Te kleine stappen
De publiek-private samenwerking werd in 2014 (kabinet Rutte II) vormgegeven door afspraken te maken met producenten om de hoeveelheid zout, suiker en verzadigd vet in sterk bewerkte producten te verlagen. Uit effectschattingen van het RIVM blijkt echter dat fabrikanten te kleine stappen hebben gezet om producten minder zout en suiker te laten bevatten, en dat consumenten er nog steeds (te) veel van binnenkrijgen. Er waren zo weinig afspraken over verzadigd vet gemaakt, dat deze niet zijn doorgerekend.
In de huidige voedselomgeving worden we de hele dag door verleid tot het maken van ongezonde keuzesTijdens de kabinetten Rutte I en Rutte II bleef het aantal mensen met overgewicht toenemen (van 47,3% in 2011 naar 48,8% in 2017). In deze tijd ontstond wel steeds meer het besef - ondersteund door wetenschappelijk onderzoek - dat we helemaal niet zo autonoom en bewust voedselkeuzes maken als we graag denken. Per dag maken we ongeveer 200 voedselkeuzes en we worden hierin sterk beïnvloedt door onze omgeving. In de huidige voedselomgeving worden we de hele dag door verleid tot het maken van ongezonde keuzes. Denk aan de veelheid van aanbiedingen en lage prijzen van voedingsmiddelen die niet passen in een gezond voedingspatroon. Maar ook aan het aantal fastfood restaurants als je door een winkelstraat loopt.
'Complex probleem'
Tijdens de laatste kabinetsperiode, Rutte III, heeft staatssecretaris Blokhuis erkend dat overgewicht een complex probleem is waarin de omgeving een belangrijke rol speelt. Zijn streven naar een samenleving waarin het voor mensen makkelijker wordt om voor gezond eten te kiezen resulteerde in een Nationaal Preventieakkoord overeengekomen met meer dan 70 maatschappelijke en private organisaties. In het Preventieakkoord is de ambitie opgenomen om het aantal volwassen met overgewicht in 2040 terug te dringen naar 38% of lager, met diverse vrijwillige, algemeen geformuleerde maatregelen om een gezonde voedselomgeving te creëren. Onderzoek van het RIVM laat echter zien dat ook deze maatregelen onvoldoende zijn om de doelstellingen uit het Preventieakkoord te behalen.
In een recent onderzoek dat wij uitvoerden naar overheidsbeleid met betrekking tot de voedselomgeving gaven voedings- en gezondheidsexperts aan dat de overheid ambitieuzere en minder vrijblijvende maatregelen moet invoeren om een gezondere voedselomgeving te creëren. Denk aan het invoeren van een belasting op suikerhoudende dranken, een verlaging van de prijzen van groenten en fruit, ambitieuze doelen voor een gezondere productsamenstelling, een verbod op reclame voor ongezonde voedingsmiddelen gericht op kinderen tot 18 jaar, en regels voor het verhogen van het aandeel gezonde voedingsmiddelen in supermarkten, winkels, quick service restaurants en catering. Andere aanbevelingen zijn bijvoorbeeld het stimuleren van supermarkten en voedingsmiddelenproducenten om gezonde voedingsmiddelen te promoten, het faciliteren van gezonde voedingsmiddelen en schoolmaaltijden op scholen, en het implementeren van regelgeving met betrekking tot de aanwezigheid van fast food outlets of quick service restaurants in gemeenten. Deze aanbevelingen sluiten aan bij de adviezen uit de ‘Inventarisatie aanvullende maatregelen Nationaal Preventieakkoord’ van het RIVM en het adviesrapport Een eerlijke kans voor een gezond leven van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving.
Structurele maatregelen
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in het voorjaar van 2021 zien we dat diverse politieke partijen dergelijke structurele maatregelen in hun verkiezingsprogramma’s benoemen. Zo wordt het verhogen van de prijzen van ongezonde voedingsmiddelen (bijvoorbeeld door een belasting op suikerhoudende dranken) genoemd in de programma’s van de Partij voor de Dieren, ChristenUnie, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Volt. Het verlagen van de prijzen op groenten en fruit (bijvoorbeeld door een btw-verlaging) wordt genoemd in de programma’s van PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, SP, Partij voor de Dieren, CDA, DENK en BIJ1. Ook wil een aantal partijen (ChristenUnie, Partij voor de Dieren, PvdA, CDA en SP) een verbod op reclame van ongezonde voedingsmiddelen gericht op kinderen of een beperking van op jongeren gerichte fastfood marketing (GroenLinks).
Met betrekking tot voedselsamenstelling, benoemen verschillende partijen dat voedselproducten gezonder moeten worden door het stellen van maxima aan de hoeveelheid toegevoegd suiker, zout en/of vet (VVD, D66, CDA, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren, BIJ1). Partijen verschillen echter in hoe ze dit willen bereiken. Zo willen sommige partijen (VVD, D66) afspraken met producenten maken terwijl andere partijen wettelijke normen willen vastleggen (Partij voor de Dieren, BIJ1).
