Programma’s die erop gericht zijn met gezonde voeding en meer beweging basisschoolkinderen een lagere BMI te bezorgen, hebben weinig tot geen effect. Dat is de teleurstellende uitkomst van een meta-analyse van recente trials door Spaanse researchers. Maar BMI is slechts één van de targets van de talloze gevarieerde pogingen om de gezondheid van schoolgaande kinderen te verbeteren.

Uitkomstmaat
Uit de overdadige wetenschappelijke literatuur kozen de onderzoekers elf studies die aan de voorwaarden voldeden. Het waren RCT’s, gerandomiseerde trials, met kinderen van 6 tot 12 jaar, die gedurende een schooljaar gevolgd werden in programma’ s die voedingseducatie, gezondere schoolmaaltijden en meer georganiseerde sport en spel bevatten. De controlegroepen kregen dat allemaal niet voorgezet. De uitkomstmaat na een jaar was de toe- of afname van BMI.

De geselecteerde trials werden tussen 2012 en 2019 gedaan in Noorwegen, Spanje, IJsland, Mexico, Chili, China, Duitsland en Australië. Er waren verschillen op details van de onderzoeksprogramma’s, en ook verschillen in de betrouwbaarheid van de uitkomsten, maar ze waren goed vergelijkbaar. De analyse gaf door de precieze afbakening van de parameters volgens de onderzoekers een goed beeld van het effect van de interventies op het lichaamsgewicht van de deelnemende kinderen, in welk land ook schoolgaand.

Veel van dit soort programma’s lopen korter op scholen, merken ze op. Dan is het resultaat nihil
Nihil
“Over het geheel genomen en vergelijkbaar met wat wij in onze studie hebben waargenomen, zullen gecombineerde dieet- en lichaamsbeweginginterventies waarschijnlijk een kleine tot geen verandering in BMI teweegbrengen,” schrijven de auteurs. Ze maken een onderscheid tussen vergelijkbare studies met alle leerlingen van een school (waar zij zich op richtten) en alleen kinderen met overgewicht. Die laatsten hebben vaak wel baat bij dergelijke interventies.

De onderzoekers sluiten niet uit dat een langere duur van de programma’s een beter resultaat laat zien. Maar veel van dit soort programma’s lopen korter op scholen, merken ze op. Dan is het resultaat nihil.

Het geringe effect van de programma’s is niet een zwakte van de programma’s, veronderstellen de onderzoekers, en de oorzaak moet buiten de school gezocht worden.
"Bij het interpreteren van de resultaten (...) is een van de grootste problemen het gebrek aan controle over wat kinderen buiten de schoolomgeving doen. De inspanning die in de schoolomgeving wordt geleverd kan negatief worden beïnvloed door de invloed van de sociale omgeving, het consumentisme en de media, zodat de inspanning die in de schoolomgeving wordt geleverd verwatert."

Beweegschool
Ook in Nederland lopen talloze grote en kleine programma’s om scholen gezonder te maken, soms als onderdeel van een algemeen initiatief voor de preventie van jeugdobesitas, zoals Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG). De Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut, een ‘nationaal kenniscentrum dat actuele kennis over opgroeien verzamelt’, telt dertien interventies voor deze leeftijdsgroep van 6 tot 12-jarigen ‘gericht op het voorkomen van overgewicht’.

Vorig jaar publiceerde het RIVM een verkenning in het kader van het Nationaal Preventieakkoord met de optimistische leus ‘Een gezonde schoollunch en meer bewegen op de basisschool helpen in de aanpak van overgewicht’.

Het onderliggende RIVM-rapport beschrijft ‘draagvlak, haalbaarheid, betaalbaarheid en impact’ van schoollunches en bewegingsactiviteiten op basisscholen. Het is wat de verwachte ‘impact’ op BMI betreft bescheiden. Uitgegaan wordt van de resultaten van een onderzoeksproject op zogeheten ‘voeding- en beweegscholen’ en alleen ‘beweegscholen’ in Zuid-Limburg: “Op de voeding- en beweegschool was de BMI van kinderen gemiddeld 0,44 punt lager aan het eind van de basisschoolperiode (12-jarige leeftijd) in vergelijking met de BMI van kinderen op controlescholen.” Een BMI van 20 van een 12-jarige duidt op een normaal gewicht, 25 betekent overgewicht.

Kinderen leren over voeding en gezondheid, de gezamenlijke maaltijden verbeteren de sociale interactie en meer bewegen is gezond, ongeacht het lichaamsgewicht. Dat loont later in het leven
Voordeel
De Spaanse onderzoekers keken naar internationale varianten van de ‘voeding- en beweegscholen’ en kwamen in het gunstigste geval ook op zo’n geringe verlaging van BMI uit. Ondanks het verwaarloosbare effect op BMI van een verblijf op een gezonde basisschool adviseren zij toch door te gaan met de schoolprogramma’s voor goede voeding en extra beweging. Er is op ander vlak namelijk wel voordeel te behalen. De kinderen leren over voeding en gezondheid, de gezamenlijke maaltijden verbeteren de sociale interactie en meer bewegen is gezond, ongeacht het lichaamsgewicht. Dat loont later in het leven.

Het meeste voordeel is te behalen op scholen in gebieden met een lage sociaal-economische status. Het deel van Zuid-Limburg waar het genoemde project draaide is zo’n gebied. Jeugdobesitas is vooral een probleem voor kinderen die opgroeien met problemen door raciale en sociaaleconomische ongelijkheid, blijkt ook uit een recent Amerikaans onderzoek.

Een van de scenario’s die het RIVM-rapport voorstelt is om de gezonde voeding- en beweegscholen daarom in ieder geval in achterstandswijken op te tuigen.
Dit artikel afdrukken