Voor ieder mens op aarde worden elk jaar bijna tien kippen geslacht1. We fokken en doden ongeveer 74 miljard kippen per jaar. Dat is meer dan tien keer zoveel als in 1960 en bijna twee keer zoveel als in 2000.

Een deel van deze stijging is te danken aan de toegenomen 'efficiëntie' van de kippenproductie. Kippen zijn tegenwoordig veel groter dan vroeger en zijn veel efficiënter in het omzetten van voer in vlees. Keerzijde van deze efficiëntie-toename is dat ook de tijd en intensiteit van pijn die elke kip ervaart toenemen.

In dit artikel kijk ik naar schattingen van de pijnduur bij snelgroeiende kippenrassen. Het onderzoek waar ik aan refereer toont aan dat zelfs het kiezen voor iets langzamer groeiende rassen - die hetzelfde eindgewicht bereiken - grote welzijnsvoordelen zou opleveren.

Grootte en groeisnelheid van kippen zijn de afgelopen 50 jaar sterk toegenomen
Misschien heb je de bekende grafiek hieronder al eens gezien, die laat zien hoe de grootte van kippen is veranderd sinds de jaren 1950. De grafiek komt uit dit artikel, waarin de onderzoekers keken naar de groeisnelheid van verschillende kippenrassen: de rassen die typisch werden gebruikt in 1957, in 1978 en de moderne snelgroeiende rassen die we tegenwoordig gebruiken2.

De rassen uit 1957 en 1978 waren afkomstig van de Universiteit van Alberta, die 10 erfelijke lijnen van kippenrassen uit het verleden heeft onderhouden. Het getoonde ras voor 2005 heet de 'Ross 308'. Het is een populair ras dat vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt voor commerciële productie. Het is hetzelfde ras dat later centraal zal staan in onze vergelijkingen.

Zoals je ziet, bereikte de typische vleeskip in 2005 na 56 dagen een gewicht van 4,2 kilogram, vergeleken met 1,8 kilogram in de jaren zeventig en iets minder dan een kilogram in de jaren vijftig. Dat betekent dat het standaard gewicht verdubbeld is van 1957 tot 1978, en daarna weer verdubbeld in 2005.

Broiler Chicken Weight over LifespanHet gewicht van verschillende kippenrassen gedurende hun levensduur. Moderne rassen groeien veel sneller, maar ten koste van het dierenwelzijn. Bron: ZUIDHOF ET AL. (2014)


Vanuit economisch perspectief is duidelijk waarom moderne rassen gunstiger zijn. Elke kip produceert meer vlees en de auteurs melden dat de voederconversie - hoeveel vlees je krijgt voor een gegeven hoeveelheid voer - hoger is.

Het grootste deel van deze toename in groeisnelheid is niet te wijten aan veranderingen in de samenstelling van het voer, maar aan genetische selectie voor snelgroeiende rassen. Geschat wordt dat bijna 90% van de toename tussen de jaren 1950 en 1990 het resultaat was van genetische selectie3.

Verbeteringen in de voederconversie verbeteren ook de ecologische voetafdruk van kip: we hebben minder diervoeder nodig om een kilo kip te krijgen. Maar, zoals we later zullen zien, is dit ten koste gegaan van het dierenwelzijn. Snelgroeiende kippen krijgen te maken met verschillende extra gezondheidsproblemen.

Kiezen voor langzamer groeiende kippenrassen verbetert het dierenwelzijn aanzienlijk
Het kwantificeren van pijnniveaus bij andere dieren is extreem moeilijk. Het is vaak gebaseerd op inzichten uit verschillende disciplines, waaronder evolutiebiologie, neurowetenschappen en farmacologie. Onderzoekers Wladimir J. Alonso en Cynthia Schuck-Paim schreven een gedetailleerd boek over het analytische kader dat wordt gebruikt om pijn en ongemak van vleeskippen te beoordelen (het boek is gratis verkrijgbaar)4.

De onderzoekers proberen de hoeveelheid tijd die in pijn wordt doorgebracht te kwantificeren voor kippenrassen die met verschillende snelheden groeien.
  • Snelgroeiende rassen (waaronder het eerder genoemde ras 'Ross 308') komen gemiddeld 61 gram per dag aan5. Dit betekent dat ze na 42 dagen een slachtgewicht van 2,5 kilogram bereiken.
  • Langzamer groeiende rassen komen ongeveer 45 gram per dag aan. Dit betekent dat ze hetzelfde slachtgewicht van 2,5 kilogram bereiken na 57 dagen.

Vervolgens probeerden de onderzoekers de hoeveelheid tijd te kwantificeren die elke kip in pijn zou doorbrengen gedurende de hele levensduur.

Dit is een belangrijke vraag. Terwijl snelgroeiende rassen misschien meer pijn ervaren op een bepaalde dag, zouden langzamer groeiende rassen meer pijn kunnen ervaren over hun hele levensduur omdat ze 15 dagen langer leven. De kans bestaat dat we door langzamer groeiende rassen te fokken, de tijd dat een kip lijdt alleen maar verlengen.

