervelen op ons werk, of omdat we een vergadering hebben en iederéén dan drinkt
2. Drink als je dorst hebt
Volgens D'Havé is een dorstgevoel een signaal voor het hele lichaam om zich voor te bereiden op de aankomende inname van water, van de maag tot het immuunsysteem. "Dat laatste [activering van het immuunsysteem, red.] is logisch, ter bescherming, want ons lichaam weet niet of we water zullen drinken uit een fles of uit een bron of een rivier waarin zich potentiële ziekteverwekkers bevinden." Door te drinken vóór je dorst hebt, wordt de maag iedere keer "onprettig verrast", met milde maagdysfuncties tot gevolg (dat merkt hij in zijn praktijk).

3. Verstoor het vochtregulatiesysteem niet
Door steeds een beetje te drinken creëren we stress voor het lichaam. We verstoren het natuurlijke vochtregulatiesysteem en ontregelen de natuurlijke mineralen/vochtbalans. Dat uit zich in symptomen als (te) vaak urineren, 's nachts urineren of krampen, hoofdpijn, misselijkheid en verwarring.

D'Havé: "Evolutionair dronken we omdat we dorst hadden. En niét omdat we iets moeten drinken tijdens het eten, of omdat we ons vervelen op ons werk, of omdat we een vergadering hebben en iederéén dan drinkt, of... En we dronken ook nooit heel de dag door kleine hoeveelheden! Als we dorst hadden, dan gingen we water zoeken en dronken we (in bulk) tot we volledig verzadigd waren. Dat deden we nul, één of verscheidene keren per dag, afhankelijk van de klimatologische omstandigheden: wandelen in de bergen bij 45 graden Celsius of binnen een hele dag aan een bureau zitten, dat betekent een andere behoefte."

4. (Geen) wetenschappelijke onderbouwing
Tim Noakes, emeritus hoogleraar inspanningsfysiologie en sportgeneeskunde, stelt in een recent artikel de vraag of het drinken van zoveel water niet een myth ripe for busting? is. Noakes gaat zelfs zo ver dat hij lezers oproept hem de wetenschappelijke onderbouwing van 'drink at least 8 glasses of water a day' te sturen, omdat hij die zelf nergens kan vinden.

We doen er goed aan het normale, evolutionair ingebakken, ritme van water drinken te herstellen. Weg met de richtlijnen en luisteren naar je lichaam: pas drinken als je dorst hebt en dan drinken tot je verzadigd bent
D'Havé ondervond zelf aan den lijve dat de mens best zonder continu drinken kan. Hij deed mee aan de 'Study of Origin', "waarbij we in de Pyreneeën werden blootgesteld aan 'oude, bekende gevaren' zoals hitte, honger en dorst. Urenlang wandelden we onder de bloedhete zon van bron naar bron ('waterholes') zonder te beschikken over drinkflessen." Dat bleek juist gunstig uit te pakken voor verschillende gezondheidsparameters.

De wetenschap is inmiddels tot de conclusie gekomen dat de mens "het zoogdier is met de grootste capaciteit om inspanningen te leveren in extreme hitte". Uitdroging is in die omstandigheden niet het grootste gevaar, (preventieve) overhydratie juist wel. Ook daar voert D'Havé voorbeelden van aan.

'Metabool flexibele mensen'
De boodschap? Herstel je normale, evolutionair ingebakken, ritme om water in te nemen. Weg met de richtlijnen, luister naar je lichaam:
- pas drinken als je dorst hebt en dan drinken tot je verzadigd bent;
- af en toe als je dorst hebt eens een paar uur (maximum 8 à 10 uur) helemaal niéts drinken.

Volgens D'Havé maakt dat ons weer 'metabool flexibele mensen'. Die prima prestaties kunnen leveren zonder voortdurend aan een flesje water te lurken. Ook achter hun bureau. Ook als het warm is. Zo simpel kan het zijn.
Dit artikel afdrukken