Veel sneller dan verwacht slaat klimaatverandering toe. "De overstromingen, droogtes, bosbranden en extreme hittegolven die de aarde teisteren, geven een beeld van de klimaattoekomst waar wetenschappers al tientallen jaren voor waarschuwen - en alle manieren waarop de wereld er nog niet klaar voor is," schrijft Politico.

Het koolstofdioxideniveau in de atmosfeer is met 417,07 ppm in 2022 inmiddels hoger dan het in meer dan 3 miljoen jaar is geweest
Versnelling
De Verenigde Staten, een van de meest welvarende landen ter wereld, haperen. Het machtige land heeft moeite met de financiële, economische en ecologische problemen die het ervaart: de verwoestende stortregens in noordoostelijke staten als Vermont, de meerdere staten omspannende ruzie over de verdeling van het water uit de Colorado-rivier, de recordtemperaturen die de stabiliteit van het elektriciteitsnet bedreigen en de rook van de Canadese bosbranden die naar het zuiden drijft. En dan moet het hoogtepunt van het Atlantische orkaanseizoen (augustus tot en met september) nog komen. Nota bene op een moment dat de oceaanwatertemperatuur al op een niveau is dat Europese wetenschappers "buiten alle proporties" noemen. "Als het je niet bevalt wat je vandaag ziet, blijf dan hier - het wordt eerst erger voordat het beter wordt," aldus Michael Oppenheimer, klimaatwetenschapper aan Princeton University.

Het ene na het andere record sneuvelt. Begin juli werden de warmste temperaturen in 143 jaar gemeten. Waarschijnlijk sneuvelt het pas 7 jaar oude temperatuurrecord dit jaar al weer, zeker als El Niño op stoom komt. Het koolstofdioxideniveau in de atmosfeer is met 417,07 ppm in 2022 inmiddels hoger dan het in meer dan 3 miljoen jaar is geweest. De wereld is al 1,2 graden warmer geworden sinds het begin van de industriële revolutie, en volgens de Wereld Meteorologische Organisatie is er een kans van 66% dat de jaarlijkse gemiddelde temperatuurstijging wereldwijd tussen nu en 2027 minstens één keer de 1,5 graden Celsius zal overschrijden. De kans dat de doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs nog gehaald wordt, is "nihil", zegt Oppenheimer.

Wat als de zich aftekenende klimaatramp nu eens samenvalt met het falen van het wereldvoedselsysteem?
Wereldvoedselsysteem op 'tipping point'
In de stortvloed aan slecht nieuws sneeuwt een ander aspect onder: de omstandigheden waaronder de mensen voedsel kunnen verbouwen en hun oogsten zien lukken. Stel je voor wat er gebeurt als de zich aftekenende klimaatramp samenvalt met het falen van het wereldvoedselsysteem? "Er zijn tal van tekenen [..] die erop wijzen dat het wereldwijde voedselsysteem niet ver van het omslagpunt verwijderd is, om structurele redenen die vergelijkbaar zijn met die welke de financiële sector in 2008 deden omslaan," schrijft de immer alarmistische journalist George Monbiot in een opinie in The Guardian. Monbiot gooit er een algemene waarheid tegenaan om zijn gevoelens kracht bij te zetten: "Als een systeem een kritieke drempel nadert, is het onmogelijk te zeggen welke externe schok het systeem omver kan duwen. Als een systeem eenmaal kwetsbaar is geworden en zijn veerkracht niet is hersteld, is het niet een kwestie van of en hoe, maar wanneer."

'Systeemrisico'
Monbiot haalt een recent verschenen onderzoek in Nature aan. Voor het eerst hebben onderzoekers gemodelleerd wat de gevolgen zijn voor de wereldwijde gewasproductie als 'meanders' in de straalstroom (de band van sterke winden zo'n 10 kilometer boven het aardoppervlak) 'vast komen te zitten'.

Dergelijke vastzittende patronen veroorzaken extreem weer, dat gevolgen kan hebben voor het lukken van oogsten. Het risico van gelijktijdige weersextremen onder invloed van een sterk meanderende straalstroom was tot op heden nog nooit gekwantificeerd. Klimaatmodellen blijken nauwkeurig atmosferische patronen te kunnen simuleren, maar onderschatten de daarmee samenhangende weersextremen op het aardoppervlak en hun impact op de teelt van gewassen. De modellen hebben blind spots die zich flink kunnen vergissen in het risico op mislukkende oogsten.

Het onderzoek laat zien dat bepaalde meanderpatronen de belangrijkste teeltregio's op het noordelijk halfrond tegelijk aan extreem weer kunnen blootstellen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het westen van Noord-Amerika, Europa, India en Oost-Azië. Zelfs kleine oogstverliezen zijn doordat ze tegelijkertijd optreden een "systeemrisico": een tegenvallende oogst hier, kan door een meevaller of voldoende oogst daar niet meer worden opgevangen.

UN Sustainable Goal 'Zero Hunger' onhaalbaar
Nu al is duidelijk dat regionale klimaatschokken de honger in de wereld weer te laten toenemen. Jarenlang daalde het aantal mensen met honger en leek de VN doelstelling van 'zero hunger' in 2030 haalbaar. Sinds 2015 daalt het aantal mensen met honger echter niet meer. De dalende trend waar wereldleiders zo blij mee waren is weer omgekeerd.

