Hoewel in vele landen het op zoveel mogelijk onbewerkt en vers voedsel gebaseerde NOVA-classificatie systeem al wordt gebruikt in officiële voedingsadviezen, blijft de vraag of er met goed wetenschappelijk fatsoen gezegd mag worden dat ‘ultra processed food’ schadelijk is. Wat is beter: handelen op zwak bewijs of wachten op hard bewijs? Die vraag is belangrijk, nu de roep om regulering van de voedingsindustrie luider klinkt.
Als de grote namen van de voedingskunde zich gaan uitspreken over een hot topic, betekent het niet per se dat er ook duidelijkheid gaat komen. Het is goed gebruik dat op enig moment een heldere, publieke polemiek gevoerd wordt over netelige thema’s, tot in de internationale vakbladen aan toe. Eerder gebeurde dat al ruimschoots over het nut van diëten en over nutriënten zoals koolhydraten, vet en suiker.
Vaak houden die polemieken jarenlang aan, tot er uitsluitsel komt of totdat iedereen zich – moe gekletst - neerlegt bij een agreement to disagree. Het kabbelt dan meestal nog lekker door op de golven van de obesitasepidemie. Er verschijnen nog wat populaire boeken van de geleerden. Een recent voorbeeld is de insuline-koolhydraathypothese, die beweert dat je dik wordt van koolhydraten. (Niet).
Grande dame
Nu is het podium vrijgemaakt voor een beschaafde controverse over UPF, ultra processed food, of sterk bewerkte voeding. Als de Amerikaanse grande dame van nutrition Marion Nestle spreekt, dan luistert men. Als de grijze eminentie David Ludwig een debat organiseert, dan gaat men rechtop zitten. Zeker ook als de minstens zo eminente Arne Astrup deelneemt. Als Carlos Monteiro aanschuift, de man die UPF met zijn NOVA-classificatie introduceerde, wordt het spannend.
David S. Ludwig is professor of nutrition aan de Harvard School of Public Health en onder meer ook redacteur van The American Journal of Clinical Nutrition, een medisch vakblad. Daarin organiseert hij geregeld een pennenstrijd over een controversieel onderwerp uit het vakgebied met de bedoeling ‘common ground’ te vinden voor de tegengestelde meningen. Ditmaal is de vraag: ‘Helpt het concept "ultra processed foods" bij het opstellen van voedingsrichtlijnen, bovenop de gangbare classificatiesystemen?’
Met andere woorden: verheldert NOVA, en dus ook het concept UPF, iets over voeding dat we nog niet wisten? Is het een handig middel om voeding in te delen naar eigenschappen voor de humane gezondheid? Of is het helemaal niet nodig?
Samenstellingen
NOVA (geen letterwoord) is in 2010 opgesteld door Braziliaanse wetenschappers onder aanvoering van hoogleraar voedingskunde Carlos Monteiro. Het is een indeling van voedingsmiddelen naar de mate van bewerking (processing) die de grondstoffen ondergaan tot het uiteindelijke product. NOVA onderscheidt vier categorieën: niet of nauwelijks bewerkte voeding, bewerkte culinaire ingrediënten, bewerkte voeding en sterk bewerkte voeding.
‘Sterk bewerkt’ is eigenlijk geen goede vertaling van ‘ultra processed’, want ‘sterk bewerkt’ suggereert nog dat er iets herkenbaar is van de oorspronkelijke materie. De categorie UPF wordt gedefinieerd als industriële samenstellingen die geheel of grotendeels zijn bereid uit - vaak chemisch gemodificeerde - stoffen die aan voedingsstoffen zijn onttrokken, met allerlei additieven voor smaak, kleur en houdbaarheid, en waaraan weinig of geen volwaardig voedsel is toegevoegd.
Veel landen baseren hun voedingsrichtlijnen al op NOVA en dringen erop aan UPF in de dagelijkse voeding te verminderen. Ook de FAO heeft zijn systeem omarmd. Het bewijs is misschien niet van het allerhoogste niveau, maar voldoende om te handelen, meent Monteiro. Want in lage- en middeninkomen landen begint de toename van UPF ook al voor problemen te zorgen. Ze gaan allemaal Amerika achterna, waar de ingenomen calorieën al voor meer dan de helft uit UPF’s komen.