Daarnaast stellen sommige partijen voor om de voedselomgeving op en rondom scholen gezonder te maken. Een gezond schoolontbijt en gezonde schoollunches (of schoolmaaltijden) worden genoemd in de programma’s van Partij voor de Dieren, GroenLinks, D66, Volt, en BoerBurgerBeweging. Verder worden maatregelen genoemd zoals een gezonde schoolkantine inclusief gezond aanbod in automaten (GroenLinks), stimulering van schoolfruit (D66, Partij voor de Dieren), geen suikerrijke dranken en geen opening van fastfoodketens en snackbars in de nabijheid van scholen (Partij voor de Dieren).
Beleidsondersteunende maatregelen nodig
Ten slotte zijn er enkele partijen die iets zeggen over het voedselaanbod en de promotie van gezonde voedingsmiddelen in supermarkten, zoals de Partij voor de Dieren die vindt dat gezonde producten een prominente plek moeten krijgen in het supermarktschap en de VVD die afspraken wil met supermarkten en levensmiddelenproducenten over het meer promoten van gezonde producten. D66 zegt in het algemeen een voedselomgeving te willen stimuleren die het makkelijk en aantrekkelijk maakt om gezonde en duurzame voeding te kopen.
De vraag wat er uiteindelijk van deze maatregelen terecht komt met de grootste partij die de verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl vooral bij het individu legt, hangt af van de te vormen coalitieVolgens het onderzoek van de Universiteit Utrecht en Wageningen Universiteit zijn er naast beleidsmaatregelen ook belangrijke beleidsondersteunende maatregelen nodig voor het gemakkelijker maken van de gezonde voedselkeuzes. Zo zou er een overheidsbreed, nationaal preventiebeleid moeten worden opgesteld vanuit de overheid zelf, en zou het budget voor preventie in de zorgbegroting omhoog moeten. De Partij voor de Dieren wil ook een nationaal preventieakkoord waar de voedingsindustrie niet aan mee schrijft. Daarnaast wil deze partij een minister van Voedsel en Landbouw. DENK wil de maatregelen in het nationaal preventieakkoord een structureel karakter geven in een nationaal preventiefonds.
De vraag wat er uiteindelijk van deze maatregelen terecht komt met de grootste partij die de verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl vooral bij het individu legt, hangt af van de te vormen coalitie. Het ligt voor de hand dat de VVD samen gaat regeren met D66 en CDA, twee partijen die meerdere maatregelen in hun programma’s hebben opgenomen om de gezonde keuze de gemakkelijke keuze te maken. De grote vraag is welke linkse of rechtse partijen zich aansluiten. De kans op een gezonde voedselomgeving wordt, zoals uit de hierboven besproken verkiezingsprogramma’s blijkt, groter als linkse partijen (Partij voor de Dieren, SP, GroenLinks, PvdA) of een middenpartij (ChristenUnie) zich aansluiten. Rechtse partijen (JA21, PVV, FVD) lijken niet zo happig op maatregelen om de gezonde keuze gemakkelijker te maken.
Deze stemmingen laten zien dat ook CDA en D66 in de voorgaande regeerperiode niet altijd voor alle maatregelen waren om een gezondere voedselomgeving te creërenWelke partijen uiteindelijk ook zullen gaan regeren, er ligt sowieso een politieke verantwoordelijkheid. Tijdens het afgelopen Preventiedebat (februari 2021) heeft de Tweede Kamer een aantal moties aangenomen die de voedselomgeving gezonder kunnen maken (zie deze en deze link). Zoals onderzoek naar hoe wettelijk verankerd kan worden dat gemeenten meer instrumenten krijgen voor het creëren van een gezonde voedselomgeving, en de motie dat 80% van de reclames van supermarkten voor producten uit de Schijf van Vijf moet zijn. Alleen VVD, PVV en FVD stemden tegen. Tijdens dit debat zijn echter ook moties verworpen, zoals over instrumenten voor gemeenten om fastfoodketens te weren, het niet betrekken van de industrie bij de verdere uitwerking van het Preventieakkoord, het oprichten van een preventiefonds en wettelijke normering op het gebied van productsamenstelling. Het waren de VVD, PVV, FVD, en D66 die tegen stemden. ChristenUnie en CDA stemden ook tegen, behalve de motie over instrumenten voor gemeenten om fastfoodketens te weren.