Maar het gaat niet alleen om het aantal uren pijn. De intensiteit is net zo belangrijk, zo niet belangrijker. Velen van ons brengen liever 5 uur door met milde pijn dan 1 uur met intense pijn.

Deze pijn kan fysiek of psychologisch zijn. Voor hun analyse splitsten de onderzoekers de pijn op in vier niveaus, van minst naar meest intens:

  • Vervelend: de pijn zal onaangenaam zijn, maar niet intens genoeg om hun dagelijkse activiteiten en routines te verstoren. Ze zouden deze pijn meestal moeten kunnen negeren.

  • Pijnlijk: op dit niveau kunnen dieren niet optimaal functioneren. Het is moeilijk om de aandacht van de pijn af te leiden. Ze zullen zich het grootste deel van de tijd bewust zijn van de pijn, met slechts korte perioden van verlichting tijdens bijzonder afleidende activiteiten. Ze kunnen nog steeds alledaagse taken uitvoeren, zoals eten en voedsel zoeken, maar zullen minder gemotiveerd zijn voor minder essentiële activiteiten.

  • Invaliderend: dit niveau maakt plezier of positief welzijn onmogelijk. De pijn is voortdurend aanwezig. Dieren worden veel minder opmerkzaam en reageren veel minder op de dingen om hen heen.

  • Ondraaglijk: deze pijn is ondraaglijk, zelfs voor een paar seconden. Bij mensen wordt gezegd dat het de drempel is waarbij veel mensen eerder zouden kiezen om zichzelf van het leven te beroven dan het te verdragen. De pijn negeren is onmogelijk.


In de grafiek zien we de hoeveelheid tijd doorgebracht bij verschillende intensiteiten in de systemen, zoals geschat door Schuck-Palm en Alonso. De schattingen geven de totale tijd weer die de gemiddelde kip pijn lijdt door elk van de verschillende ontberingen. De onderzoekers hielden alleen rekening met een periode tussen 14 en 20 uur per dag dat de kippen wakker waren. Dus bij het omrekenen van uren naar dagen, heb ik gedeeld door 17 in plaats van 24. Dat betekent dat het aantal wakkere dagen met pijn wordt weergegeven. De enige uitzondering hierop is 'ondraaglijke pijn', die in seconden wordt gemeten.

pijnniveaus bij kippenGegroepeerd staafdiagram met pijnniveaus bij snel en langzamer groeiende kippenrassen. Voor alle pijnniveaus, behalve 'vervelende' pijn, ervaren snelgroeiende rassen meer dagen pijn.


Zoals we kunnen zien, ervaren langzamer groeiende rassen veel minder ondraaglijke, invaliderende en pijnlijke pijn. Ondraaglijke pijn wordt verminderd met 80%, invaliderende pijn met 67% en pijnlijke pijn met 25%.

De enige uitzondering is 'vervelende pijn', waar ze iets meer last van hebben. Dit komt waarschijnlijk doordat alle kippen lange periodes van licht ongemak ervaren en langzamer groeiende rassen gemiddeld 15 dagen langer leven om hetzelfde slachtgewicht te bereiken.

Deze gegevens suggereren dat het kiezen voor langzamer groeiende rassen zou leiden tot aanzienlijke welzijnsvoordelen.

Wat veroorzaakt pijn bij vleeskippen?
In de onderstaande grafiek zien we de oorzaken van elk pijnniveau voor elk kippenras.

Een van de grootste oorzaken van pijn bij vleeskuikens is 'kreupelheid' - weergegeven in oranje. Dit is een beperking van het vermogen om te lopen. Kreupelheid komt veel voor bij moderne vleeskuikens vanwege de extreem snelle gewichtstoename. Je hebt misschien wel eens beelden gezien van kippen die worstelen om te staan en hun evenwicht te bewaren. Dat is waar 'kreupelheid' naar verwijst.

De groeisnelheid is sinds de jaren 1950 met meer dan 400% toegenomen, waardoor kippen binnen 5 tot 6 weken volgroeid zijn. Het probleem is dat de botontwikkeling trager verloopt dan de spierafzetting, waardoor het skelet en de gewrichten zwaar belast worden. De snelle groei van het gewicht van de borst verandert ook de verdeling van het lichaamsgewicht. Kippen zullen vaak proberen hun loopgedrag te veranderen om zich aan te passen, wat leidt tot onevenwichtigheden in het skelet.

Bij langzamer groeiende rassen vermindert de pijn door 'kreupelheid' aanzienlijk, omdat de langzamere gewichtstoename betekent dat de botten meer tijd hebben om zich te ontwikkelen.

breakdown of the causes of painUitsplitsing van oorzaken van pijn bij vleeskippen. 'Conventional' betekent snelgroeiende rassen, 'reformed' betekent langzaam groeiende rassen. Bron: Welfare Footprint


Het andere grote verschil tussen de rassen is de tijd die de ouderdieren (de ouders van de kippen die worden geproduceerd voor hun vlees) honger hebben, weergegeven als een zwarte balk.

Hoe komt dat?