Overeten
Astrup neemt een principiëler standpunt in en zegt in essentie dat de wetenschappelijke basis voor NOVA ontbreekt. Hoe kan je daar dan richtlijnen op baseren? Hij is niet onder de indruk van alle statistieken en percentages die Monteiro uit bevolkingsonderzoeken haalt. Er is weinig tot niets bekend over eventuele fysiologische mechanismen die UPF zo schadelijk maken. Er is één RCT uitgevoerd (die befaamde door Kevin Hall van het Amerikaanse overheidsinstituut NIH) waaruit blijkt dat UPF tot overeten leidt.
Maar daarop is ook van alles aan te merken; die was te kort van duur, met te weinig proefpersonen. Het toeval wil dat deze week een onderzoek is gepubliceerd waar het NIH van Hall ook bij betrokken was, dat de zogeheten ‘passieve consumptie hypothese’ juist nuanceert. In tegenstelling tot wat altijd werd aangenomen blijken mensen wel het verschil tussen energierijke (‘energy dense’) en energie-arme gerechten aan te voelen en dus niet achteloos te overeten.
Ook is het zo, zegt Astrup, dat NOVA sinds 2010 telkens anders gedefinieerd is, maar nog altijd vaag is. Een classificatie als UPF is discutabel. Uit proeven blijkt dat mensen veel producten niet weten te benoemen als UPF. Bovendien is niet alle UPF ongezond, maar best voedzaam. Zijn conclusie: de gangbare indeling aan de hand van de ingrediënten geeft voldoende informatie over de kwaliteit van de producten. “De cruciale vraag is of diëten op basis van UPF passieve overconsumptie bevorderen die niet verklaard wordt door traditionele voedingsgerelateerde risicofactoren.” Het antwoord volgens Astrup is: nee. Niet nodig, dat NOVA, en daarmee is UPF ook een overbodige categorie.
Astrup wijst er ook op dat de wereld veel processed food nodig heeft, om al die monden te voeden. UPF van plantaardige oorsprong hoeft helemaal niet slecht te zijn. Niet voor de mens en niet voor de planeet. Plantaardige vleesvervangers, UPF of niet, zijn een welkome uitweg uit de desastreuze vleesindustrie.
Het idee van urgentie delen Monteiro en Astrup. Maar verder is er geen ‘common ground’. Monteiro wil snel handelen, ook zonder hard bewijs. Hij haalt de epidemioloog Bradford Hill aan, die zei: “Al het wetenschappelijke werk is onvolledig, of het nu observationeel of experimenteel is. Al het wetenschappelijke werk kan door voortschrijdende kennis worden bijgesteld of gewijzigd. Dat geeft ons niet de vrijheid om de kennis die we al hebben te negeren, of om de actie uit te stellen die op een bepaald moment noodzakelijk is.” Monteiro wil alle UPF de wereld uit hebben. Het bewijs dat processing op zich schadelijk is, zal ooit door goed onderzoek geleverd worden.
Regulering
Nu handelen, want de situatie is urgent, is ook de boodschap van een activistisch artikel dat Marion Nestle recent schreef, ‘Regulating the Food Industry: An Aspirational Agenda’. Nestle ziet vanaf 1980 een ontwikkeling die erop neer komt dat we meer zijn gaan eten. En ook vaker: de hele dag door. Er kwamen producten die je gemakkelijk kon meenemen en altijd kon verorberen. Die kosten weinig, zijn heel smakelijk, bederven niet, zijn overal verkrijgbaar en worden flink aangeprezen in reclames.
En ja, Nestle noemt ze ook bij de naam: UPF. Nestle geeft haar eigen definitie van UPF, en die wijkt in niets af van die van Monteiro. Ze haalt met volle instemming het experiment van Hall aan, dat ze ‘de belangrijkste voedingsstudie van de laatste decennia’ noemt. Dat is voor haar bewijs genoeg dat UPF’s aanzetten tot overeten. Wat precies de bedoeling is van de industrie. Maar daar moet een eind aan komen. De voedingsindustrie moet gereguleerd worden.
Urgent
Niemand twijfelt eraan dat slechte voeding vermeden dient te worden. Ook is iedereen het er wel over eens dat er heel veel slechte voeding wordt geproduceerd, verkocht en gegeten. Dan gaat het om kant-en-klaar producten die veel calorieën, maar weinig voedingstoffen bevatten. Iedereen kan wel invullen wat dat zijn. Of je het nou UPF noemt of iets anders.
