Volgens Daniel Chamovitz, directeur van het Manna Center for Plant Biosciences aan de Tel Aviv University, kunnen planten zien, ruiken en voelen. Ze kunnen zich verdedigen en hun buren waarschuwen tegen aankomende gevaren. Ze hebben zelfs een soort geheugen. Kun je daarom spreken van een plantaardig bewustzijn?
In de Scientific American staat een interview met Daniel Chamovitz.
Hij vertelt hoe hij de zintuigelijke functies van planten op het spoor kwam. Oorspronkelijk was hij geinteresseerd in de manier waarop planten licht gebruiken voor hun ontwikkeling. Bij dat onderzoek ontdekte hij een groep genen die de plant laten 'zien' of het licht of donker is. In eerste instantie dacht hij dat deze genen uniek waren voor het plantenrijk, maar al gauw werd duidelijk dat dezelfde genen ook in het menselijk DNA voorkomen. De interne klok van mensen en dieren die hun dag- en nachtritme regelt blijkt door precies die genen geregeld te worden.
Vanuit die ontdekking werd Chamowitz interesse verder gewekt. Kunnen planten naast zien ook horen, ruiken en voelen? Een onderscheidende eigenschap van planten is het feit dat ze 'geworteld' zijn en vastzitten aan hun plaats. Chamowitz: "Dat betekent dat planten niet uit een slechte omgeving kunnen ontsnappen, niet kunnen migreren op zoek naar voedsel of een partner. Dus planten hebben ongelooflijk gevoelige en complexe zintuiglijke mechanismes moeten ontwikkelen waarmee ze konden overleven in steeds veranderende omgevingen. [Planten] moeten kunnen zien waar hun voedsel is. Ze moeten het weer kunnen voelen en ze moeten gevaar kunnen ruiken. En dan moeten ze al die dynamische en veranderende informatie kunnen integreren."
Het rijpingsferomoon ethyleen is voor Chamowitz een voorbeeld voor het ruiken van planten. Een onrijpe vrucht rijpt sneller als hij in een plastic zakje wordt gedaan met een rijpe banaan. De onrijpe vrucht 'ruikt' het feromoon en versnelt zijn eigen rijpingsproces. In de vrije natuur gebeurt het ook zo, daarom zijn altijd alle kersen aan de boom, of in de hele boomgaard, tegelijk rijp.
Voor horende planten is minder bewijs. De verhalen van prachtexemplaren in muziekkamers zijn vooral anecdotisch en niet wetenschappelijk onderbouwd. Horen is vooral een evolutionair voordeel voor soorten die 'bewegen', die kunnen vluchten of zoeken. Voor planten geldt dit veel minder, die zitten immers vastgeworteld.
Planten communiceren wel met elkaar. Als ze geinfecteerd worden door een insect maken ze bijvoorbeeld feromonen aan waardoor ook planten om hen heen hun afweer verhogen. Maar bij 'echte' communatie hoort ook 'bedoeling'. Zendt de boom een waarschuwing uit, of is het een 'eenboomsactie' om de eigen overlevingskans te vergroten en pikken de buren het signaal toevallig op? Chamovitz vertelt dat recent onderzoek laat zien dat planten ook met hun wortels communiceren: In dit geval was de 'pratende' plant aan droogte blootgesteld, en hij 'vertelde' de buren zich voor te bereiden op een gebrek aan water. We weten dat het signaal door de wortels ging, want dit gebeurde niet als de planten in aparte potten naast elkaar stonden.
Planten hebben verschillende soorten geheugens. Een voorbeeld van een plant met kortetermijngeheugen is de Venusvliegenvanger: als een bezoekend insect een van de haartjes op de bladeren daarvan raakt onthoudt hij dat, en als binnen twintig seconden een tweede haartje geraakt wordt, klapt hij dicht. Transgenerationeel geheugen zit in de nakomelingen van planten die zich aanpassen aan moeilijke omstandigheden, niet door mutaties in het DNA, maar door epigenitica, veranderingen in de activiteit van genen.
Chamovski wil niet zover gaan dat hij zegt dat planten denken. Voor hem zijn denken en informatie verwerken twee verschillende dingen. Doelgericht denken vereist een sterk ontwikkeld brein en een tijdgerelateerd (zelf)bewustzijn. Planten hebben dat niet. Wel komen ook bij planten neurochemische stoffen en informatieverwerkingsprocessen voor. Darwin opperde in de 19e eeuw de "root-brain" hypothese. Hij veronderstelde dat de wortelpuntjes, het meristeem, net zo werkt als het brein in lagere diersoorten: ze ontvangen zintuiglijke input en sturen beweging aan. Modern onderzoek laat zien dat hij er waarschijnlijk niet ver naast zat.
Als planten een vorm van gevoeligheid hebben en gevaar waarnemen, dan hebben en kunnen spinazie en andijvie dat dus ook. Zouden ze in onze beleving meer naar dier gaan smaken nu we dat weten?
Fotocredits: nickpix2012, de geheugenhaartjes van de Venus Vliegenvanger
Dit artikel afdrukken
Hij vertelt hoe hij de zintuigelijke functies van planten op het spoor kwam. Oorspronkelijk was hij geinteresseerd in de manier waarop planten licht gebruiken voor hun ontwikkeling. Bij dat onderzoek ontdekte hij een groep genen die de plant laten 'zien' of het licht of donker is. In eerste instantie dacht hij dat deze genen uniek waren voor het plantenrijk, maar al gauw werd duidelijk dat dezelfde genen ook in het menselijk DNA voorkomen. De interne klok van mensen en dieren die hun dag- en nachtritme regelt blijkt door precies die genen geregeld te worden.