De meest waarschijnlijke verklaring daarvoor, denkt Monbiot, is dat het wereldwijde voedselsysteem zijn veerkracht heeft verloren. "Wanneer complexe systemen hun veerkracht verliezen, hebben ze de neiging om schokken te versterken in plaats van ze te dempen. De schokken die tot nu toe in het hele systeem zijn versterkt, komen het zwaarst aan bij arme landen die afhankelijk zijn van import. Dat veroorzaakte lokale prijspieken." Dat gebeurde al toen de voedselprijzen wereldwijd laag waren. Dat is een veeg teken. Als pieken optreden wanneer oogsten in slechts één land of één regio tegenvallen, berg je dan als extreem weer tegelijkertijd meerdere belangrijke teeltregio's treft.

In de wereld worden strategische graanvoorraden aangehouden die een eerste ramp mogelijk best kunnen doorstaan. Maar eenmaal flink aangesproken, zit de wereld met dunne voorraden en staat de wereldbevolking opeens met zijn rug tegen de muur, terwijl het aantal verzengend warme en droge jaren aan lijkt te houden. Is het zo erg of is het alarmisme?

Is het zo erg of is het alarmisme? Vermoedelijk worden de beste sommetjes en risicoberekeningen over de beschikbaarheid van graan, wereldhonger en de bereidheid om geld op tafel te leggen voor het beschikbare voedsel op dit moment gemaakt door private bedrijven
Toen Rusland vorige week de graandeal met Oekraïne opblies, doken de berichten over honger in Afrika meteen weer op. Maar andere media deden van tut-tut-tut omdat de deal voornamelijk om veevoer zou hebben gedraaid. Maar wie weet nu eigenlijk hoe de graanvoorraden zich in de wereld ontwikkelen en aan welke risico's die onderhevig zijn?

ADM, Bunge, Cargill en Louis Dreyfuss Company
Stevent de wereld af op honger?, vroegen we dit voorjaar op Foodlog. Overheden in de EU zijn voornamelijk bezig met klimaatmaatregelen en zaken als de Natuurwet die de biodiversiteit ten behoeve het klimaatbeleid moeten versterken.

De beschikbaarheid en prijzen van voedsel hebben op ons continent nauwelijks tot geen prioriteit. Het laxisme ten overstaan van het risico dat de voedselprijzen behalve door inflatie ook door natuurlijke invloeden omhoog worden gejaagd, is vermoedelijk het gevolg van een oude overtuiging. Het nog geldende denken dat we klimaatverandering nog kunnen keren en dat de wereld dan blijft zoals die ongeveer was, eist zijn vertragende tol. Dat zet de EU op achterstand.

Het is niet onwaarschijnlijk dat het complexe ecologische systeem op aarde inmiddels fundamenteel veranderd is. Die veranderingen laten zich op veel en heel uiteenlopende fronten gelden. Dat doen ze op een manier die de modellen - die een tunnelblik hebben door hun sterke nadruk op koolstofemissies en hun toevoeging aan atmosferische concentraties - niet kunnen voorzien. Onderwijl lijkt de zittende Europese Commissie vastbesloten de voedselproductie haar continent te beperken zonder steekhoudende sociaal-economische impact-analyse - noch op Europees, noch op mondiaal niveau.

Het is logisch om te verwachten dat de beste sommetjes en risicoberekeningen over de beschikbaarheid van graan, mogelijke wereldhonger en wie de prijs van het beschikbare voedsel het best kan opbrengen op dit moment gemaakt worden door met name vier private bedrijven. Volgens de wereldvoedselorganisatie FAO zijn de grote commodities-handelaren ADM, Bunge, Cargill en Louis Dreyfuss Company niet meer de dominante spelers op de wereldmarkt. Dat neemt niet weg dat ze groot blijven en het belang en de middelen hebben om de wereldmarkt en de voedselafhankelijkheden van landen van handel gedetailleerd in kaart te brengen. Dergelijke bedrijven verhandelen het voedsel in de wereld dat niet lokaal wordt gegeten maar op de mondiale markt wordt verhandeld om overschotten en gaten met elkaar in balans te brengen. De onderstaande UNCTAD-grafiek met exporterende (blauw) en importerende (rood) landen laat zien waar die balansen nu door wereldhandel gerealiseerd moeten worden. Hoe lager de inkomens in rode landen, hoe sneller hun bevolkingen in problemen komen als er grote (graan)tekorten ontstaan.

copyright: Unctad


Terwijl de wereldhandel volgens de FAO lijkt te regionaliseren, blijft vooral het overwegend arme Afrika afhankelijk van de wereldmarkt
De EU speelde van oudsher een centrale rol in het wereldwijde handelsvolume en was zelf bijvoorbeeld de belangrijkste leverancier van varkensvlees op de wereldmarkt en een belangrijk op het gebied van zuivel. Zuid-Amerika, Canada, Oekraïne en Australië (granen, zuivel en vlees) de markt met name op het gebied van akkerbouwproducten, met Rusland als grote nieuwkomer sinds de jaren '10 van deze eeuw. De Oekraïense productie valt voor een deel uit als gevolg van de oorlog met Rusland en de na-ijlende effecten (mijnen) daarvan in de komende jaren. Het grote landbouwland Brazilië in Zuid-Amerika, kampt ook al met beperkte oogsten als gevolg van slecht weer. Afrika produceert de meeste landbouwproducten in het Westen, maar West-Afrika kan het grote continent niet voeden. Terwijl de wereldhandel volgens de FAO lijkt te regionaliseren, blijft vooral het overwegend arme Afrika afhankelijk van de wereldmarkt. Daar schieten de prijzen omhoog en daalt het beschikbare volume het eerst bij wegvallende oogsten; wat te koop is, gaat naar de hoogste bieders in de rijke landen. In de rijke landen blijven de boodschappen aanvankelijk duur en stijgen de reeds sterk gestegen kosten van het dagelijks leven verder door.
Dit artikel afdrukken