Het probleem dat in de discussie tussen Monteiro en Astrup blijft hangen, is een bekende. Als het echte harde bewijs, in dit geval voor de schadelijke werking van UPF, ontbreekt, kan je dan de situatie toch zo urgent verklaren dat je maatregelen neemt op grond van zwak bewijs? Op vermoedens, associaties en analogieën? Astrup zegt in een tussenzinnetje dat hij aanvankelijk ook, eerder in zijn loopbaan, voor een vetarm dieet pleitte, maar daar later van teruggekomen is, toen er beter bewijs kwam en vetten minder of niet schadelijk bleken te zijn. Hij zou niet graag zien dat het vakgebied weer dezelfde fout maakte met UPF.
Dat Monteiro zijn NOVA verdedigt, is begrijpelijk. Het heeft ook de publieke en politieke wind mee. Nestle is de beste pleitbezorger van een op gezondheid en niet op gewin gericht voedselbeleid. Dat is iets waar de grootste scherpslijper het niet mee oneens kan zijn. De rest is politiek.
Dit artikel afdrukken
Vaak houden die polemieken jarenlang aan, tot er uitsluitsel komt of totdat iedereen zich – moe gekletst - neerlegt bij een agreement to disagree. Het kabbelt dan meestal nog lekker door op de golven van de obesitasepidemie. Er verschijnen nog wat populaire boeken van de geleerden. Een recent voorbeeld is de insuline-koolhydraathypothese, die beweert dat je dik wordt van koolhydraten. (Niet).
Grande dame
Nu is het podium vrijgemaakt voor een beschaafde controverse over UPF, ultra processed food, of sterk bewerkte voeding. Als de Amerikaanse grande dame van nutrition Marion Nestle spreekt, dan luistert men. Als de grijze eminentie David Ludwig een debat organiseert, dan gaat men rechtop zitten. Zeker ook als de minstens zo eminente Arne Astrup deelneemt. Als Carlos Monteiro aanschuift, de man die UPF met zijn NOVA-classificatie introduceerde, wordt het spannend.
David S. Ludwig is professor of nutrition aan de Harvard School of Public Health en onder meer ook redacteur van The American Journal of Clinical Nutrition, een medisch vakblad. Daarin organiseert hij geregeld een pennenstrijd over een controversieel onderwerp uit het vakgebied met de bedoeling ‘common ground’ te vinden voor de tegengestelde meningen. Ditmaal is de vraag: ‘Helpt het concept "ultra processed foods" bij het opstellen van voedingsrichtlijnen, bovenop de gangbare classificatiesystemen?’
Met andere woorden: verheldert NOVA, en dus ook het concept UPF, iets over voeding dat we nog niet wisten? Is het een handig middel om voeding in te delen naar eigenschappen voor de humane gezondheid? Of is het helemaal niet nodig?
Samenstellingen
NOVA (geen letterwoord) is in 2010 opgesteld door Braziliaanse wetenschappers onder aanvoering van hoogleraar voedingskunde Carlos Monteiro. Het is een indeling van voedingsmiddelen naar de mate van bewerking (processing) die de grondstoffen ondergaan tot het uiteindelijke product. NOVA onderscheidt vier categorieën: niet of nauwelijks bewerkte voeding, bewerkte culinaire ingrediënten, bewerkte voeding en sterk bewerkte voeding.
‘Sterk bewerkt’ is eigenlijk geen goede vertaling van ‘ultra processed’, want ‘sterk bewerkt’ suggereert nog dat er iets herkenbaar is van de oorspronkelijke materie. De categorie UPF wordt gedefinieerd als industriële samenstellingen die geheel of grotendeels zijn bereid uit - vaak chemisch gemodificeerde - stoffen die aan voedingsstoffen zijn onttrokken, met allerlei additieven voor smaak, kleur en houdbaarheid, en waaraan weinig of geen volwaardig voedsel is toegevoegd.
In tegenstelling tot wat altijd werd aangenomen blijken mensen wel het verschil tussen energierijke (‘energy dense’) en energie-arme gerechten aan te voelen en dus niet achteloos te overetenMonteiro weet in zijn bijdrage zijn NOVA heel goed te verdedigen. Er is veel onderzoek gedaan naar UPF: “Uit dit bewijsmateriaal blijkt in hoofdzaak dat een groter aandeel van UPF's in de voeding systematisch wordt geassocieerd met diëten van slechte kwaliteit en een hogere morbiditeit en mortaliteit als gevolg van verscheidene chronische ziekten.”
Veel landen baseren hun voedingsrichtlijnen al op NOVA en dringen erop aan UPF in de dagelijkse voeding te verminderen. Ook de FAO heeft zijn systeem omarmd. Het bewijs is misschien niet van het allerhoogste niveau, maar voldoende om te handelen, meent Monteiro. Want in lage- en middeninkomen landen begint de toename van UPF ook al voor problemen te zorgen. Ze gaan allemaal Amerika achterna, waar de ingenomen calorieën al voor meer dan de helft uit UPF’s komen.
