De uitbreiding van het vliegverkeer op Schiphol veroorzaakt een toename van de uitstoot van stikstof (NOx). Die NOx slaat “ergens” neer. Als dat “ergens” een Natura2000 gebied is, kun je in theorie bepalen hoe groot die depositie in mol/ha.jr is.

Stel dat je kunt bewijzen dat de extra uitstoot van Schiphol op bijvoorbeeld de Veluwe de depositie van 1 mol/ha.jr vergroot. Dat is meer dan de uiterst lage drempelwaarde van 0,005 mol/ha.jr die Nederland hanteert om een vergunning te kunnen verlenen.

Ingevolge artikel 6, lid 3 van de Habitatrichtlijn kan Schiphol de door uitbreiding veroorzaakte extra NOx uitstoot mitigeren. In dat geval moet de luchthaven zijn bedrijfsvoering zodanig aanpassen dat de extra uitstoot en daaraan gekoppelde depositie onder de 0,005 mol/ha.jr komen. Dat krijgt Schiphol kennelijk niet voor elkaar en daarom kan de luchthaven geen vergunning krijgen.

Schiphol kan de gerezen problemen niet zelfstandig oplossen; de overheid is verantwoordelijk voor de afwikkeling van het europeesrechtelijke traject. En dat geldt voor talloze bedrijven en projecten zonder natuurvergunning
Daardoor schuift de zaak juridisch door naar artikel 6, lid 4, van de Habitatrichtlijn. Dat zegt dat voor projecten van groot nationaal belang met een significant negatief effect op specifieke habitattypen, zoals Natura2000-gebieden, toch een uitvoeringsvergunning kan worden verleend, mits de door de uitbreiding veroorzaakte schade aan die specifieke habitattypen wordt gecompenseerd.

Dat moet worden gegarandeerd in een voorstel aan de Europese Commissie, waarin de compensatiemaatregelen worden omschreven. Indien de Commissie met dat voorstel akkoord gaat dienen die maatregelen te worden uitgevoerd en voltooid te zijn voordat met de uitbreiding kan worden begonnen. Maar Schiphol heeft in de loop der jaren steeds vergunningloos uitgebreid zonder zo'n aanvraag en bijbehorende realisatie.

Schiphol kan dus maar beter stoppen met het opkopen van willekeurige agrarische bedrijven, omdat onduidelijk is of de opgekochte ammoniakemissie rechten het predicaat compensatiemaatregelen verdienen. Als de Europese Commissie al met achteraf voorgestelde opkoop akkoord zou zijn, dan wordt het voorstel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid afgeschoten door het Hof van Justitie van de Europese Unie. De reden daarvoor is eenvoudig: waar de depositie van een specifieke bron neerslaat, is achter- noch vooraf vast te stellen zegt inmiddels ook het RIVM. Dat zet Schiphol schaakmat.

Dat is niet slechts een Schipholprobleem en zelfs veel meer een overheidsprobleem dat zich over alle sectoren verspreidt. Ons land heeft tientallen jaren genegeerd dat de Habitatrichtlijn een universele werking heeft en zich niet alleen richt op de agrarische sector. Schiphol kan de gerezen problemen niet zelfstandig oplossen; de overheid is verantwoordelijk voor de afwikkeling van het europeesrechtelijke traject. En dat geldt voor talloze bedrijven en projecten zonder natuurvergunning.

De overheid zit in een lastig parket dat lijkt op die man die €1.000 rood staat. Hij heeft een probleem en moet dat oplossen. Als hij dat niet doet en de bank vindt dat steeds goed zodat zijn schuld oploopt tot €10 miljoen, dan heeft de bank een probleem.



Aanvulling op bovenstaande tekst, 13 december, 17u15.

"Het is genant", zegt Nico Gerrits, "dat 28 jaar nadat de Habitatrichtlijn in werking is getreden, de regering plus de provinciale autoriteiten die voor de uitvoering verantwoordelijk zijn nog steeds geen idee lijken hebben hoe dat volgens de spelregels moet.
Of ligt de zaak iets anders, en zijn er ambtenaren op het ministerie van LNV die precies weten hoe het moet maar dat niet willen uitvoeren?

Uit contacten die ik met juristen van LNV zo´n 15 jaar geleden had, bleek bij hen een diepgaande kennis van de Habitatrichtlijn te bestaan. Ze wisten dat intern salderen een vorm van mitigerende maatregelen was om de effecten van een plan te verminderen – zodat het eventueel doorgang kon vinden. Ze wisten dat als mitigatie niet voldoende was een plan of project geen doorgang kon vinden, tenzij de overheid argumenten had om het plan tot “groot nationaal belang” te verklaren – zoals bijvoorbeeld met de uitbreiding van de Maasvlakte is gebeurd. Ze wisten ook dat extern salderen, buiten de scope van een plan, niet toegestaan was, omdat het niet kon gelden als compensatie van de door het plan te veroorzaken natuurschade.

Mogelijk zijn die juristen met kennis van zaken vertrokken bij het ministerie. Dat zou een hele opluchting kunnen zijn, want die deskundige juristen waren ook degenen die weigerden de Habitatrichtlijn op correcte wijze in Nederlandse wetgeving om te zetten en met inachtneming van (verhelderende) jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, naar letter en geest uit te voeren.

De PAS, de nationale natuurcompensatiebank, de stikstofbank, extern salderen inclusief afromen, tot en met piekbelasters, alles wat uit de koker van LNV komt kan op voorhand worden afgeschoten omdat het niet strookt met de verplichtingen van de Habitatrichtlijn.

Ik word daar achterdochtig van omdat ik niet geloof dat de kennis-erosie op het departement totaal is. Het belangrijkste resultaat van al die instrumenten en hun gevolgen is dat de druk op de agrarische sector tot onzinnige hoogte is opgevoerd. Daar vermoed ik een agenda achter."
Dit artikel afdrukken