Agecore is een Europese inkoopalliantie die in 2016 werd opgericht door de Franse supermarktketen Intermarché, het Belgische Colruyt, Edeka uit Duitsland, de Zwitserse tak van Coop, Conad uit Italië en het Spaanse Eroski. Volgens Le Maire zijn leveranciers gedupeerd doordat zij onder druk gezet zijn om de voorwaarden van Agecore te accepteren en omdat ze de kosten moesten dragen voor promoties (artikelen in de aanbieding) en adverteeropties in bladen van het bedrijf waar ze niet om gevraagd hadden. Hét drukmiddel van supermarkten is het uit de schappen halen van bepaalde merken, zoals Colruyt vorig jaar deed met Coca-Cola en koffie van Jacobs Douwe Egberts.
De dagvaarding naar Intermarché was nog niet de deur uit, of de Europese merkenvereniging AIM deed een oproep aan de Europese Commissie om een uitgebreider onderzoek te starten naar de praktijken van Agecore. Volgens AIM zou het uit de schappen halen van merken een concurrentiebeperkend effect op de markt hebben, waar uiteindelijk de consument de dupe van zou worden, schrijft RetailDetail.
'Almacht van multinationals'
Retailorganisaties EuroCommerce, de Europese evenknie van het Nederlandse CBL, en Independent Retail Europe reageren in een verklaring bezorgd op de nieuwste ontwikkelingen. Volgens hen is de instelling van retailallianties als Agecore juist een noodzakelijk tegenwicht tegen de "almacht van multinationals”. Inkoopallianties "bevorderen de concurrentie en houden de consumentenprijzen laag", stellen ze. Allianties zijn noodzakelijk, omdat retailers doorgaans maar in een beperkt aantal landen op zeer concurrerende markten actief zijn, met hoge vaste kosten en marges onderaan de streep van slechts 1 tot 3%. Multinationale merkleveranciers zoals Coca-Cola en Nestlé, zijn over de hele wereld actief en kennen marges die tien keer zo hoog zijn. Zonder allianties zouden retailers nog kwetsbaarder zijn voor door de leveranciers opgelegde prijsstijgingen en leveringsbeperkingen die zij voor landen vaststellen. Hoe die beperkingen werken, onderzoekt op dit moment de Europese Commissie in de zaak Mondelēz die de prijs van snoep en koekjes kunstmatig hoog zou hebben gehouden.
Vorig jaar stelde een in opdracht van het Europees Parlement uitgevoerd onderzoek ook al vast dat retailallianties geen oneerlijke concurrentie opleveren. Volgens Eurocommissaris Margrethe Vestager zijn "inkoopallianties tussen detailhandelaren een essentieel onderdeel geworden van de bevoorradingsketens voor kruidenierswaren. Zij kunnen consumenten lagere prijzen bieden voor levensmiddelen en persoonlijke verzorgingsproducten die zij dagelijks kopen."
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Even mee bemoeien :-)
1. Eigen merken kunnen alleen bestaan dankzij A merken. Retailers kopiëren.
2. Sommige winkels worden langzaam merken, als ze tenminste niet louter op prijsaanbiedingen zitten, wat de meeste wel doen. Maar retailers en merkbouw verhoudt zich erg slecht met elkaar. Te veel korte termijn denken. V&D, Hudson Bay, Hema, Deen, Marqt. La Place. Supermarkten merken? Ik moet het nog het nog zien. Zelfs het door ieder zo geroemde AH merk lijkt te eroderen.
3. De merkwaarde van A merken wordt door de strijd met de retailers uitgehold. Grote delen van het marketingbudget gaat naar de retailer voor schappositie*. De consument ziet daar weinig van.
4. Vastgoed, daar zijn de meningen over verdeeld. Zeker nu.
* de marge van 40% ( ik denk eerder 30%) wordt gehalveerd door directe kortingen op het product en de systeemkortingen (geld dat je geeft om de relatie 'goed' te houden, geld dat cadeau gedaan wordt buiten de producten om. Folders, display, bonus op omzet etc).
Wouter, de winkels zijn merken. De producten zijn dat aan het worden. Aldi heeft er een mooie reclame voor op dit moment aan de discountzijde van de markt; Albert Heijn bouwt als de Volkswagen/Audi marktleider nu aan geheel eigen merkwaarde op het gebied AGF, zuivel, ei, sinds gisteren slachtkuiken en binnenkort varken.
Supermarkten 'zijn' al merken, en dat is iets waar de A-merken nog niet zo mee bezig zijn.
Maar de merken hebben ook "vastgoed" : immers hun immateriële activa ... hun merk! Retail en A-merken willen beide (ook) verdienen aan hun (im)materiele activa. Zo bekeken zijn ze dus gelijk.
Waar ze ook gelijk in zijn: beide proberen de herkenbaarheid bij consumenten te vergroten.
Wat ook beide doen: hun vaste kosten proberen bij iemand anders te leggen. Retailers beginnen steeds meer panden te huren, en A-merken willen liever ook alles variabiliseren (en dus liever geen fabrieken meer hebben).
Wie straks -althans dat denk ik- de lachende derde wordt? Alle co-makers en de co-packers. Zowel retail en A-merken gaan we zien dat ze zonder voedselfabrieken nergens meer zijn.
Wouter, supermarkten worden merken. Dat is het echte geheim. Kun je nog een geheim delen: hoeveel zijn ze er operationeel meer door gaan verdienen?
Vooral de Franse hebben het daar best lastig mee. Gek genoeg schrijven alleen de zakenkranten daar over.
Het echte geheim van supers is dat hun vermogen en de groei daarvan vooral in vastgoed zit. Net als bij boeren ... Daarom hebben de merken weer niet van terug. Grappig he?
Een kern van waarheid. Maar wel een hele kleine kern.
Ik zal een geheimpje delen:
- A merken rekenen met 40% (of meer) bruto marge over A-merk producten.
- Retail rekent ook met 40% of meer bruto marge over private label.
Consumenten zullen nooit 40% + 40% accepteren.