Recent onderzoek naar biobrandstoffen zou laten zien dat tot wel dertig procent van de behoefte aan brandstof zou kunnen worden ingevuld door biobrandstoffen, zonder dat de productie van voedsel daar onder lijdt. Maar wat betekent dat voor natuurlijke kringlopen?
Een optimistisch bericht in boerenblad De Boerderij meldt: Volgens co-auteur Chris Somerville van de University of California kunnen toenemend niet-eetbare planten maar ook niet-eetbare delen van planten worden gebruikt als basis voor biobrandstoffen. De veredeling van "energiegewassen" staat volgens Somerville nog in de kinderschoenen. De wetenschappers stellen dat door veredeling ook niet-eetbare planten kunnen worden geteeld op bijna 600 miljoen hectare wereldwijd waarop nu niks wordt geteeld.
De miljoenensubsidies voor dit soort onderzoeken vliegen onderzoekers en ondernemers om de oren. De verwachtingen en voorspellingen klinken veelbelovend. Niet-eetbare delen van planten toch verwerken en gronden waar toch niets geteeld wordt eindelijk nuttig maken voor onze tomeloze behoefte aan energie.
Toch wringt het. Hoe je het ook wendt of keert, voor het telen van gewassen zijn nutriënten en water nodig. Nutriënten die bij 'normaal gebruik' in de kringloop blijven en voor volgende generaties gewassen weer ter beschikking komen. Bij gebruik als biobrandstof gaan ze letterlijk in rook op en worden ze zodanig ver uit hun biotoop gehaald dat ze daar niet meer terugkomen. Ja, je krijgt er energie voor terug. Maar die is ook op andere manieren te winnen: de mogelijkheden van zon, wind en getijden hebben aanmerkelijk minder implicaties voor natuurlijke balansen. Ze hebben vooral één nadeel: ze passen niet in een verbrandingsmotor terwijl daar wel een heleboel infrastructuren op zijn ingericht die nog lang niet zijn afgeschreven.
Is al vastgesteld of deze studie niet betaald is door belanghebbenden die op de een of andere manier de levenscyclus van de verbrandingsmotor nog even willen rekken?
Fotocredits: Cody Simms
Dit artikel afdrukken
De miljoenensubsidies voor dit soort onderzoeken vliegen onderzoekers en ondernemers om de oren. De verwachtingen en voorspellingen klinken veelbelovend. Niet-eetbare delen van planten toch verwerken en gronden waar toch niets geteeld wordt eindelijk nuttig maken voor onze tomeloze behoefte aan energie.
Toch wringt het. Hoe je het ook wendt of keert, voor het telen van gewassen zijn nutriënten en water nodig. Nutriënten die bij 'normaal gebruik' in de kringloop blijven en voor volgende generaties gewassen weer ter beschikking komen. Bij gebruik als biobrandstof gaan ze letterlijk in rook op en worden ze zodanig ver uit hun biotoop gehaald dat ze daar niet meer terugkomen. Ja, je krijgt er energie voor terug. Maar die is ook op andere manieren te winnen: de mogelijkheden van zon, wind en getijden hebben aanmerkelijk minder implicaties voor natuurlijke balansen. Ze hebben vooral één nadeel: ze passen niet in een verbrandingsmotor terwijl daar wel een heleboel infrastructuren op zijn ingericht die nog lang niet zijn afgeschreven.
Is al vastgesteld of deze studie niet betaald is door belanghebbenden die op de een of andere manier de levenscyclus van de verbrandingsmotor nog even willen rekken?
Fotocredits: Cody Simms
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Welke nutriënten zouden dan zo verdwijnen ('in rook op gaan') die bij normaal gebruik in 'hun biotoop' zouden blijven? Biobrandstof bestaat toch ook gewoon uit koolwaterstoffen. Bij de winning van de brandstof uit plantenresten (in een fabriek) zal er wel een rest overblijven, maar daar kun je die nutriënten toch weer uithalen? Misschien wordt je voor die schrale gronden dan ook weer afhankelijk van kunstmest en of het dan weer economisch uitkan, is natuurlijk de vraag.
Over de derde generatie (gras) kan je nog discussiëren (al kan je daar beter een koe opzetten). Maar biobrandstof kost (a) kunstmest, (b) veel landoppervlak, (c) veel water. Neen, ik 'geloof' niet in dit soort praatjes.
Wat wel kan is (zie ook FD van vandaag). Waterstof maken via hydrolyse van water, dan waterstof met koolstofdioxide uit de lucht (middels enzym) omzetten in biomethanol. Dit proces is veel effectiever dan de fotosynthese van planten (zie FD pagina 24 vandaag). Rechtstreeks zonnepanelen, wind, hydro-energie, etc. is veel interessanter via organische materialen.
Samengevat: hou fosfaat en stikstof zoveel mogelijk weg uit de energiewereld. Wij als mens hebben alleen warmte en elektriciteit nodig (eventueel via waterstof, ethanol, methanol, etc.; maar bij voorkeur direct te maken via mechanische bewegingen of zonlicht).
Er is nog een uitzondering op deze regel: dierlijke (en menselijke) mest vergisten, biogas maken, aansluiten op WKK, elektriciteit het net in, warmte hergebruiken, digistaat uit de vergister als mest weer inzetten in de land en tuinbouw.
Nog een voorspelling dan maar:
- auto's gaan echt 100% elektrisch. Binnen 10 jaar.
- waterstof gaan er niet grootschalig komen. Ondanks alle voorspellingen.
- alleen vliegtuigen en grote schepen blijven in de toekomst op klassieke fuel (inc (bio)LNG, biodiesel, ...)
PS bij ons eigen bedrijfje TOP richten we ons daarom alleen op 'electricity based processing technologies'. Wij denken dat dit de toekomst van voedselverwerking is.
Ik wil het gewoon weten: waar blijven de bouwstoffen van bioverbrandstofte biomassa die door die motortanker worden verbruikt?
Moet er wat terug op dat verbiobrandstofte land ja of nee en hoe komt het daar praktisch danwel theoretisch weer terecht en komt dat uit die biobrandstofresten en de CO2 als mede groeibron ja of nee?
En ik wil ook dat lezers van dit medium eindelijk eens heldere antwoorden op zulke vragen krijgen. Wie kan ze geven? Waarom is er van 'geloven of niet geloven in' sprake? Het is tenslotte geen literatuur of religie maar doodgewone biochemie.