Overeten
Astrup neemt een principiëler standpunt in en zegt in essentie dat de wetenschappelijke basis voor NOVA ontbreekt. Hoe kan je daar dan richtlijnen op baseren? Hij is niet onder de indruk van alle statistieken en percentages die Monteiro uit bevolkingsonderzoeken haalt. Er is weinig tot niets bekend over eventuele fysiologische mechanismen die UPF zo schadelijk maken. Er is één RCT uitgevoerd (die befaamde door Kevin Hall van het Amerikaanse overheidsinstituut NIH) waaruit blijkt dat UPF tot overeten leidt.
Maar daarop is ook van alles aan te merken; die was te kort van duur, met te weinig proefpersonen. Het toeval wil dat deze week een onderzoek is gepubliceerd waar het NIH van Hall ook bij betrokken was, dat de zogeheten ‘passieve consumptie hypothese’ juist nuanceert. In tegenstelling tot wat altijd werd aangenomen blijken mensen wel het verschil tussen energierijke (‘energy dense’) en energie-arme gerechten aan te voelen en dus niet achteloos te overeten.
Ook is het zo, zegt Astrup, dat NOVA sinds 2010 telkens anders gedefinieerd is, maar nog altijd vaag is. Een classificatie als UPF is discutabel. Uit proeven blijkt dat mensen veel producten niet weten te benoemen als UPF. Bovendien is niet alle UPF ongezond, maar best voedzaam. Zijn conclusie: de gangbare indeling aan de hand van de ingrediënten geeft voldoende informatie over de kwaliteit van de producten. “De cruciale vraag is of diëten op basis van UPF passieve overconsumptie bevorderen die niet verklaard wordt door traditionele voedingsgerelateerde risicofactoren.” Het antwoord volgens Astrup is: nee. Niet nodig, dat NOVA, en daarmee is UPF ook een overbodige categorie.
Astrup wijst er ook op dat de wereld veel processed food nodig heeft, om al die monden te voeden. UPF van plantaardige oorsprong hoeft helemaal niet slecht te zijn. Niet voor de mens en niet voor de planeet. Plantaardige vleesvervangers, UPF of niet, zijn een welkome uitweg uit de desastreuze vleesindustrie.
Het idee van urgentie delen Monteiro en Astrup. Maar verder is er geen ‘common ground’. Monteiro wil snel handelen, ook zonder hard bewijs. Hij haalt de epidemioloog Bradford Hill aan, die zei: “Al het wetenschappelijke werk is onvolledig, of het nu observationeel of experimenteel is. Al het wetenschappelijke werk kan door voortschrijdende kennis worden bijgesteld of gewijzigd. Dat geeft ons niet de vrijheid om de kennis die we al hebben te negeren, of om de actie uit te stellen die op een bepaald moment noodzakelijk is.” Monteiro wil alle UPF de wereld uit hebben. Het bewijs dat processing op zich schadelijk is, zal ooit door goed onderzoek geleverd worden.
Regulering
Nu handelen, want de situatie is urgent, is ook de boodschap van een activistisch artikel dat Marion Nestle recent schreef, ‘Regulating the Food Industry: An Aspirational Agenda’. Nestle ziet vanaf 1980 een ontwikkeling die erop neer komt dat we meer zijn gaan eten. En ook vaker: de hele dag door. Er kwamen producten die je gemakkelijk kon meenemen en altijd kon verorberen. Die kosten weinig, zijn heel smakelijk, bederven niet, zijn overal verkrijgbaar en worden flink aangeprezen in reclames.
Astrup zegt in een tussenzinnetje dat hij aanvankelijk voor een vetarm dieet pleitte, maar daar later van teruggekomen is, toen er beter bewijs kwam en vetten minder of niet schadelijk bleken te zijn. Hij zou niet graag zien dat het vakgebied weer dezelfde fout maakte met UPFNestle merkt op dat vanaf de jaren 1970 voedingsbedrijven veel commerciëler werden. Aandeelhouders wilden geld verdienen. De marketing van de producten werd opgevoerd, er werden goedkope grondstoffen voor gebruikt die de (Amerikaanse) boeren in gigantische hoeveelheden produceerden, vooral mais, tarwe en vlees. De producten werden in laboratoria en met testpanels ontwikkeld, ze werden ‘addictively delicious’ gemaakt, verslavend lekker. De Big Food mest ons vet.
