Wie een leger over grote afstanden wil inzetten en in de benen wil houden, moet óf ter plekke in de eigen voedselbehoefte kunnen voorzien, óf hele goede aanvoerlijnen organiseren. Bij zijn aanval op Rusland in 1812 dacht Napoléon dat laatste voor elkaar te hebben. Hij gaf aan het eind van de 18e eeuw Europese uitvinders een opdracht: bedenk een manier om voedsel voor het Franse leger te conserveren.

'Appertiseren'
En zo waar, 15 jaar later, in 1809 claimde Nicolas Appert de uitgeloofde beloning van 12.000 franken. Appert kon bewijzen dat in met hitte afgesloten potten vlees, fruit, vis en groenten indrukwekkend lang goed bleven.

De conservenindustrie was geboren. Niet dat het de Fransen of Napoléon er nog veel baat bij hadden: de Russische veldtocht in 1812 verliep dramatisch doordat de combinatie van winterse kou, de door de Russen perfect uitgevoerde 'taktiek van de verschroeide aarde', ziekte en honger de Franse soldaten te veel werd. Daar kon zelfs het ingeblikte voedsel van Appert het verschil niet meer maken.

Het is behoorlijk cool dat een vrij oude technologie nog steeds zoveel waarde kan bieden
Hoewel, die ingeblikte rantsoenen zaten hoogstwaarschijnlijk niet in blik, zegt Anna Zeide in Atlas Obscura. Zeide is hoogleraar geschiedenis aan Virginia Tech en auteur van het boek Canned: The Rise and Fall of Consumer Confidence in the American Food Industry. In feite borduurde Appert met zijn proces van luchtdicht afsluiten van voedsel en het verhitten van de containers om eventuele bacteriën te doden voort op de huisvrouwentradities om thuis voedsel te conserveren door het in te maken of in te leggen. Dat deden ze in glazen of stenen potten, en dus is het waarschijnlijk dat ook de eerste 'geappertiseerde' levensmiddelen in keramische potten zaten die strak afgesloten waren met kurk.

Militair blik
Het militaire blik begon zijn opmars in 1817, toen de Britse blikkenfabrikant William Underwood naar de Verenigde Staten emigreerde. Het bedrijf William Underwood Company uit Boston maakte naam met het leveren van ingeblikt voedsel aan expedities. "In het midden van de 19e eeuw, voor de Burgeroorlog, waren ingeblikte voedingsmiddelen voornamelijk het domein van mensen die zich in extreme situaties bevonden, of het nu poolreizigers waren of mensen die maandenlang de Atlantische Oceaan zouden bevaren," zegt Zeide. Ingeblikt voedsel was een waardevolle voedingsbron voor zeelieden en kolonisten. "Rijke kolonisten of immigranten konden de smaak van hun thuisland, of iets dat daarbij in de buurt kwam, krijgen door deze ingeblikte voedingsmiddelen over te laten komen." Tijdens de Burgeroorlog bleken de 'tin canisters', ofwel 'cans' van Underwood ook erg handig voor soldaten.

Anoniem met een etiketje
Maar naarmate ingeblikte voedingsmiddelen beschikbaar kwamen voor meer mensen, nam de scepsis toe. Was dat blikjeseten wel ok?

Zeide wijt dat aan het "schrille contrast met de manier waarop consumenten echt altijd met voedsel waren omgegaan, namelijk door het zelf te plukken, het gewicht, de omvang, de geur en het gevoel te voelen. Om te weten of het goed was, of het rijp was, of het nog eetbaar was, of het niet bedorven was." Al die keuzes en overwegingen verdwenen achter de ondoorzichtige metalen muur van het blikje. "Het enige wat je weet over deze industrieel ingeblikte voedingsmiddelen uit onbekende plaatsen," aldus Zeide, "is wat op het etiket staat."

En zo zien we dat de publieke perceptie van ingeblikte voedingsmiddelen door de tijd op en neer schiet. Van het houdbare soldatenvoer naar het luxe heimwee-eten van de kolonisten en van met trots opgediend gemaksvoedsel basiseten tot de mooi ingepakte blikjes visconserven, conservas, uit Spanje en Portugal. "Ik heb het gevoel dat ingeblikt voedsel deze associatie heeft met ofwel inzamelacties voor ingeblikt voedsel en voedselbanken, ofwel met apocalyps-voorbereiders," zegt Zeide. "Maar de reden waarom ze zo'n hoofdbestanddeel zijn van beide ruimtes, is echt omdat je over 100 jaar nog steeds dat blikje voedsel kunt eten. Het is behoorlijk cool dat een vrij oude technologie nog steeds zoveel waarde kan bieden."
Dit artikel afdrukken