In de wereld van onder meer milieuvervuiling, natuurbehoud, klimaatverandering en gezondheid spelen modellen de hoofdrol. We baseren ons op modellen om de stand van zaken, de trend daarin en de toekomst vast te stellen. De cijfers die eruit komen, laten niet zelden een ongewenste trend zien. Die willen we bij- of zelfs ombuigen. Hoe dat zou kunnen en wat het resultaat zal zijn, laten we ook door modellen vertellen.

De cijfers komen via media in omloop. Daar reageren politici en NGO’s op. Zij vertellen dat er iets moet gebeuren en waarom. Na verloop van tijd ontstaan beelden van wat er moet gebeuren. Als in democratieën overheden geen beleid maken, doen NGO’s dat. Zij doen daarmee het beeldscheppende voorwerk voor overheidsbeleid. Uiteindelijk nemen overheden het beleid over en voteren ze de budgetten om de trend te keren. Die budgetten worden onderbouwd met de inzichten uit de wetenschap: zoveel miljoen of miljard euro of dollar levert zoveel gezondheidswinst, minder vervuiling, natuurherstel of minder klimaatopwarming op.

Dat kan omdat de wereld door het gebruik van cijfers in de spreadsheet van een politieke boekhouder kan worden gestopt.

Van creditscoring tot vergaande speculatie
De grote vraag is natuurlijk of de modellen de werkelijkheid voldoende in de smiezen hebben. Het antwoord op die vraag onderzoeken we de komende weken in onze derde serie in de reeks filosofische analyses ’wat is …?’

Er zijn modellen die de werkelijkheid uitstekend benaderen. Denk aan de creditscoring die banken op je loslaten als je een consumptief krediet aanvraag. Aan de hand van ruime aantallen data kunnen ze uitstekend vaststellen wie welke leenbedragen kan terugbetalen en wie niet en hoe groot het risico is dat een ‘wel-score’ oplevert. Die modellen doen het doorgaans prima.

Naarmate het aantal feitelijk ononderbouwde hypothesen toeneemt, neemt het speculatieve karakter van modellen toe
Ook zijn er modellen die slechts gedachtenoefeningen zijn. Onderzoekers stoppen er variabelen in, bepalen hoe die zich naar hun idee tot elkaar verhouden, vullen de variabelen met cijfers en kijken dan of hun gedachten kloppen met wat ze waarnemen. Soms doen ze die test niet en onderzoeken ze slechts de denkwereld die de wetenschap van dat moment heeft.

Hypothesen, speculatie
De verhoudingen tussen de grootheden kunnen gebaseerd zijn op eerder feitelijk onderzoek, maar ook op hypothesen. Naarmate het aantal hypothesen toeneemt, worden de modellen meer speculatie en fantasie, zij het wetenschappelijke. Naarmate het aantal feitelijk ononderbouwde hypothesen toeneemt, neemt het speculatieve karakter van modellen toe.

De vraag wat een model is, is beantwoordbaar en dus niet filosofisch. Het filosofische van de vraag ligt net om de hoek: hoeveel onzekerheid en speculatie accepteren we als we er - zoals we dagelijks in de kranten kunnen lezen - kostbaar en ingrijpend beleid op baseren?

Aanstaande donderdag volgt de eerste aflevering van een tien weken durende serie.

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dat doen lees je in De ontdekking van de ander.
Dit artikel afdrukken