Met in het achterhoofd het voorkomen van kunststof zwerfafval en vooral dat dat in zee (de 'plastic soep') terecht komt, nam het Europese Parlement in 2019 de Single Use Plastics Directive (SUPD) aan. Plastic dat maar één keer gebruikt wordt en daarna in de prullenbak belandt, moet zoveel mogelijk teruggedrongen worden.

De richtlijn bevat verschillende maatregelen - geboden en verboden - die gefaseerd worden ingevoerd voor zowel op olie gebaseerde kunststoffen als bio-based kunstoffen. De maatregelen lopen uiteen van een verbod op de verkoop van bepaalde plastic wegwerpproducten, een logo op producten die plastic bevatten, een statiegeldsysteem voor kleine plastic flesjes en blikjes, een inzamelplicht voor vistuig tot een producentenverantwoordelijkheid voor het opruimen van zwerfafval. De lidstaten kregen tot 3 juli 2021 de tijd om de Europese richtlijn te implementeren in hun nationale wetgeving. Ze hadden de vrijheid om zelf de uitvoering vorm te geven, waarbij maatregelen per product of per type verpakking kunnen variëren.

Deadline
Die deadline haalden lang niet alle lidstaten. Het duurde tot juni 2021 voordat de Europese Commissie de gedetailleerde richtlijnen publiceerde die de SUP-richtlijn moesten verduidelijken. Waar het ene lid hierop wachtte, was de andere lidstaat pro-actief en voerde de richtlijn al voor juli 2021 in.

Ondanks signalen van de Europese Commissie kwam de richtlijn en met name de snelle implementatie ervan, als een verrassing voor producenten en verkopers. Dat bleek in ieder geval in Polen, een land met een grote verwerkende voedselindustrie en een van de weinige landen waar onderzoek is gedaan naar de implementatie van de EU-richtlijn.

Poolse onderzoekers interviewden en enquêteerden bedrijven die plastic wegwerpartikelen produceren, verkopen en consumeren. Uit de resultaten valt te lezen dat bijvoorbeeld de verhoogde behoefte aan hygiënische verpakkingen door de Covid-19 pandemie en bezwaren van onder meer fabrikanten redenen waren dat de implementatie vertraging opliep. De industrie zelf zet vooral vraagtekens bij de hogere kosten - ecologische alternatieven zijn vaak duurder - en eventuele milieuvoordelen van de veranderingen, en ziet vooral heil in recycling. Ook wijst de industrie met een vinger richting het ‘onverantwoordelijke gedrag’ van consumenten, die op hun beurt weer naar de industrie wijzen.

De richtlijn bevat geboden en verboden die gefaseerd worden ingevoerd voor zowel op olie als bio-gebaseerde kunstoffen. De maatregelen lopen uiteen van een verbod op de verkoop van plastic wegwerpproducten, een logo op producten die plastic bevatten, een statiegeldsysteem voor kleine plastic flesjes, een inzamelplicht voor vistuig tot een producenten-verantwoordelijkheid voor het opruimen van zwerfafval. De lidstaten kregen tot 3 juli 2021 de tijd om de Europese richtlijn te implementeren in hun nationale wetgeving
Niet geharmoniseerd
Dat alles maakt dat de uitvoering niet geharmoniseerd verloopt, wat overigens ook niet het doel was. Over het algemeen zijn de maatregelen vrij goed overgenomen in de wetgeving van de verschillende lidstaten, is te lezen in een rapport van onder meer de Rethink Plastic Alliance gepubliceerd in september 2022. Bijna alle lidstaten kopieerden en plakten strikt de lijst met items en de bewoordingen* van de EU-richtlijn in de nationale wetgeving.

SUP-heffing
Een van de Nederlandse maatregelen is dat we sinds het begin van de zomer betalen voor ‘to go’-verpakkingen via de zogeheten SUP-heffing. Dat ging niet zonder slag of stoot. Nederland koos voor een meerprijs, geen heffing, om uitvoering te geven aan de doelstelling om het plasticgebruik te laten dalen. Net als in bijvoorbeeld Spanje en Duitsland is de prijs van de wegwerpverpakkingen zichtbaar op de kassabon. Polen haalde zo’n soort heffing juist weer uit hun voorstel na overleg met de industrie en supermarkten.

