Van Zanten is onderzoeker aan zowel Wageningen Universiteit als Cornell University op het gebied van duurzame voedselsystemen. Ze is optimistisch over de toekomst als het mensen lukt samen te werken. Met theoretische modellen kunnen overheden, bedrijven en het publiek gezamenlijk inzicht krijgen in mogelijke toekomsten die onze planeet voor mensen ecologisch en klimatologisch leefbaar houden. En die de nog altijd groeiende mensheid een gezond en goed leven moeten beloven. Dat allemaal ondersteund met cijfers en niet met het idee van maar één ideologie hoe het moet, want er zijn verschillende wegen die naar Rome leiden. De samenleving moet kunnen kiezen uit verschillende visies en een politiek akkoord vinden op basis van de best mogelijke inzichten.

Natuurkundig onmogelijk
De huidige manier van voedsel produceren, verwerken en consumeren is zo ver uit balans, dat het systeem een fundamentele reset nodig heeft. We kunnen niet doorgaan met een overshoot die dit jaar op 2 augustus de ecologische hulpbronnen van de planeet al voor het hele jaar opgesoupeerd heeft. In de achtste maand heeft de wereldgemeenschap de aarde 'op'. In de rijke wereld valt dat moment veel eerder. Voor het consumptieve gedrag van Luxemburg begint de overshoot al na 14 februari. Het welvarende Hertogdom heeft zijn aandeel in de hulpbronnen zoals energie en natuur al binnen anderhalve maand op. Nog eerder dan de VS die er tot 13 maart voor nodig hebben. Nederland houdt het vol tot 12 april en verbruikt daarmee 3,2 aardes als iedereen zo zou leven als wij. Maar dat is natuurkundig onmogelijk. Daar komt bovendien nog eens bij dat inkomens en bezit veel beter over de wereldbevolking verspreid moeten worden, zodat het rijke deel minder verspilt en het arme deel toegang krijgt tot zijn aandeel in wat het leven te bieden heeft.

Een systeem dat de hoeveelheid afval minimaliseert, overconsumptie stopt en gezonde voeding vooropzet, is gebaseerd op radicaal andere ontwerpprincipes. Ik zou overigens voor incrementele verandering zijn als we ons dat konden veroorloven. Maar ik denk dat we die luxe niet meer hebben
Hergebruik
Net als in de natuur moet in voedselsystemen hergebruik van grond- en voedingsstoffen centraal staan. De natuur is een zich steeds aanpassend systeem van eten, doodgaan en gegeten en verteerd worden in een cyclus waarin steeds nieuw leven zich voedt met de resten van het oude. Een kringloop dus. Zo moet ook het voedselsysteem van de toekomst er zoveel mogelijk uitzien. Dat zal zodanig moeten dat er voldoende ruimte is voor natuur en voor mensen. En zonder het klimaat en daar op reagerende ecosysteem verder te destabiliseren.

Het voedselsysteem dat zich sinds de Industriële Revolutie heeft ontwikkeld, trekt zich weinig van kringlopen aan. Het produceert in massa om de prijs zo laag mogelijk te laten zijn en wil zoveel mogelijk mensen in welvaart - die het definieert als consumptie - kunnen laten delen. Het doet weinig moeite om kringlopen te sluiten, produceert eten dat verleidt tot consumptie omdat zoveel mogelijk verkopen aan zoveel mogelijk mensen het doel is geworden. Een systeem dat de hoeveelheid afval minimaliseert, overconsumptie stopt en gezonde voeding vooropzet, is gebaseerd op radicaal andere ontwerpprincipes. Daarin moet ook waarde worden gecreëerd die zich vertaalt in winst om te kunnen ontwikkelen en daartoe te motiveren. Maar tegelijk staan ook andere doelen centraal: een zo klein mogelijke ecologische footprint, gezonde voeding voor zoveel mogelijk mensen en een goed leven voor mensen en dieren.

Revolutie via een model
Van Zanten vertelt dat haar model niet bedoeld is om te kijken naar incrementele verandering, dat wil zeggen een beetje minder van dit en een beetje meer van dat. We zijn gewend aan de uitspraak ‘je kunt niet van de kelder naar de zolder springen’. Toch moet dat juist wel, zegt Van Zanten. “Als je je laat leiden door het systeem van vandaag, kom je niet verder. Het bestaande systeem houdt je gevangen. Wil je echte verandering dan moet je de basis proberen te vernieuwen. Doe je dat niet dan modder je door met het bestaande systeem en creëer je de verandering die nu noodzakelijk is niet. Ik zou overigens voor incrementele verandering zijn als we ons dat konden veroorloven. Maar ik denk dat we die luxe niet meer hebben.”