Deze stemmingen laten zien dat ook CDA en D66 in de voorgaande regeerperiode niet altijd voor alle maatregelen waren om een gezondere voedselomgeving te creëren. Er is nu een nieuwe kans voor deze partijen om ervoor te zorgen dat de maatregelen uit hun verkiezingsprogramma’s ook het regeerakkoord gaan halen. Om echt een verschil te maken, moet dat met een breed pakket aan structurele, preventieve maatregelen gericht op de gehele bevolking, waarin aandacht is voor de voedselomgeving van mensen en achterliggende sociale determinanten van een ongezond voedingspatroon, zoals armoede en stress. Ook de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving adviseert de onderliggende maatschappelijke oorzaken aan te pakken voor het terugdringen van gezondheidsachterstanden. Wij hopen dat de nieuwe coalitie nu echt invulling gaat geven aan haar grondwettelijke taak om de volksgezondheid te bevorderen.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Wat de werkelijkheid is, wat onvermijdelijk is, staat duidelijk in dit artikel: "structurele, preventieve maatregelen gericht op de gehele bevolking, waarin aandacht is voor de voedselomgeving van mensen en achterliggende sociale determinanten van een ongezond voedingspatroon, zoals armoede en stress."
Ik vind de suggestie die Otto #1 doet origineel en zeer de moeite van het nader uitwerken waard. Ik pleit voor een zeer gerichte belasting op bewerkte en verpakte (PFAS!) voeding. Dat is hier in Italie ook, een heel anders geregeld BTW tarief, zodra iets verpakt is zit er 22% op, dus geen snoepjes met die lage btw! Daarbovenop stel ik voor, per gram suiker (%) voor elke gram 5 cent erbij. Dus een pot jam zonder suiker = 3,-; met 50% suiker is dit 10,50 euro. Idem geraffineerde granen. De vervuiler moet betalen; het wordt tijd dat ook de obeser gaat betalen. En vergeet niet de verpakking: blik, glas en plastic: alles -ook transport- doorberekenen wat het kost om die rotzooi fatsoenlijk en milieu-onbelastend op te ruimen en dat er op zetten. Het moet gewoon zo zijn dat gezond eten veel en veel goedkoper is dan UPF. Kinderen krijgen op school een ruim rustmoment met een volledige, gezonde maaltijd. Afgelopen met die beker melk snel naar binnen proppen met je meegebrachte witbrood/hagelslag combi en dan hup naar buiten (alhoewel verder wel zoveel mogelijk buiten doen natuurlijk, bijvoorbeeld samen naar de boerderijwinkel fietsen).
Gerichte subsidies gaan naar restaurants die ambachtelijk koken en verantwoord inkopen. En niet te vergeten, de mensen moeten daar natuurlijk wel toegang toe hebben, dus: minimumlonen omhoog (liefst basisinkomen instellen, dat ook). Het is niet anders.
Hoe meer partijen, hoe meer dualisme. Dat is de tijdsgeest.
Ik denk dat je pas (voedsel) beleid kan maken als er ook kennis is. Vakministers? Ambtenaren carrousel afschaffen?
Accepteren dat er 'ongelijkheid' is?
Voor wie maak je dat voedselbeleid: de 'onderklasse'?
What to do:
De boeren gaan nu echt weggejaagd worden.
Voedselprijzen omhoog door alle eisen?
BTW omlaag? De staat heeft geld nodig ...
Volgens mij weet iedereen die dit blog leest dat je meer groentes moet eten en dat gebeurt dan ook. Maar hoe bereik je de groepen die vroeger PvdA stemden, maar nu PVV of DENK? Wappies, Tokkies, of immigrantengroepen? Stem: Martin Bosma
Dat zullen er wel meer gedaan hebben Dick, maar dat heeft het CDA niet van een verlies afgehouden. In denk niet dat Hoekstra een enorme stemmentrekker is, of zal worden.
De formatie zit vast, geven fractieleiders toe, al mogen ze er van de informateur niets meer over zeggen. Eventueel nieuwe verkiezingen laten verder draagvlak zien onder de nieuwkomers (BBB, Ja21, Volt - meer op rechts dan op links), zei Maurice de Hond. Begin april kwam hij naar buiten met het succes van de hypothetische lijst Omtzigt: 27 zetels!
Ik zal bekennen dat ik nog nooit van mijn leven op het CDA heb gestemd, maar dit voorjaar wel. Nee, niet op het CDA maar op Omtzigt. Waarom? Hij laat politiek weer over de werkelijkheid gaan in plaats van over relaties in veld van wie mag bepalen hoe het beeld van de werkelijkheid naar buiten wordt gebracht.
Wat is de werkelijkheid ten aanzien van voeding en hoe zou iemand als Omtzigt dat aanpakken?
Het lijkt wellicht moeilijk voor te stellen, maar wat als de voedselprijzen voor de consument inderdaad met 40% stijgen? Wat gaat er gebeuren?
Meer bewustzijn ?
Ik heb trouwens niet het idee dat de politiek veel kan betekenen. Goede intenties, matige uitvoering, geen controle.