Verbod op eenmalige verpakkingen
Sommige landen kiezen voor een verbod van SUP-verpakkingen voor bepaalde producten. Zo mag minder dan anderhalve kilo groente en fruit niet in plastic worden verpakt in Luxemburg, Portugal, Frankrijk en Spanje. Met enige uitzonderingen daargelaten, bijvoorbeeld voor producten die makkelijk beschadigen. Italië sluit composteerbare bioplastics uit van de verboden en overtreedt daarmee de Europese richtlijn.

Herbruikbaar serviesgoed
Frankrijk zette hoog in met een hele reeks van maatregelen. NGO’s prezen het land om zijn koploperspositie. Zo moeten alle Franse restaurants met meer dan 20 zitplaatsen - dus ook fastfoodketens - sinds begin dit jaar verplicht herbruikbaar servies en bestek aanbieden. Ook verbiedt het land meer soorten plastic dan dat de EU voorschrijft. Stapje voor stapje werkt Frankrijk toe naar een geheel verbod op alle plastic verpakkingen. Het land was ook de eerste lidstaat die nationale reductiedoelstellingen opstelde.

Recyclen
Alle EU-lidstaten zijn verplicht een bijdrage te leveren aan de EU-begroting (sinds 1 januari 2021) op basis van de hoeveelheid niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval. Spanje pioniert sinds begin dit jaar met een plastictaks van €0,45 per kilo niet recyclebaar plastic. De taks moet door de industrie, fabrikanten en supermarkten opgebracht worden. Het is niet de bedoeling dat deze plastictaks doorberekend wordt aan de consument.

Naast milieu- en bewustwordingsdoelen moet de plastictaks de verkoop van onverpakt voedsel bevorderen of aanzetten tot het gebruik van herbruikbare verpakkingen. Sommige Spaanse regio’s, zoals de Balearen, Canarische Eilanden en Catalonië, nemen maatregelen die verder gaan dan de nationale wetgeving.

'Fundamentele beleidswijziging'
Nederland koos in eerste instantie voor een zuivere implementatie van de richtlijn en legde de nadruk op vrijwilligheid. Naast de in 2020 ingevoerde statiegeldregeling voor kleine flesjes staat bij ons sinds juli van dit jaar de SUP-bijdrage op eenmalige verpakkingen op de kassabon. Een situatie waar de supermarkten liefst helemaal van af zouden willen, omdat deze methodiek niets bijdraagt aan het doel van plasticvermindering.

Een maand geleden liet staatssecretaris van infrastructuur en waterstaat, Vivianne Heijnen, in een Kamerbrief weten dat de aanpak van ‘kunststofproducten voor eenmalig gebruik’ wordt uitgebreid. Het kabinet gaat onderzoek doen naar wat de meest geschikte maatregelen zijn om ‘per productgroep’ te voorkomen dat plastic op straat belandt.

De Kamerbrief is te beschouwen als een "fundamentele beleidswijziging," schrijft De Plastic Soup Foundation. “Eindelijk worden ook verbodsbepalingen in het vooruitzicht gesteld.” In de Kamerbrief staat een voorstel om de aanpak van wegwerpplastic uit te breiden met aanvullende maatregelen voor 21 productgroepen. In 2026 wordt de Europese richtlijn voor Single Use Plastics herzien. Dan kunnen aanvullende maatregelen worden genomen, zoals het toevoegen van extra productgroepen.

* De lijst uit de richtlijn: ballonnen; ballonstokjes; drankverpakkingen van maximaal drie liter, doppen en deksels inbegrepen; drankverpakkingen gemaakt van geëxpandeerd polystyreen, doppen en deksels inbegrepen; drankflessen van maximaal drie liter, doppen en deksels inbegrepen; roerstaafjes voor dranken; katoenen wattenstaafjes; drinkbekers; drinkbekers gemaakt van geëxpandeerd polystyreen, (herplaatsbare) deksels inbegrepen; drinkbekers, (herplaatsbare) deksels inbegrepen; bestek (vorken, messen, lepels, eetstokjes); voedselverpakkingen; voedselverpakkingen gemaakt van geëxpandeerd polystyreen; lichte plastic draagtassen; zakjes en wikkels; borden; maandverbanden, tampons en inbrenghulzen voor tampons; rietjes; tabaksproducten met filters, en filters die verkocht worden voor gebruik in combinatie met tabaksproducten; vochtige doekjes.

In een serie artikelen gaat Foodlog onderzoeken wat de praktische gevolgen zijn van de SUP-directive in een aantal Europese landen: Frankrijk, Spanje, België en natuurlijk Nederland. Wat is er veranderd, voor producenten, supermarkten en wat merken consumenten ervan?
Dit artikel afdrukken