En ja, Nestle noemt ze ook bij de naam: UPF. Nestle geeft haar eigen definitie van UPF, en die wijkt in niets af van die van Monteiro. Ze haalt met volle instemming het experiment van Hall aan, dat ze ‘de belangrijkste voedingsstudie van de laatste decennia’ noemt. Dat is voor haar bewijs genoeg dat UPF’s aanzetten tot overeten. Wat precies de bedoeling is van de industrie. Maar daar moet een eind aan komen. De voedingsindustrie moet gereguleerd worden.
Urgent
Niemand twijfelt eraan dat slechte voeding vermeden dient te worden. Ook is iedereen het er wel over eens dat er heel veel slechte voeding wordt geproduceerd, verkocht en gegeten. Dan gaat het om kant-en-klaar producten die veel calorieën, maar weinig voedingstoffen bevatten. Iedereen kan wel invullen wat dat zijn. Of je het nou UPF noemt of iets anders.
Het probleem dat in de discussie tussen Monteiro en Astrup blijft hangen, is een bekende. Als het echte harde bewijs, in dit geval voor de schadelijke werking van UPF, ontbreekt, kan je dan de situatie toch zo urgent verklaren dat je maatregelen neemt op grond van zwak bewijs? Op vermoedens, associaties en analogieën? Astrup zegt in een tussenzinnetje dat hij aanvankelijk ook, eerder in zijn loopbaan, voor een vetarm dieet pleitte, maar daar later van teruggekomen is, toen er beter bewijs kwam en vetten minder of niet schadelijk bleken te zijn. Hij zou niet graag zien dat het vakgebied weer dezelfde fout maakte met UPF.
Dat Monteiro zijn NOVA verdedigt, is begrijpelijk. Het heeft ook de publieke en politieke wind mee. Nestle is de beste pleitbezorger van een op gezondheid en niet op gewin gericht voedselbeleid. Dat is iets waar de grootste scherpslijper het niet mee oneens kan zijn. De rest is politiek.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Huib, een heel terecht punt: is de heksenverbranding van UPFs door autoriteiten en onderzoekers wetenschap of politiek? En de direct daaraan gekoppelde vraag: moeten we er met gezond verstand iets van vinden?
Vraag aan onze lezers: wat kunnen we er met gezond verstand van vinden en tot welk handelen zou dat leiden?
Ik zie een stikstofdossier...
Dick, #1 , het idee achter de dialogen die Ludwig entameert in AJCN is dat mensen niet in termen van 'heksenverbranding' moeten denken (en framen), maar met verstand (van zaken) inderdaad. Laat de heksenverbranding maar aan de protesterende boeren over. Reeds in de inleiding schrijf ik: Wat is beter: handelen op zwak bewijs of wachten op hard bewijs? Astrups argumentatie komt mij wat geforceerd heilig over, wat niet wegneemt dat NOVA zwakke plekken heeft. Zoals vaker is Marion Nestle de wijste. Ik denk dat haar pleidooi voor regulering van de voedingsindustrie met het oog op de volksgezondheid goed beargumenteerd is.
Ik blijf bij de constateringen van Michael Pollan,;overal waar in de geschiedenis diëten op basis van vers onbewerkte voeding werden ingeruild voor pakjes en zakjes nam het aantal welvaartsziekten snel toe. Omgekeerd zie je het ook met succesvolle projecten om diabetes te keren met ander voedingspatroon. Net als met de sigaretten, (ook met flesvoeding) nu delen van de westerse wereld bewuster worden over invloed van verse voeding, trekt de industrie naar landen als Indonesië. Hier kan de nieuwe middenklasse inmiddels ook naar de supermarkt, vol met pakjes en zakjes. Terwijl een beetje rijst, een visje en wat groenten echt top was!
Mijn opinie kennen jullie na 15 jaar wel. Processing is niet het probleem. Integendeel. Wel formuleringen naar een grote dooreet factor (veel zout, zout en vet) in combinatie met altijd en overal beschikbaar zijn. Koolhydraat rijk en vetrijk zijn tevens ook vaak goedkoper dan eiwitrijk en rijk aan groente. Juist daarom ben ik voorstander van Nutriscore en suikertax. Maar nogmaals of iets bewerkt is of niet dat is niet het probleem. Bewerking in een fabriek lijkt heel erg op wat je thuis kan doen (maar groter). Ps chips is bij mij geen voorbeeld van voedsel, dat is snoep. En de meest smerige voorbeelden die ik zie voorbij komen, zijn Amerikaans en niet Europees.