Vanuit die ontdekking werd Chamowitz interesse verder gewekt. Kunnen planten naast zien ook horen, ruiken en voelen? Een onderscheidende eigenschap van planten is het feit dat ze 'geworteld' zijn en vastzitten aan hun plaats. Chamowitz: "Dat betekent dat planten niet uit een slechte omgeving kunnen ontsnappen, niet kunnen migreren op zoek naar voedsel of een partner. Dus planten hebben ongelooflijk gevoelige en complexe zintuiglijke mechanismes moeten ontwikkelen waarmee ze konden overleven in steeds veranderende omgevingen. [Planten] moeten kunnen zien waar hun voedsel is. Ze moeten het weer kunnen voelen en ze moeten gevaar kunnen ruiken. En dan moeten ze al die dynamische en veranderende informatie kunnen integreren."
Het rijpingsferomoon ethyleen is voor Chamowitz een voorbeeld voor het ruiken van planten. Een onrijpe vrucht rijpt sneller als hij in een plastic zakje wordt gedaan met een rijpe banaan. De onrijpe vrucht 'ruikt' het feromoon en versnelt zijn eigen rijpingsproces. In de vrije natuur gebeurt het ook zo, daarom zijn altijd alle kersen aan de boom, of in de hele boomgaard, tegelijk rijp.
Voor horende planten is minder bewijs. De verhalen van prachtexemplaren in muziekkamers zijn vooral anecdotisch en niet wetenschappelijk onderbouwd. Horen is vooral een evolutionair voordeel voor soorten die 'bewegen', die kunnen vluchten of zoeken. Voor planten geldt dit veel minder, die zitten immers vastgeworteld.
Planten communiceren wel met elkaar. Als ze geinfecteerd worden door een insect maken ze bijvoorbeeld feromonen aan waardoor ook planten om hen heen hun afweer verhogen. Maar bij 'echte' communatie hoort ook 'bedoeling'. Zendt de boom een waarschuwing uit, of is het een 'eenboomsactie' om de eigen overlevingskans te vergroten en pikken de buren het signaal toevallig op? Chamovitz vertelt dat recent onderzoek laat zien dat planten ook met hun wortels communiceren: In dit geval was de 'pratende' plant aan droogte blootgesteld, en hij 'vertelde' de buren zich voor te bereiden op een gebrek aan water. We weten dat het signaal door de wortels ging, want dit gebeurde niet als de planten in aparte potten naast elkaar stonden.
Planten hebben verschillende soorten geheugens. Een voorbeeld van een plant met kortetermijngeheugen is de Venusvliegenvanger: als een bezoekend insect een van de haartjes op de bladeren daarvan raakt onthoudt hij dat, en als binnen twintig seconden een tweede haartje geraakt wordt, klapt hij dicht. Transgenerationeel geheugen zit in de nakomelingen van planten die zich aanpassen aan moeilijke omstandigheden, niet door mutaties in het DNA, maar door epigenitica, veranderingen in de activiteit van genen.
Chamovski wil niet zover gaan dat hij zegt dat planten denken. Voor hem zijn denken en informatie verwerken twee verschillende dingen. Doelgericht denken vereist een sterk ontwikkeld brein en een tijdgerelateerd (zelf)bewustzijn. Planten hebben dat niet. Wel komen ook bij planten neurochemische stoffen en informatieverwerkingsprocessen voor. Darwin opperde in de 19e eeuw de "root-brain" hypothese. Hij veronderstelde dat de wortelpuntjes, het meristeem, net zo werkt als het brein in lagere diersoorten: ze ontvangen zintuiglijke input en sturen beweging aan. Modern onderzoek laat zien dat hij er waarschijnlijk niet ver naast zat.
Als planten een vorm van gevoeligheid hebben en gevaar waarnemen, dan hebben en kunnen spinazie en andijvie dat dus ook. Zouden ze in onze beleving meer naar dier gaan smaken nu we dat weten?
Fotocredits: nickpix2012, de geheugenhaartjes van de Venus Vliegenvanger
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Een uitstoelende aardbeienplant kun je met enige ruimdenkendheid wel van zich verplaatsen beschuldigen.
Planten die kunnen zien, ruiken, horen en voelen? Dat is wel een discutabele stelling.
Ik wil niet zeggen dat het niet kan, maar graag zie ik dan ergens ogen, neuzen of oren of iets dat er voor door kan gaan.
Dat planten reageren op licht, geur, beweging (waaronder geluid) is niet nieuw. Het begint al met zaad: als je dat in de grond stopt bij voldoende vocht en temperatuur dan gaat het kiemen. Daarbij reageert het op o.a. de zwaartekracht: de wortel gaat naar beneden en het blad omhoog.
Plantencellen communiceren, bijv met groeihormonen. Dus planten kunnen op prikkels van andere organismen vast ook reageren.
Planten zijn wonderbaarlijk. Maar (wat mij betreft) niet extra door de wetenschap dat ze kunnen communiceren.
Het wonder is eerder andersom: dat wezens in staat zijn om verder te kunnen gaan dan het zuivere actie -> reactie. En dat gebaseerd op haast even simpele basisinstrumenten als planten. Zoals een beroemd Engels schrijver ooit zei Worden, hebben of zijn, dat is de vraag
Loop net door de tuin en wordt wel degelijk door de aardbeien geroepen, eet ons! Maar ik behoor dan ook tot de orde van de schijnfruitisten!
De Nederlandse Vereniging voor Biotechnologie wijst Foodlog op het fruitarisme. Fruit is het enige voedsel dat zich aanbiedt om gegeten te worden.
Nu ik toch hiervoor denk. In navolging van het artikel dat Josien plakte: door een huisdier te nemen ontneem je het een vrij leven.