"Terwijl de economie groeide zijn vrijwel alle indicatoren voor emissies naar water en lucht en de afvalproductie gedaald. Een voorbeeld hiervan is de emissie van fijnstof (Pm10). Tussen 2000 en 2016 zijn deze emissies met 41 procent gedaald, terwijl de Nederlandse economie met 21 procent groeide. De afname van de emissie van fijnstof is vooral te danken aan nationale en Europese milieuregelgeving, die hebben geleid tot procesaanpassingen in de industrie, een toename van het gebruik van filters en de productie van auto’s die voldoen aan hogere emissie-eisen. De daling van de fijnstofemissies vond in vrijwel alle economische sectoren plaats, alleen in de landbouwsector steeg de uitstoot met 3 procent. Dit hangt samen met de sterk toegenomen emissies van pluimveebedrijven doordat er steeds meer vrije-uitloopkippen komen. In andere landbouwsectoren daalden de fijnstofemissies." Dat schreef het CBS vanmorgen.

Op Trouw legt Cor Pierik van het CBS uit hoe dat komt.* Het probleem komt niet voort uit de groei van de pluimveesector, maar uit het feit dat de dieren vanwege dierenwelzijnseisen vaker buiten komen of binnen in de stal meer ruimte hebben, strooisel omwoelen en van actievere rassen zijn. “Ze woelen alles om. Dat is goed voor het dierenwelzijn, maar niet voor de lucht”, zegt Pierik. De pluimveesector veroorzaakt ruim twee derde van alle fijnstof dat aan de landbouw wordt toegerekend. Belangrijke veroorzakers van in het milieu vrijkomend stof zijn de vrije-uitloopkip én de scharrelstallen. Maatregelen bij buitenkippen zijn onmogelijk, want, zegt Pierik op Trouw, op een buitenkip kun je geen filter zetten.


De blije buitenkip en de binnenkippen met een hoger dierenwelzijn heten sinds vandaag stofkip. Onderwijl keert het publiek zich onder druk van imagocampagnes van NGO's af van de stofarme binnenkip
Implicaties voor vergunningenbeleid
Het nieuws laat zien dat Nederland binnen afzienbare tijd keuzen moet gaan maken in zijn vergunningenbeleid voor nieuwe stallen in de pluimveehouderij. Voor welke typen pluimveehouderij moeten lokale overheden nog vergunningen af willen geven? Stallen worden gebouwd voor een periode van ruim 20 jaar. Sneller kunnen ze niet worden terugverdiend.

De blije buitenkip en de binnenkippen met een hoger dierenwelzijn heten sinds vandaag stofkip. Onderwijl keert het publiek zich onder druk van imagocampagnes van NGO's af van de stofarme binnenkip. Zowel de binnen- als de buitenkip zullen ruim binnen twintig jaar tegen een vergelijkbare kwaliteit als de onze ingekocht kunnen worden vanuit Oost-Europa, waar de productiekosten (nu -40%) en de fijnstofbelasting per inwoner aanmerkelijk lager liggen dan hier. In Nederland lijken kansen voor een klein buitenquotum stofkippen. De hier minder gewaardeerde binnenkip, zal van nieuwe welzijnswaarden moeten worden voorzien om in ons land commercieel-economisch te overleven. De Kipsterstal is een voorbeeld van zo'n nieuw en bovendien zoveel mogelijk stofvrij concept.

* Update, 17.00 uur: Trouw was niet correct in zijn weergave van de CBS-gegevens. Daarom wijkt de informatie die wij vermelden af van de tekst in die krant.
Dit artikel afdrukken