Het probleem met snelgroeiende kippen is dat ze zo snel groeien dat ze vaak niet overleven tot ze volwassen zijn en problemen krijgen met de voortplanting. Terwijl vleeskippen op zeer jonge leeftijd worden geslacht, moeten hun ouders (die dezelfde genen voor snelle groei hebben) lang genoeg leven om volwassen te worden en zich voort te planten. Obesitas bij fokkippen verhoogt het risico op een reeks gezondheidsproblemen en vermindert de vruchtbaarheid.

Producenten willen dus dat vleeskippen snel groeien voor een goede 'opbrengst' bij de slacht, maar om ervoor te zorgen dat hun ouderdieren overleven en zich voortplanten, zullen producenten de hoeveelheid voer die de ouderdieren eten vaak drastisch beperken. Deze voederbeperking kan streng zijn - de kippen krijgen maar om de twee dagen te eten - wat leidt tot pijn en ongemak. Het vermindert hun immuunrespons tegen infecties en ziekten. Het kan er ook toe leiden dat ze agressiever worden tegen andere kippen, soms zelfs dat ze anderen in hun nest opeten (kannibalisme)6.

Beperking van het voer is minder een probleem voor langzamer groeiende broedkippen, omdat het risico op obesitas - en de complicaties daarvan - kleiner is.

Hittestress - in roze weergegeven in de grafiek - treedt op wanneer vleeskuikens moeite hebben om hun lichaamswarmte kwijt te raken, vaak door een hoge kippendichtheid waar de omgevingstemperatuur hoger is en er minder ruimte is om hun houding aan te passen door hun vleugels van hun lichaam af te bewegen. Hittestress is hoger bij snelgroeiende rassen omdat ze een hogere stofwisseling hebben en een verhoogde thermogenese (wanneer het lichaam warmte produceert door voedsel af te breken).

Fokken van langzamer groeiende rassen verbetert dierenwelzijn, maar minder vlees eten is de beste manier om lijden te verminderen
Onderzoek naar de intensiteit en duur van pijn bij vee is nog in opkomst. Onderzoekers proberen verschillende technieken te ontwikkelen om het gedrag van dieren en de relatie met pijn te evalueren. Een voorbeeld is het gebruik van camerabewaking en flow patterns om agressief of angstig gedrag bij varkens of kippen te begrijpen. Maar er zijn nog veel onbeantwoorde vragen.

Het onderzoek van Schuck-Paim en Alonso suggereert dat het overstappen van snelgroeiende naar langzamer groeiende rassen aanzienlijke voordelen zou bieden voor het dierenwelzijn. De vermindering van pijn voor individuen is al groot. Maar als je bedenkt dat we elk jaar meer dan 70 miljard kippen fokken en doden, leidt zelfs een kleine verbetering op individueel niveau tot een enorme vermindering van dierenleed.

Een lagere groeisnelheid is een van de beleidsmaatregelen die deel uitmaken van de Better Chicken Commitment die veel Europese landen hebben ondertekend. Dit suggereert dat er steeds meer steun komt voor het invoeren van betere praktijken.

De andere voor de hand liggende conclusie van dit onderzoek is dat langzamer groeiende rassen nog steeds veel lijden. Daarom is de grootste winst voor het welzijn te halen uit het eten van minder vlees in het algemeen.

Dankbetuiging
Ik wil Cynthia Schuck-Paim, Edouard Mathieu, Pablo Rosado en Max Roser bedanken voor hun waardevolle commentaar en suggesties op dit artikel.


Noten
  1. De wereldbevolking bestaat uit ongeveer 8 miljard mensen. Tien keer dit cijfer is ongeveer 80 miljard. Dat is maar een beetje meer dan de 74 miljard kippen die ieder jaar geslacht worden. In sommige landen is het nog veel meer: in Brazilië gaat het om 29 kippen per persoon, in de VS zijn het er 28 en in Australië 26.

  2. Zuidhof, M. J., Schneider, B. L., Carney, V. L., Korver, D. R., & Robinson, F. E. (2014). Growth, efficiency, and yield of commercial broilers from 1957, 1978, and 2005. Poultry science, 93(12), 2970-2982.

  3. Havenstein, G. B., Ferket, P. R., Scheideler, S. E., & Larson, B. T. (1994). Growth, livability, and feed conversion of 1957 vs 1991 broilers when fed “typical” 1957 and 1991 broiler diets. Poultry science, 73(12), 1785-1794.

  4. De auteurs benadrukken dat dit een zich ontwikkelend onderzoeksgebied is met bestaande kennislacunes en onzekerheid rond verschillende invoerparameters.

  5. Dit is het gemiddelde groeipercentage in Europa en de VS, maar ze kunnen veel hogere groeipercentages bereiken.

  6. Wilson, K. M., Bourassa, D. V., McLendon, B. L., Wilson, J. L., & Buhr, R. J. (2018). Impact of skip-a-day and every-day feeding programs for broiler breeder pullets on the recovery of Salmonella and Campylobacter following challenge. Poultry science, 97(8), 2775-2784.

Dit artikel afdrukken