Van Zanten zegt met zoveel woorden dat de transitie op het gebied van energie en voedsel waar de media en politiek bol van staan, niet incrementeel maar radicaal is en gebaseerd moet zijn op nieuwe doelen.

Zonder inzicht vooraf in de effecten van de veranderingen op het gebied van de productie en consumptie van voedsel is er weinig hoop op een transitie naar een circulair voedselsysteem
Om de wil daartoe te vormen is inzicht nodig omdat anders niemand bereid is om aan het avontuur te beginnen. Van Zanten: “Radicale verandering is fundamenteel en onzeker. Voordat bedrijven en overheden bereid zijn die weg op te gaan en oude gewoontes en infrastructuren op te geven, moeten ze weten welke consequenties die verandering heeft. En of die haalbaar is. En ze moeten weten wie wat moet doen en hoe. Ze zullen elkaar moeten helpen omdat wat de een doet consequenties heeft voor anderen die negatief kunnen uitpakken. Dat moet je samen willen aanpakken als je het systeem als geheel wilt veranderen.”

Kort gezegd: zonder inzicht vooraf in de effecten van de veranderingen op het gebied van de productie en consumptie van voedsel is er weinig hoop op een transitie naar een circulair voedselsysteem. Er zijn domweg te veel onzekerheden. Op Circular Foods geeft Van Zanten antwoord op de vragen als ‘wat eten we in zo’n circulair voedselsysteem?’ ‘Eten we nog dieren en, zo ja, welke?’ En ‘welke gewassen telen we waar?’ Om die vragen te beantwoorden bouwde Van Zanten met een team van onderzoekers CiFoS, het Circular Food Systems model.

CiFos
Het dashboard van CiFoS maakt het mogelijk om de totale impact van onze consumptie op de landbouw te meten van mest, grond, gewassen en dieren tot op het niveau van de ingrediënten zoals ze door de levensmiddelenindustrie en vershandel worden ingekocht. Denk aan meel, aardappelen, boerenkool of een slachtkuiken. Het model kan worden aangepast aan verschillende agro-ecologische en sociaaleconomische omstandigheden. De ene grond is bijvoorbeeld beter voor het verbouwen van aardappelen en de andere voor tarwe. Daarmee kan het verschillende scenario’s doorrekenen op basis van het optimale niveau van circulariteit. Ook valt ermee te bestuderen wat er gebeurt als we met z’n allen veganistisch gaan eten. Hebben we in dat geval genoeg humane mest om de akker- en tuinbouw aan de gang te houden of moet er kunstmest bij - en zo ja, hoeveel?

CiFos is uniek door de mate van detail op verschillende terreinen
Zeven dagen rekenen
Er zijn inmiddels vele duurzaamheidsmodellen. CiFos is uniek door de mate van detail op verschillende terreinen. Het combineert kennis met betrekking tot zowel voedsel en landgebruik als energie (biomassa) en broeikasgassen. Het model kan daarom complexe vragen aan en de consequenties van verschillende strategieën en politieke keuzes berekenen. Van Zanten legt uit: “We hebben Europa in ongeveer 8.000 regio’s opgesplitst. Op basis van klimaat- en bodemtypes hebben de regio’s verschillende gewassen. Van ieder gewas kun je weer verschillende producten maken met verschillende bijproducten. Tijdens dat proces komen er allerlei afvalstromen op verschillende momenten die ook weer producten opleveren. En dan heb je nog een scala aan keuzes wat je met die producten kunt doen. Denk aan voedsel, voer of compost. Dit allemaal is verwerkt in loops in ons model”.

Dat betekent dat de berekeningen een hoge mate van nauwkeurigheid hebben door het grote aantal rekenregels die in het model zijn verwerkt. Het is inmiddels zo complex dat je zelfs met de snelle computers van vandaag het antwoord op een ingevoerd scenario soms pas krijgt na zeven dagen stampen. En misschien wordt dat nog wel langer ook. Uiteindelijk wil Van Zanten onder meer biodiversiteit, de beschikbaarheid en kwaliteit van water, de beschikbaarheid van energie, de materialen om die te kunnen oogsten en toepassen en dierenwelzijn aan het model toevoegen. Haar wensenlijstje is bovendien geografisch: “We zijn bijna zover om het huidige Europese model op wereldschaal te draaien.”

Alternatieve productiesystemen
Het model brengt het bestaande voedselsysteem in kaart. Het laat zien dat alle schakels van boer tot bord, inclusief de huidige manier van dieren houden, het bewerken van gewassen, het gebruik van kunstmest en het transport en distributie van voedingsmiddelen verspillend zijn. Kweekvlees, plantaardig nepvlees, insecten, eieren, zuivel, vis, kweekvis en ‘echt’ vlees hebben elk hun eigen consequenties. Van Zanten zelf eet vegetarisch, met de neiging naar veganistisch.

Humane mest kan niet alle dierlijke mest vervangen
Ondanks dat we de keten tussen plant en mens verkorten door veganistisch te eten, is daar een berg meer mest voor nodig. Als die niet meer van dieren komt, zal die mest van onszelf, groenbemesters of uit kunstmestfabrieken en de mijnbouw (voor fosfaat en kalium) vandaan moet komen. Hoewel mensenpoep- en plas een deel van de oplossing zijn, waarschuwt Van Zanten: "Het gat in de voedselkringloop is niet compleet te dichten met humane excretie. Die levert echt minder mest op dan we denken in ieder geval met de huidige sanitatiesystemen”. Wat wij uitpoepen en -plassen belandt in de rioolzuivering waar het zoveel mogelijk wordt uitgefilterd en vervolgens wordt verbrand om er stroom van te maken. Maar ook als we veel zorgvuldiger omgaan met onze mest en er tarwe, sla, tomaten en boerenkool mee gaan telen, blijft het vermoedelijk achter bij de verwachtingen. Van Zantens bottom line luidt: “Humane mest kan dierlijke mest niet vervangen”. Zonder dieren, wordt het dus lastiger om zonder kunstmest - een product dat wordt geproduceerd door een sector die nu in de ogen van velen geldt als de duivel van het voedselsysteem - te boeren en worden alternatieven zoals groenbemesters belangrijker.

Door naar overmorgen
“We moeten blijven doorontwikkelen, maar vooral kritisch blijven kijken naar alternatieven”, vertelt van Zanten. “Alternatieven zijn vaak stappen op weg naar morgen. Maar morgen is niet genoeg en vrijwel nooit klaar. Gepassioneerde mensen investeren hun tijd en energie. Dat maakt het lastig om een tijdelijke oplossing weer los te laten en weer door te gaan naar overmorgen. Initiatieven die nu voor verbetering van het voedselsysteem zorgen zijn daarom nog niet dé oplossing. We moeten steeds die stap verder willen, als we nog niet ver genoeg zijn. Ik ben echt heel erg blij met de circulaire diervoeders van Nijsen. Dat veevoerbedrijf maakt van ‘weggegooid eten’ op een zinvolle manier diervoeding. Dat is een geweldige verbetering van het voedselsysteem doordat ze de afvalstromen benutten. Maar eigenlijk moeten we natuurlijk de afvalstromen beperken. Daar moeten we zo snel mogelijk naar streven.”

Van Zanten heeft op basis van het model een online spel ontwikkeld. Daarmee wil ze begrip en bewustzijn creëren en uiteindelijk politieke consensus bereiken
Serious game
Het model laat zien hoe complex het is om het voedselsysteem te resetten in een serie van stappen naar overmorgen en de dagen daarna. Van Zanten is op basis van het model een serious game aan het ontwikkelen samen met Federico Andreotti, postdoc bij de Farming Systems Ecology group, waarin de vraag ‘Hoe ziet jouw ideale voedselsysteem eruit?’ centraal staat. Het spel modelleert verschillende scenario’s en brengt zo knelpunten in kaart die de vele mogelijke ontwikkelingen in de beweging naar een duurzaam voedselsysteem in de weg staan. Zo wil Van Zanten begrip en bewustzijn creëren en uiteindelijk politieke consensus bereiken. Bloedserieus dus, want als we grote fouten maken kan ons dat letterlijk ons leven kosten.

Afgelopen week, tijdens het symposium The Environmental Impact of Food Systems aan de WUR, vroeg Van Zanten bedrijven, organisaties en individuen in te tekenen op een Europees project om het spel groter te maken en de samenleving als geheel te betrekken. Van Zanten: “Omdat het gaat over ieders toekomst met die ene planeet die we delen, moeten we samen willen streven naar een duurzaam voedselsysteem. Consensus over hoe we dat willen, ontstaat alleen als we eerst allemaal snappen dat het zin heeft om samen te werken en we de urgentie van het probleem erkennen. Pas daarna gaan mensen echt aan de slag met radicale verandering. Die verandering starten en volhouden vraagt vertrouwen. Dat is een hele serie van uitdagende opgaven.”
Dit artikel afdrukken